direct naar inhoud van Artikel 18 Algemene aanduidingsregels
Plan: Rijksweg 74
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BP201207A74-VA01

Artikel 18 Algemene aanduidingsregels

18.1 Grotere bouwhoogte geluidsschermen

Ter plaatse van de aanduiding 'grotere bouwhoogte geluidsschermen' mogen geluidsschermen worden verhoogd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.2.2, sub c.

18.2 Milieuzone - grondwaterbescherming venlo schol

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbescherming venlo schol' is het verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of van werkzaamheden, putten te boren dieper dan 5 meter boven NAP.

18.3 Vrijwaringszone - waterstaatswerk 1
18.3.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - waterstaatswerk 1' zijn de gronden mede bestemd als beschermingszone voor de waterkerende functie van waterkeringen.

18.3.2 Bouwregels

Binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - waterstaatswerk 1' mag niet worden gebouwd.

18.3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18.3.2 voor het bouwen van bouwwerken, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij het Waterschap.

18.3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

a Verbod

Het is verboden op of in de voor 'Vrijwaringszone - waterstaatswerk 1' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijn en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. graafwerkzaamheden of (ont)gravingen, anders dan normaal spit- en ploegwerk voor landbouwkundige bewerkingen;
  • b. bomen, heggen, heesters of struiken te planten, vervangen, kappen of rooien, binnen een afstand van 4 meter uit de begrenzing van de waterkering;
  • c. boringen te verrichten;
  • d. kabels en leidingen, inclusief mantelbuizen en drainagevoorzieningen te leggen, wijzigen of verwijderen;
  • e. verandering te brengen in de hoogteligging van het maaiveld;
  • f. explosieven tot ontploffing te brengen inclusief het verrichten van seismisch onderzoek of de grond op welke andere wijze dan ook in trilling te brengen;
  • g. werken met een overdruk van 10 bar of meer te brengen.

b Toelaatbaarheid

De uitvoering van de onder a genoemde werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien:

  • a. is aangetoond dat deze -gehoord het waterschap- geen consequenties hebben voor het doelmatig functioneren van de waterkering;
  • b. voor deze werken en/of werkzaamheden een vergunning is verleend volgens de Keur van het Waterschap.

18.4 Vrijwaringszone - waterstaatswerk 2
18.4.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - waterstaatswerk 2' zijn de gronden mede bestemd als buitenbeschermingszone voor de waterkerende functie van waterkeringen.

18.4.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

a Verbod

Het is verboden op of in de voor 'Vrijwaringszone - waterkering 2' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijn en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. verandering te brengen in de hoogteligging van het maaiveld;
  • b. explosieven tot ontploffing te brengen inclusief het verrichten van seismisch onderzoek of de grond op welke andere wijze dan ook in trilling te brengen;
  • c. werken met een overdruk van 10 bar of meer te brengen.

b Toelaatbaarheid

De uitvoering van de onder a genoemde werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien:

  • a. is aangetoond dat deze -gehoord het waterschap- geen consequenties hebben voor het doelmatig functioneren van de waterkering;
  • b. voor deze werken en/of werkzaamheden een vergunning is verleend volgens de Keur van het Waterschap.

18.5 Vrijwaringszone - weg 1
18.5.1 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:

  • a. er mag niet worden gebouwd binnen een afstand van 25 meter, gemeten vanuit de as van de dichtsbijzijnde rijbaan van provinciale wegen inclusief toe- en afritten, met uitzondering van bouwwerken welke nodig zijn voor het wegverkeer.

18.5.2 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18.5.1 en toestaan dat in de andere bestemming bouwwerken worden gebouwd, mits:

  • a. in de zone, gemeten tot 25 meter, gemeten vanuit de as van de dichtsbijzijnde rijbaan van provinciale wegen inclusief toe- en afritten, mag worden gebouwd, mits het bouwwerk in overeenstemming is met de ter plaatse aangewezen bestemming en door de bouw of situering van het bouwwerk het verkeersbelang niet onevenredig wordt aangetast.

 

18.6 Vrijwaringszone - weg 2
18.6.1 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:

  • a. er mag niet worden gebouwd binnen een afstand van 50 meter, gemeten vanuit de as van de dichtsbijzijnde rijbaan van Rijkswegen inclusief toe- en afritten, met uitzondering van bouwwerken welke nodig zijn voor het wegverkeer.

18.7 Vrijwaringszone - weg 3
18.7.1 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:

  • a. er mag niet worden gebouwd binnen een afstand van 100 meter, gemeten vanuit de as van de dichtsbijzijnde rijbaan van Rijkswegen inclusief toe- en afritten, met uitzondering van bouwwerken welke nodig zijn voor het wegverkeer.

18.7.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18.7.1 en toestaan dat in de andere bestemming bouwwerken worden gebouwd, mits:

  • a. in de zone, gemeten tot 100 meter, gemeten vanuit de as van de dichtsbijzijnde rijbaan van Rijkswegen inclusief toe- en afritten, mag worden gebouwd mits het bouwwerk in overeenstemming is met de ter plaatse aangewezen bestemming en door de bouw of situering van het bouwwerk het verkeersbelang niet onevenredig wordt aangetast.