Plan: | Woning Swierderkerkweg Wijnandsrade |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0951.BPswierderkw-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Woning Swierderkerkweg Wijnandsrade met identificatienummer NL.IMRO.0951.BPswierderkw-VA01 van de gemeente Nuth.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
bouwwerken die in directe verbinding staan met het hoofdgebouw waaraan zij worden gebouwd;
ter verduidelijking:
een aanbouw is een toevoeging van een afzonderlijke ruimte, terwijl een uitbouw een vergroting is van een bestaande ruimte;
een dienstverlenend beroep, dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar functie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
het verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit ter plaatse, in de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend en de desbetreffende bedrijvigheid een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de eerste bouwlaag boven het peil;
de als zodanig op de verbeelding aangegeven bebouwing, zoals deze bestaat op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerpplan, tenzij in de regels anders is bepaald;
het gebruik van grond en opstallen, zoals dat bestaat op het tijdstip dat het plan of betreffende planonderdeel rechtskracht heeft gekregen;
een op de plankaart aangegeven lijn die de grens vormt van een bestemmingsvlak;
een op de plankaart aangegeven vlak met een zelfde bestemming;
een gebouw, dat in bouwkundig opzicht en qua massa ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
de op de verbeelding als zodanig aangegeven lijn welke niet door gebouwen respectievelijk bijgebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze voorschriften uitdrukkelijk toegelaten afwijkingen;
een gedeelte van een gebouw dat door een gelijke of bij benadering of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw/kelder en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan (in de vorm van verkaveling of kadastraal perceel) een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de aan het bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
ter verduidelijking:
daarbij gaat het om archeologisch, historisch-landschappelijk en/of historisch-bouwkundig waardevolle zaken, zoals die tot uitdrukking kunnen komen in archeologische elementen, bodemprofiel en reliëf (met name oude akkers), beplanting, verkaveling, slotenpatroon en bebouwing;
een natuurlijk persoon, groep van personen, en/of rechtspersoon die prostitutie aanbiedt, die uitgeoefend wordt op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte of woning;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen en/of wooneenheden bevat;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
gebouw, dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen en/of wooneenheden omvat;
waarden van zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde;
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven peil is gelegen;
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, tenten, schuiltenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;
ter verduidelijking:
over het algemeen kan aangenomen worden dat het peil bij bestaande bebouwing gelijk is aan de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer;
een deel van het Nederlands grondgebied van welk deel de Dienst voor het kadaster en openbare register, de begrenzing met behulp van landmeetkundige gegevens heeft vastgelegd op grond van gegevens betreffende de rechtstoestand, bestemming en het gebruik dat door zijn kadastrale aanduiding is gekenmerkt;
een onderneming waar seks, tegen betaling, uitgeoefend wordt;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische-pornografische aard plaatsvinden;
onder seksinrichtingen worden in ieder geval verstaan: een (raam-)prostitutiebedrijf, een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
gedeelte van één of meer bouwwerken op een perceel met dezelfde bestemming, met ten minste één verblijfsruimte bestaande uit een of meer op dezelfde bouwlaag gelegen aan elkaar grenzende ruimten anders dan een toilet-, bad-, technische of verkeersruimte;
ruimte voor het verblijven van mensen, dan wel een ruimte, van één of meer bouwwerken op een perceel met dezelfde bestemming, waarin dezelfde kenmerkende activiteiten plaatsvinden;
de bouwgrens/lijn die is gelegen aan de zijde van de aan de weg gelegen perceelsgrens, die behoudens toegelaten afwijkingen, bij het bouwen aan de wegzijde of de van de weg afgekeerde zijde niet mag worden overschreden;
ter verduidelijking:
onder bouwgrens valt zowel de grens van een bouwvlak als de grens van een bijgebouwengebied;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden;
ruimte(n) in een gebouw die geheel is (zijn) afgedekt met schuine daken en die in functioneel opzicht deel uitmaakt van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de buitenzijde van de gevels of het hart van de scheidsmuren, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, ondergeschikte onderdelen van het bouwwerk als schoorstenen, lichtkoepels, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, niet meegerekend;
ter verduidelijking:
liftopbouwen en luchtbehandelinginstallaties zijn geen ondergeschikte onderdelen;
vanaf het (straat)peil tot de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
ter verduidelijking:
de feitelijke goothoogte is steeds een afgeleide van twee andere grootheden, zijnde de absolute bouwhoogte en de toegestane dakhelling;
de hoek langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren en wel 1 m boven peil;
indien het bouwwerk uit meerdere bouwlagen bestaat, dan wel uit een enkele overkapping/carport, over de laag met het grootste oppervlak, respectievelijk over de overkapping/carport;
ondergrondse bouwonderdelen buiten de buitenzijden van de gevels worden bij de berekening van de oppervlakte van een bouwwerk meegerekend;
boven peil tussen de bovenzijde van de begane grond vloer, de buitenzijde van de gevels of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
loggia's en andere inwendige constructies worden hierin meegerekend;
de kortste afstand van de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend vergunningsplichtig bouwwerk;
de afstand tussen de scheidende vloerdelen, gemeten van bovenkant afgewerkte vloer (peil) tot bovenkant afgewerkte vloer;
op de vloer van de bouwlaag, tussen de binnenzijde van de gevelmuren (en/of gemeenschappelijke scheidingsmuren).
binnenwerks op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te (laten) voeren:
Het in 3.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de tot 'Wonen' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
Burgemeester en wethouders kunnen, binnen een marge van 5,00 meter, nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van de binnen de bestemming toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden.
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn primair bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorische en oudheidkundig waardevolle elementen (monumenten en beeldbepalende bebouwing) en patronen (beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld).
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de diverse bestemmingen zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met de bestemmi ng 'Waarde - Cultuurhistorie', van toepassing.
Op de tot 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden, met daarop beschermde rijksmonumenten en beeldbepalende panden, zoals aangeduid op de plankaart, mag slechts worden gebouwd indien en voor zover dat nodig is voor inrichting en/of behoud en/of herstel van de bestaande bebouwing, met dien verstande, dat:
Het is verboden op de in het plan begrepen gronden, welke eenmaal in aanmerking zijn genomen bij het toestaan van een bouwplan, een bouwwerk of een complex van bouwwerken te bouwen, indien daardoor een ander bouwwerk of een complex van bouwwerken, hetzij niet langer zal blijven voldoen aan, hetzij in een grotere mate zal gaan afwijken van het plan.
Daar waar in de regels wordt verwezen naar het parkeerbeleid, moet de, op het tijdstip van aanvraag van de ongevingsvergunning voor het bouwen, geldende parkeernormen worden gehanteerd. De gemeente beschouwt de ASVV, CROW in het kader van dit bestemmingsplan als een wettelijke regeling.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Woning Swierderkerkweg Wijnandsrade van de gemeente Nuth