Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Reinaartsingel
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0935.bpReinaartsingel-oh01

5.4 Flora en fauna

 
Zorg voor alle inheemse planten- en diersoorten en voor de natuurlijke rijkdommen van gebieden wordt gegarandeerd door de naleving van de wet- en regelgeving ten aanzien van natuur en milieu. De instrumenten die deze bescherming mogelijk maken zijn op Europees niveau vertaald in Natura 2000. De Europese Habitatrichtlijn en de Europese Vogelrichtlijn zijn in Natura 2000 opgenomen. De Europese wetgevingen zijn in Nederland vertaald in de Flora- en faunawet voor de soortbescherming en in de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 voor de gebiedsbescherming. Nederland heeft daarmee de Europese wetgeving in de nationale wetgeving verankerd. Door voorafgaand aan een (bouw)project of ruimtelijke ontwikkeling rekening te houden met het eventueel voorkomen van beschermde en/of zeldzame planten- en diersoorten kan effectief worden omgegaan met de aanwezigheid van een beschermde soort. Een dreigende overtreding van de Flora- en faunawet kan zo snel gesignaleerd en, in veel situaties, voorkomen worden. Vervolgens kan er accuraat actie ondernomen worden om zodoende de overlevingskansen en migratiemogelijkheden van een beschermde soort in het betreffende gebied geen blijvende schade toe te brengen.
 
Om te kunnen bepalen of er in een bepaald plangebied (habitats van) beschermde plant- en diersoorten aanwezig zijn wordt, voorafgaand aan een ruimtelijke ontwikkeling, een quickscan flora en fauna uitgevoerd. Mocht uit deze quickscan blijken dat er geen (habitats van) beschermde flora- en fauna aanwezig zijn dan is daarmee aan de onderzoeksplicht voldaan. Is er naar aanleiding van deze quickscan wel sprake van aanwezigheid of vermoeden van voorkomen van (habitats van) beschermde plan- en diersoorten dan dient in veel gevallen een vervolgonderzoek hierover meer duidelijkheid te verschaffen.
 
Middels onderhavig bestemmingsplan wordt de reeds bestaande studentenhuisvesting in de bestaande bebouwing gecontinueerd. Middels toekenning van de voorlopige bestemming vindt er dan ook geen wijziging in het feitelijk gebruik van de locatie plaats. Evenmin wordt door toekenning van de voorlopige bestemming ruimte geboden voor een andersoortig gebruik van de gronden en opstallen dan thans plaatsvindt. Ook wordt geen ruimte geboden voor bouwactiviteiten. Een nader onderzoek naar het aspect flora en fauna kan daarmee achterwege blijven.

Voor wat betreft de definitieve bestemming geldt dat deze na vijf jaar in werking zal treden. Een concreet bij deze definitieve bestemming behorend bouwplan is thans niet voorhanden. Het uitvoeren van een nader onderzoek met het oog op de toekomstige bestemming is dan ook niet zinvol. In de regels behorende bij dit bestemmingsplan wordt opgenomen dat de uiteindelijke positionering van bouwwerken (het bouwplan) wordt afgestemd op de resultaten van de ten tijde van of voorafgaand aan de inwerkingtreding van de definitieve bestemming uit te voeren onderzoeken met betrekking tot de relevante milieuwetgeving. Zo ook voor het aspect flora en fauna. Op deze wijze wordt bewerkstelligd dat het uiteindelijk bouwplan wordt getoetst aan de meest recente wet- en regelgeving.