direct naar inhoud van 5.7 Luchtkwaliteit
Plan: Woning Noorderweg 119 A
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0880.BP2010005002-0401

5.7 Luchtkwaliteit

Normstelling en beleid

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer, ook wel Wet luchtkwaliteit (Wlk) genoemd. De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. In de ruimtelijke ordeningspraktijk zijn met name langs wegen de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 5.4 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 5.4 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig vanaf  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   2010  
fijn stof (PM10)1)    jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   2005  
  24-uursgemiddelde concentratie   max. 35 keer per jaar meer dan 50 µg/m³   2005  
  • 1. Bij de beoordeling van fijn stof blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (artikel 5 Wlk en bijbehorende Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007).

Besluit niet in betekenende mate (nibm)

In dit besluit is bepaald in welke gevallen een plan vanwege de (beperkte) gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:

  • een plan heeft een effect van minder dan 1% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10;
  • een plan valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 500 woningen (of nieuwe kantoorlocaties met een brutovloeroppervlak van niet meer dan 33.333 m²) bij één ontsluitingsweg of niet meer dan 1.000 woningen bij twee ontsluitingswegen.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens altijd rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied.

Onderzoek en conclusie

De realisatie van een bedrijfswoning en een schuur behoort tot de aangewezen gevallen van plannen waarvan bekend is dat zij niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie luchtverontreinigende stoffen. Dergelijke plannen hoeven niet te worden getoetst aan de grenswaarden van de Wlk. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse, daarvoor is gebruikgemaakt van de meest recente rapportage luchtkwaliteit van de gemeente2.

Uit dit rapport blijkt dat er in het onderzoeksjaar 2006 in de hele gemeente geen grenswaarden worden overschreden. De hoogst berekende concentratie voor stikstofdioxide is 31,5 µg/m³, voor fijn stof is de hoogst berekende waarde 29,9 µg/m³.

Aangezien direct langs alle omliggende wegen wordt voldaan aan de grenswaarden, zal dit binnen het gehele plangebied ook het geval zijn. De concentraties luchtverontreinigende stoffen worden immers lager naarmate een locatie verder van de wegas ligt. De concentraties liggen d-dermate ver onder de grenswaarden, dat ook een eventuele bijdrage van bedrijven in geen geval zal leiden tot een overschrijding van grenswaarden uit de Wlk.

De Wlk staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg. Het plan voldoet uit het oogpunt van luchtkwaliteit aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.