Type plan: projectbesluit
Naam van het plan: Daelweg 4a te Venlo
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0983.PJB2010024DAELWG4A-VAST

Artikel 1 Begrippen

 
 
Aaneengesloten woning:
Een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde een gestapelde woning.
 
Aangebouwd bijgebouw:
Een bijgebouw, dat op enigerlei wijze aan het hoofdgebouw is aan­gebouwd door het verankeren van vloer, dak of mu(u)r(en) en/of door het gebruik maken van dezelfde constructiemu(u)r(en) en in bouw­kundige zin ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
 
Aan- en/of uitbouw:
Een aan een hoofdgebouw vastgebouwd gebouw, dat architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in directe verbinding staat met het hoofdgebouw.
 
Aan huis gebonden bedrijf:
Het hoofdzakelijk door de bewoner van de woning bedrijfsmatig ver­lenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvig­heid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen met be­houd van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detail­handel. Behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband hou­dende met de activiteiten.
 
Aan huis gebonden beroep:
Het door de bewoner van de woning beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunst­zinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen beroep dat door zijn omvang in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. Hieronder die­nen niet te worden begrepen de uitoefening van consumentverzor­gende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten noch detailhandel.
 
Achtergevelbouwgrens:
De op de verbeelding als zodanig aangegeven lijn aan de van de weg gekeerde zijde van het perceel, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten afwijkin­gen.
 
Afhankelijke woonruimte:
Een onderdeel van het hoofdgebouw of bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest.
 
Ander bouwwerk:
Een bouwwerk geen gebouw zijnde.
 
Antenne-installatie:
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedra­ding en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
 
Archeologische waarde:
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van men­selijke aanwezigheid of activiteiten in het verleden.
 
Archeologisch onderzoek:
Onderzoek naar archeologische waarden uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm voor Nederlandse Archeologie (versie 3.1).
 
Archeologisch waardevol gebied:
Gebied met zeer hoge archeologische waarden of verwachting.
 
Bebouwing:
Een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
 
Bebouwingspercentage:
Het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procen­ten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gele­gen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
 
Bedrijf:
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goe­deren dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis ge­bonden beroepen niet daaronder begrepen.
 
Bedrijfsgebouw:
Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
 
Bedrijfsvloeroppervlak:
De totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met in­begrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruim­ten.
 
Begane grond:
Een bouwlaag geen verdieping zijnde.
 
Beperkt kwetsbaar object:
Een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrich­tingen (zoals dit geldt op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan) een richtwaarde voor het risico c.q. een ri­sicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.
 
Beschermingsniveau:
Hoogte boven NAP die een waterkering dan wel een bouwpeil mini­maal moet hebben teneinde bebouwing bescherming te bieden tegen (schade tengevolge van) hoogwater, optredend bij een overstroming met een herhalingstijd van 1:50, 1:250 of 1:1.250 jaar.
 
Bebouwing:
De als zodanig op de verbeeldingen aangegeven bebouwing, welke be­staat op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, dan wel op dat tijdstip op basis van een afgegeven bouwvergunning mag wor­den gebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
 
Gebruik:
Gebruik van gronden en bouwwerken, zoals dat bestaat ten tijde van het van kracht worden van dit plan.
 
Bestemmingsgrens:
Een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een be­stemmingsvlak.
 
Bestemmingsvlak:
Een op de verbeelding aangegeven vlak met een zelfde bestemming.
 
Bebouwingsgrens:
De op de verbeelding als zodanig aangegeven lijn, welke niet door ge­bouwen mag worden overschreden behoudens krachtens de regels duidelijk toegelaten afwijkingen.
 
Bouwen:
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of ver­anderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.
 
Bouwgrens:
Een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak.
 
Bouwhoogte:
Het hoogste punt van een schuin danwel plat dak.
 
Bouwlaag:
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onder­bouw, zolder, dakopbouw of setback en met een maximale hoogte van 3,00 m voor woningen.
 
Bouwperceel:
Een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelf­standige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.
 
Bouwperceelgrens:
Een grens van een bouwperceel.
 
Bouwvlak:
Een op de verbeelding aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aan­geduid waarop gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
 
Bouwwerk:
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
 
Bijgebouw:
Een gebouw behorende bij en dienstbaar aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat in functioneel en architecto­nisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw.
 
Bijzondere doeleinden:
Doeleinden ten behoeve van onderwijs, openbaar bestuur, religie, me­disch-sociale, maatschappelijke en culturele functies.
 
Coffeeshop:
Een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders.
 
Detailhandel:
Het bedrijfsmatig te koop of te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verko­pen, het verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aan­wending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsacti­viteit.
 
Evenement:
Een één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak.
 
Fastfood-vestiging:
Een horecabedrijf, waar frituurwaren en kleine eetwaren, al dan niet in combinatie met alcoholvrije of alcoholhoudende dranken, worden ver­strekt in wegwerpverpakkingen al dan niet voor gebruik ter plaatse, zo­als een cafetaria, friture of afhaalcentrum.
 
Gebouw:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
 
Geluidbelasting vanwege een industrieterrein:
De etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichting behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet be­grepen, zoals bedoelt in de Wet geluidhinder.
 
Geluidsgevoelige functies:
Bewoning en andere geluidsgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond in­dustrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidshinder spoorwegen.
 
Geluidsgevoelige gebouwen:
Gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidshin­der spoorwegen.
 
Geluidzoneringsplichtige inrichting:
Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het ter­rein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
 
Grondgebonden woning:
Een gebouw met hoofdzakelijk een woonfunctie waar één woning aanwezig is.
 
Hoofdgebouw:
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetin­gen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
 
Horecabedrijf:
Een bedrijf dat is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van nacht­verblijf en/of ter plaatse te nuttigen voedsel en/of dranken en/of het ex­ploiteren van zaalaccommodaties, een en ander gepaard gaande met dienstverlening, niet zijnde coffeeshops.
 
Horeca:
Het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of lo­gies.
 
Horizontale diepte van een gebouw:
De lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel.
 
Kamerbewoning:
Het gebruik van een hoofdgebouw of met het hoofdgebouw verbonden bijgebouwen door meer dan twee onzelfstandige huishoudens.
 
Kampeermiddel:
Een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
Enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde,
Eén en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
 
Kantoor:
Een gebouw of ruimte, dat dient voor de uitoefening van administratie­ve werkzaamheden ten behoeve van derden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-)over­heidsinstellingen, het bankwezen en naar aard daarmee gelijk te stel­len instellingen.
 
Kleinschalige bedrijfsmatige activiteit:
De in de Lijst van bedrijfsactiviteiten genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met overwegend behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
 
Kwetsbaar object:
Een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrich­tingen (zoals dit geldt op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan) een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in achtgeno­men moet worden.
 
Lijst van bedrijfsactiviteiten
De lijst van bedrijven bevat basisinformatie voor milieuzonering, en is opgenomen in de bijlagen behorende bij deze regels.
 
Maatschappelijk:
Het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder gezondheidszorg, zorg en welzijn, jeugd/kinderopvang, onderwijs, religie, bibliotheken, openbare dienstverlening, verenigingsleven.
 
Mantelzorg:
Het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisato­risch verband.
 
Onderbouw:
Een gedeelte van een gebouw dat maximaal 1,50 m boven straatpeil is gelegen en niet als bouwlaag wordt aangemerkt.
 
Ondergeschikte activiteit
Activiteit waarbij maximaal 30% van de opstallen als zodanig mag worden gebruikt.
 
Ondergronds bouwwerk
Een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 m beneden peil.
 
Overkapping:
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, daaronder begrepen een car­port.
 
Parkeervoorziening
Een al of niet overdekte, op straat aanwezige dan wel met een straat in open verbinding staande ruimte, die gelet op de ligging en de ontslui­ting geschikt is om te worden gebruikt voor het parkeren van motor­voertuigen.
 
Peil:
-Voor bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- Voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte aansluitende maaiveld;
Perceelgrens:
Een grenslijn tussen bouwpercelen onderling.
 
Plan:
het projectbesluit “Daelweg 4a te Venlo” van de gemeente Venlo.
 
Productiegebonden detailhandel:
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepa­reerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandels­functie ondergeschikt is aan de productiefunctie. Maximaal 10% van het bedrijfsoppervlak, met een maximum van 300 m2, mag voor pro­ductiegebonden detailhandel worden gebruikt.
 
Projectbesluit:
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0983.PJB2010024DAELWG4A-VAST.
 
Prostitutie:
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelin­gen met een ander tegen vergoeding, daaronder begrepen straatpros­titutie.
 
Recreatie:
Vrijetijdsbesteding die in hoofdzaak is gericht op natuur- en land­schapsbeleving, zoals wandelen, trimmen, fietsen, paardrijden, vis­sen, zwemmen, roeien, kanoën etc.
 
Restaurant:
Een horecabedrijf, waarin in dat bedrijf bereide volledige maaltijden, alsmede alcoholvrije of alcoholhoudende dranken - in principe alleen in combinatie met die maaltijden - worden verstrekt voor gebruik ter plaatse; een volwaardige bedrijfskeuken maakt deel uit van de vesti­ging.
 
Seksinrichting:
De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsma­tig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelin­gen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf alsmede een erotische massagesalon, een seks­bioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.