direct naar inhoud van Artikel 3: Agrarisch
Plan: Lelystad - Larserknoop
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.083811-VG01

Artikel 3: Agrarisch

3.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het agrarisch grondgebruik met uitzondering van bosbouw en houtteelt;
  • b. het agrarisch grondgebruik met inbegrip van bosbouw en houtteelt, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bosbouw en/of houtteelt';
  • c. de uitoefening van het agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, al dan niet in combinatie met de in bijlage 1 genoemde aan de agrarische bedrijfsvoering ondergeschikte functies, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - grondgebonden agrarisch bouwperceel';
  • d. het wonen ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering;
  • e. kinderopvang, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang';
  • f. cultuurgrond;

en mede bestemd voor:

  • g. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het industrielawaai op geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie';
  • h. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het vliegtuiglawaai BKL op geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - vliegtuiglawaai BKL';
  • i. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het vliegtuiglawaai KE op geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - vliegtuiglawaai KE';
  • j. het tegengaan van te hoge bouwwerken en beplanting in verband met het vrijhouden van invlieghoogtes van het nabijgelegen vliegveld, ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone';
  • k. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege de luchthaven, ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - luchthaven 2';

met daaraan ondergeschikt:

  • l. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke waarden van het landschap waaronder begrepen landschappelijke openheid en bodembescherming;
  • m. nutsvoorzieningen;
  • n. extensief dagrecreatief medegebruik;
  • o. wegen en (fiets-)paden;
  • p. water;

met de daarbijbehorende:

  • q. bedrijfsgebouwen en overkappingen;
  • r. bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep en/of de huisvesting van mindervaliden en/of zorgbehoeftigen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • s. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen;
  • t. tuinen, erven en beplanting;
  • u. silo's;
  • v. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2. Bouwregels
3.2.1. Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, overkappingen en torensilo's gelden de volgende regels:

  • a. er zullen uitsluitend bedrijfsgebouwen, overkappingen en torensilo's ten behoeve van grondgebonden agrarische bedrijven worden gebouwd, waarbij deze bouwregels eveneens van toepassing zijn voor functies die na ontheffing van de gebruiksregels aan de agrarische bedrijven zijn toegevoegd;
  • b. de bedrijfsgebouwen, overkappingen en torensilo's zullen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. per gebied, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - grondgebonden agarisch bouwperceel', mogen uitsluitend bedrijfsgebouwen, overkappingen en torensilo's ten behoeve van het ter plaatse gevestigde grondgebonden agrarisch bedrijf worden gebouwd;
  • d. de maatvoering van een bedrijfsgebouw, een overkapping of een silo zal voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een gebouw of overkapping   Maximale oppervlakte in m²   Goothoogte in m   Bouwhoogte in m  
  Per gebouw of overkapping   Gezamenlijk   max   max  
Bedrijfsgebouw, waaronder overkapping   -   -   8,50   10,00  
Silo   -   -   -   15,00  
Kassen   -   2.500   6.00   10,00  

3.2.2. Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen en aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen, gelden de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. het aantal bedrijfswoningen mag ten hoogste één per bouwperceel bedragen;
  • c. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste de oppervlakte van de bedrijfswoning bedragen;
  • e. vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen bij de bedrijfswoning zullen volledig binnen een afstand van 25,00 m vanuit het dichtstbijzijnde punt van de bedrijfswoning worden gebouwd;
  • f. de maatvoering van een gebouw of een overkapping zal voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een gebouw of overkapping   Maximale oppervlakte in m²   Goothoogte in m   Dakhelling in °   Bouwhoogte in m  
  Per gebouw   Gezamenlijk   max   min   max   max  
Bedrijfswoning   150 +   -   3,50#   20   60   8,00  
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen   -   50   3,50   20   60   6,00*  

# tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, in welk geval de goothoogte ten hoogste de bestaande goothoogte mag bedragen;

+ tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte van de bedrijfswoning;

* de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3,50 m bedragen.

3.2.3. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. silo's en mestbassins zijn niet toegestaan buiten het bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte van mestsilo's, inclusief afdekking, mag ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van perceelafscheidingen buiten de agrarische bouwpercelen mag ten hoogste 1,00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen op de bouwpercelen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning(en) en het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m mag bedragen;
  • e. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het bouwvlak ten hoogste 15,00 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag buiten het bouwvlak ten hoogste 3,00 m bedragen.

3.3. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de plaatsing van een mestvergistingsinstallatie of een daarmee gelijk te stellen bouwwerk;
  • b. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten buiten het bouwperceel, met uitzondering van tijdelijke opslag van akkerbouwproducten, alsmede tijdelijke opslag van mest, onder voorwaarde dat de mestopslag niet langer dan zes maanden duurt en de mestopslag niet gedurende twee opeenvolgende jaren op dezelfde locatie plaats heeft;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van niet-grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteiten;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel anders dan ten behoeve van productiegebonden detailhandel met een bruto verkoopvloeroppervlakte van meer dan 60 m²;
  • e. het gebruik van gronden en gebouwen voor verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden;
  • g. het gebruik van de gronden ten behoeve van bosbouw en/of houtteelt, tenzij de gronden zijn aangeduid als 'specifieke vorm van agrarisch - bosbouw en/of houtteelt', in welk geval bosbouw en/of houtteelt is toegestaan.

3.4. Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 3.3 sub a. en toestaan dat de uitoefening van een agrarisch bedrijf wordt gecombineerd met het vergisten van mest en het verhandelen van de daarbij vrijkomende energie met de daarbij behorende bebouwing, indien sprake is van één van de volgende wijzen van mestvergisting:
    • 1. het bedrijf verwerkt in hoofdzaak eigen geproduceerde mest en voegt eigen en/of van derden afkomstige co-substraten toe; de co-vergiste mest wordt op de tot het bedrijf behorende gronden gebruikt en naar derden afgevoerd;
    • 2. het bedrijf verwerkt aangevoerde mest geproduceerd door derden en voegt eigen en/of van derden afkomstige co-substraten toe; de co-vergiste mest wordt op de tot het bedrijf behorende gronden gebruikt,

mits:

      • de gronden zijn voorzien van een bouwperceel;
      • er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
      • de capaciteit van de vergisting ten hoogste 100 ton per dag bedraagt;
      • er sprake is van een bouwperceel, gelegen aan een weg, die berekend is op zwaar verkeer;
      • geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het bepaalde in lid 3.3 sub b. en toestaan dat gronden en bouwwerken buiten het bouwperceel worden gebruikt voor het opslaan van mest en/of landbouwproducten, mits:
    • 1. dit om bedrijfseconomische, ontsluitings- of milieuredenen, bijvoorbeeld vanwege de nabijheid van woningen, noodzakelijk is;
    • 2. de opslag direct aansluitend aan het bouwperceel wordt gesitueerd;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de landschappelijke en natuurlijke waarden, de archeologische en cultuurhistorische waarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • c. het bepaalde in lid 3.3 sub d. en toestaan dat gronden en bouwwerken, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel bij agrarische bedrijven, mits:
    • 1. de bruto verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 120 m² zal bedragen;
    • 2. de functie vanuit de bestaande gebouwen wordt uitgeoefend;
    • 3. er sprake is van verkoop van bedrijfs-/streekeigen producten, die ter plaatse of in de streek worden bereid, verwerkt en/of toegepast en die een lokaal verzorgingsgebied hebben;
    • 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de natuurlijke, cultuurhistorische en landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • d. het bepaalde in lid 3.3 sub e. en toestaan dat gebouwen, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, worden gebruikt voor logiesverstrekking ten behoeve van recreatieve bewoning, mits:
    • 1. de gezamenlijke logiesvloeroppervlakte ten hoogste 45 m² zal bedragen;
    • 2. er geen keukenblok in de logieseenheden wordt gemaakt;
    • 3. het parkeren op het eigen erf plaatsvindt;
    • 4. er geen extra inrit wordt aangelegd in verband met de vestiging;
    • 5. de vestiging alleen is toegestaan aan een verkeersontsluiting van voldoende omvang;
    • 6. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
    • 7. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de natuurlijke en landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. het bepaalde in lid 3.3 sub e. en toestaan dat gronden worden gebruikt als standplaats voor kampeermiddelen en tevens gebouwen binnen een bouwvlak worden gebruikt ten dienste van de kampeerfunctie, zoals sanitaire voorzieningen, mits:
    • 1. de kampeermiddelen uitsluitend binnen een bouwvlak worden geplaatst;
    • 2. het aantal kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans, ten hoogste 25 bedraagt;
    • 3. uitsluitend in de periode van 15 maart tot 31 oktober wordt gekampeerd;
    • 4. de gebouwen die gebruikt worden ten behoeve van de kampeerfunctie een maximale goot- en bouwhoogte hebben van respectievelijk 3,50 en 5,00 m en een maximale inhoud van 50 m³;
    • 5. er sprake is van een goede landschappelijke inpassing door middel van afschermende erfbeplanting met daarbijbehorende sloot, waarbij de breedte van de erfbeplanting ten minste 6 m bedraagt;
  • f. het bepaalde in lid 3.3. sub f. en toestaan dat gebouwen, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, worden gebruikt voor een restaurant, mits:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en gebruiksmogelijkheden van de omliggende gronden;
    • 2. er sprake is van een restaurant zonder bezorg- en afhaalservice.

3.5. Aanlegvergunning
3.5.1. Aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijk vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanplanten van bomen en/of houtgewas, niet zijnde erfbeplanting;
  • b. het verharden van perceel- en/of kavelontsluitingswegen buiten het bouwperceel met een grotere breedte dan 4,00 m;
  • c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen ten behoeve van het agrarisch gebruik buiten het bouwperceel, niet zijnde perceel- en/of kavelontsluitingswegen, met een oppervlakte van meer dan 50 m²;
  • d. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden, zodanig dat er een verschil in hoogte c.q. diepte ten opzichte van het bestaande maaiveld ontstaat van meer dan 30 cm;
  • e. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik.

3.5.2. Uitzondering

Het in lid 3.5.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud of normale agrarische gebruik betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

3.5.3. Voorwaarden

De in lid 3.5.1. genoemde vergunningen kunnen slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden.

3.6. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. een ter plaatse aangegeven bouwvlak en/of de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - grondgebonden agrarisch bouwperceel' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, mits:
    • 1. de bedrijfsvoering geheel of gedeeltelijk is beëindigd;
  • b. de bestemming 'Agrarisch' wordt, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - grondgebonden agrarisch bouwperceel' gewijzigd in de bestemming 'Gemengd' ten behoeve van een functieverandering van een bouwperceel, mits:
    • 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend stadsrandfuncties in de vorm van maatschappelijke, dienstverlenende en horecafuncties, zijn toegestaan welke:
      • passend zijn in de stadsrand van Lelystad;
      • niet goed inpasbaar zijn in de stad;
      • niet zijn genoemd in bijlage 5;
      • een aanvullende dan wel ondersteunende functie hebben c.q. gebonden zijn aan het naastgelegen bedrijventerrein of de luchthaven of ondersteunend zijn aan een recreatieve functie van het gebied;
    • 2. de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - grondgebonden agrarisch bouwperceel' ter plaatse wordt verwijderd;
    • 3. de bestaande (karakteristieke) verschijningsvorm van de gebouwen en de landschappelijke kenmerken van het bijbehorende erf niet worden aangetast;
    • 4. er geen opslag buiten de gebouwen op het erf plaatsvindt;
    • 5. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
    • 6. de functie ondergebracht wordt in de bestaande, voormalige agrarisch gebruikte gebouwen, die aanwezig zijn op het moment van toepassing van deze wijziging en die ten minste drie jaar ten behoeve van het agrarisch gebruik in gebruik zijn geweest;
    • 7. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • 8. het parkeren op eigen terrein plaatsvindt;
    • 9. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • c. de bestemming 'Agrarisch' wordt, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3' gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf - Duurzame energievoorziening' ten behoeve van een functieverandering van een bouwperceel, mits:
    • 1. de bouwhoogte van de gebouwen ten hoogste 10,00 m mag bedragen;
    • 2. onder duurzame energievoorziening niet wordt begrepen windmolens;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de vliegveiligheid, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de natuurlijk en landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.