Burgemeester en wethouders kunnen, indien geen afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke kwaliteit respectievelijk het stedenbouwkundig beeld en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- artikel 4.2 onder a. tot verhoging van het aangegeven maximale bebouwingspercentage tot 80;
- artikel 4.2 onder b. tot verhoging van de aangegeven maximale goothoogte tot maximaal 15 meter voor maximaal 30% van het reeds bebouwde oppervlak;