direct naar inhoud van Artikel 8 Sport
Plan: Bedrijventerreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0905.bpbedrijventerrein-va01

Artikel 8 Sport

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tennishal/tennisaccommodatie,

en de daarbij horende voorzieningen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Op de voor 'Sport' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen, geen woningen zijnde, ten behoeve van de onder 8.1 genoemde doeleinden;
  • b. de daarbij behorende andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
8.2.2 Regels met betrekking tot gebouwen
  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is het maximaal toegestane percentage dat aan bebouwing mag worden opgericht per bouwperceel aangegeven, onder de voorwaarde dat in voldoende mate in de parkeerbehoefte wordt voorzien op eigen terrein, overeenkomstig de normering in artikel 22.2.2.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is de maximale bouwhoogte van gebouwen aangegeven.
  • d. Gebouwen mogen plat of met een kap, waarvan de dakhelling ligt tussen 15º en 50º, worden afgedekt.
8.2.3 Regels met betrekking tot bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. Bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd worden, met uitzondering van:
    • 1. terreinafscheidingen, welke binnen het gehele bestemmingsvlak mogen worden gebouwd;
    • 2. reclame-uitingen, welke uitsluitend buiten een afstand van 3,00 meter van de bestemmingsgrens mogen worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte mag maximaal 10,00 meter bedragen, met uitzondering van:
    • 1. erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 3,00 meter mag bedragen;
    • 2. reclame-uitingen, waarvan de bouwhoogte buiten het bouwvlak maximaal 5,00 meter mag bedragen.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en werkklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
  • c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Specifieke gebruiksregels van de gronden

Onder verboden gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt ten minste verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:

  • a. parkeervoorziening;
  • b. groenvoorziening.
8.4.2 Specifieke gebruiksregels van de opstallen

Onder verboden gebruik, als bedoeld, in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt ten minste verstaan het gebruik van opstallen voor:

  • a. woondoeleinden;
  • b. detailhandel, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik;
  • c. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  • d. recreatieve doeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik;
  • e. horecadoeleinden, anders dan ondergeschikt aan het toegelaten gebruik;
  • f. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
8.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming 'Sport' wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein – 1', mits:

  • a. de sportactiviteiten geheel zijn komen te vervallen;
  • b. de regels, behorende bij de bestemming 'Bedrijventerrein – 1' onverkort van toepassing zijn op de in het wijzigingsplan opgenomen gronden, met dien verstande dat de aanduiding met betrekking tot de categorisering van bedrijven is weergegeven in de verbeelding van het wijzigingsplan;
  • c. de aangrenzende waarden en belangen niet onevenredig worden aangetast;
  • d. de effecten op de omgeving, zoals de belasting van het milieu en het aantal verkeersbewegingen, per saldo niet zullen toenemen;
  • e. de in het wijzigingsplan opgenomen gronden op een verantwoorde wijze worden ontsloten op de bestaande ontsluitingsstructuur;
  • f. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  • g. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets).