direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening
Plan: Oost-Maarland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0905.bpoostmaarland-va01

Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, alsmede de daarbij behorende ondergrondse leidingen.

7.1.2

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 28.3.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Op de voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen, geen woning zijnde;

en de daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.

7.2.2 Regels met betrekking tot het bouwvlak

Met betrekking tot het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:

  • a. Er mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag geheel worden bebouwd.
  • c. De bouwhoogte mag ten hoogste 3,00 m bedragen.
7.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing

Voor het overige geldt dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten hoogste 3,00 m mag bedragen.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en werkklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
7.4 Ontheffing van de bouwregels
7.4.1 Ontheffing grotere bouwhoogte bouwwerken geen gebouwen zijnde

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen voor het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte die nodig is voor de veiligheid en het functioneren van de betreffende nutsvoorziening, mits daaruit geen onevenredig nadelige gevolgen voortvloeien voor het woonmilieu.

7.4.2 Procedure ontheffing

Bij het verlenen van ontheffing dient voldaan te worden aan de in Afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht gegeven procedure.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt ten minste verstaan het gebruik van de gronden anders dan voor:

  • a. groenvoorzieningen.