Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Molensingel Tuincentrum
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0935.bpMolensingelTcen-vg01

Artikel 3 Bedrijf - Tuin- / sfeercentrum

3.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Bedrijf - Tuin- / sfeercentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. detailhandel in de vorm van een tuin-/sfeercentrum;
  2. detailhandel in aanvullend assortiment I tot een winkelvloeroppervlak van maximaal 440 m²;
  3. detailhandel in aanvullend assortiment II tot een winkelvloeroppervlak van maximaal 100 m²;
  4. opslag en buitenverkoop ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van Bedrijf - Tuin- / sfeercentrum - opslag en buitenverkoop';
  5. onzelfstandige en ondergeschikte horeca (max. categorie 2), tot een winkelvloeroppervlak van maximaal 500 m²;
  6. onzelfstandige en ondergeschikt kinderparadijs/kindercrèche;
  7. één standplaats ten behoeve van ambulante handel voor verkoop van goederen van directe consumptie van maximaal 10 m², uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke van detailhandel - ambulante handel' (sdh-ah);
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen en erven, additionele voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen
 
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden gebouwd;
  2. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
  3. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
  4. ten behoeve van de ambulante handel voor verkoop van goederen van directe consumptie mag uitsluitend één gebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - ambulante handel' worden opgericht waarbij de totale oppervlakte niet meer mag bedragen dan 10 m² en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 meter.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
 
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden gebouwd, met dien verstande dat overkappingen uitsluitend achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde voorgevel van het hoofdgebouw mag maximaal 1 meter en achter de voorgevel maximaal 2 meter bedragen;
  3. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding -  terreinafscheiding' maximaal 4 meter mag bedragen;
  4. de bouwhoogte van reclamemasten mag niet meer dan 8 meter bedragen;
  5. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 8 meter bedragen;
  6. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen.
 
3.2.3 Additionele voorzieningen
 
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen en nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
  1. gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  3. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen mag niet meer bedragen dan 15 m2.
3.3 Nadere eisen
 
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van bebouwing ten behoeve van:
  1. het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. de verkeersveiligheid;
  4. de sociale veiligheid;
  5. de brandveiligheid en rampenbestrijding.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik
 
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend detailhandel in voedings- en genotmiddelen (met uitzondering van diervoeders), detailhandel in modische, sport- en vrijetijdskleding, overige modische artikelen.
3.4.2 Voorwaardelijke verplichting
 
De binnen de bestemming 'Bedrijf - Tuin- / sfeercentrum' gelegen gronden en bouwwerken mogen niet eerder conform de in artikel 3 lid 1 aangegeven functies worden gebruikt dan nadat het gebruik van de gronden en bouwwerken binnen de bestemming 'Bedrijventerrein' ter plaatse van het adres Molensingel 75 ten behoeve van de aan de functie tuincentrum gerelateerde detailhandel als hoofdactiviteit permanent is beëindigd.