direct naar inhoud van Artikel 36 Waarde - Ecologie
Plan: Buitengebied 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPBuitengebied-VA01

Artikel 36 Waarde - Ecologie

36.1 Bestemmingsomschrijving
36.1.1 Algemeen

De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. de instandhouding, versterking en ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • b. een ecoduct ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde – ecoduct'.
36.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 45.2.

36.2 Bouwregels
36.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

36.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. een ecoduct met een hoogte van maximaal 10 m ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde – ecoduct';
  • b. bouwwerken geen gebouw zijnde van geringe omvang welke noodzakelijk zijn voor de instandhouding, versterking en ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 2,20 meter mag bedragen.
36.3 Nadere eisen

Niet van toepassing.

36.4 Afwijken van de bouwregels
36.4.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van bouwen van bouwwerken

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 36.2, ten behoeve van het bouwen van gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat:

  • a. het belang van de in artikel 36.1 genoemde waarden, niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
36.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing

36.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing

36.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
36.7.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens het aanleggen van drinkpoelen;
  • c. het bebossen van gronden ten behoeve van houtproductie;
  • d. het aanbrengen en/of aanleggen van oeverbeschoeiing en het/of het aanleggen van waterlopen;
  • e. het aanleggen van voorzieningen voor de opvang van hemelwater en de afvoer van hemelwater vanaf een dergelijke voorziening.
36.7.2 Uitzonderingen

Het in artikel 36.7.1 vervatte verbod geldt niet voor:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn en waarvoor tot het van kracht worden van het plan geen vergunning vereist was dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde (omgevings)vergunning/afwijking of anderszins mogen worden uitgevoerd.
36.7.3 Toepassingscriteria

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 36.7.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 36.1 genoemde waarden en doeleinden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.

Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning  
36.7.1 sub a.
het aanleggen van paden
 
- de paden zijn noodzakelijk voor het verbeteren van de mogelijkheden voor recreatief medegebruik;
- bestaande hoogteverschillen mogen slechts plaatselijk en in geringe mate worden aangetast  
36.7.1 sub b.
het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens het aanleggen van drinkpoelen  
- de werken dienen noodzakelijk te zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsuitoefening dan wel ontsluiting of nutsvoorziening van in het gebied aanwezige woningen of bedrijfsgebouwen, waarbij de bestaande hoogteverschillen niet onevenredig mogen worden aangetast
- de bestaande hoogteverschillen ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' mogen slechts plaatselijk en in geringe mate worden aangetast
- de vitaliteit ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' mag niet onevenredig worden aangetast
- de aanwezige houtopstanden/landschapselementen mogen slechts over een geringe lengte worden doorsneden ten behoeve van het aanbrengen van een leiding ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'  
36.7.1 sub c.
het bebossen van gronden ten behoeve van houtproductie  
- de werken dienen bij te dragen aan de natuurlijke verscheidenheid dan wel de recreatieve aantrekkelijkheid in het gebied
- er dient gebruik te worden gemaakt van inheemse soorten  
36.7.1 sub d.
het aanbrengen en/of aanleggen van oeverbeschoeiing en het/of het aanleggen van waterlopen  
er mag geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterstructuur en de waterhuishoudkundige situatie  
36.7.1 sub e.
het aanleggen van voorzieningen voor de opvang van hemelwater en de afvoer van hemelwater vanaf een dergelijke voorziening  
er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de ter plaatse aanwezige natuurlijke en landschappelijke waarden  

36.8 Wijzigingsbevoegdheid
36.8.1 Wijziging in de bestemming 'bos' of 'natuur'

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Bos of Natuur, ten behoeve van het realiseren van nieuwe natuur, met dien verstande dat:

  • a. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  • b. de wijziging niet leidt tot nieuwe belemmeringen van in de omgeving gelegen bedrijven.

met dien verstande dat:

    • 1. bij de wijziging in de bestemming 'Bos' de regels in artikel 10 in acht worden genomen;
    • 2. bij wijziging in de bestemming 'Natuur' de regels in artikel 14 in acht worden genomen.
36.8.2 Wijziging in de bestemming 'Agrarisch met waarden'

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden, ten behoeve van bijvoorbeeld de herbegrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur, Provinciale Ontwikkelingszone Groen, of ruimte voor veerkrachtige watersystemen, met dien verstande dat:

  • a. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  • b. de wijziging niet leidt tot nieuwe belemmeringen van in de omgeving gelegen bedrijven.

met dien verstande dat:

    • 1. bij de wijziging in de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en Landschapswaarden' de regels in artikel 6 in acht worden genomen.