direct naar inhoud van 4.3 Het plan
Plan: Ruimte voor Ruimte Buntven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0873.HUYBxBP055xMOEDx00-VG01

4.3 Het plan

4.3.1 Programma

Het totale plan bestaat uit een cluster van vijf woningbouwkavels, die gedeeltelijk in het kader van de 'Ruimte voor Ruimte-regeling wordt ontwikkeld. De kavelgrootte varieert tussen de ca. 900 en 1200 m². Het geheel wordt ingevuld met uitsluitend vrijstaande woningen.

4.3.2 Stedenbouwkundig ontwerp

Het stedenbouwkundig ontwerp geeft de ruimtelijke vertaling van het planconcept weer.

De ruim opgezette verkaveling zorgt voor een los, overwegend groen buurtje, dat een zachte overgang vormt naar het buitengebied. Door middel van de inrichting van de openbare ruimte in combinatie met de bouwvolumes wordt een samenspel beoogd waarin het nieuwe woonbuurtje een kleinschalige, zelfstandige identiteit vormt.

Midden in de wegas van de entree van het wooncluster staat een woning. Deze woning representeert de identiteit van het hof naar buiten toe.

afbeelding "i_NL.IMRO.0873.HUYBxBP055xMOEDx00-VG01_0015.png"

Figuur 4.1: Stedenbouwkundig ontwerp

Bouwhoogte plangebied
Vanwege de nabijgelegen molen Johanna is een molenbiotoop van kracht. Deze levert voor de woningbouw beperkingen met betrekking tot de bouwhoogte op. Bij het bepalen van de maximaal toegestane bouwhoogte is rekening gehouden met de hoogtelijnen die volgen uit de methodiek van de molenbiotoopformule, beschreven in paragraaf 5.12. Dit heeft tot gevolg dat hier voor een woningtype is gekozen met een strakke uitstraling. De woningen mogen maximaal twee bouwlagen hoog zijn. De maximale bouwhoogte valt binnen de hoogtebeperking die optreedt als gevolg van de molenbiotoop.

4.3.3 Groenstructuur

Het plangebied ligt aan drie zijden open in het landschap. Voor een goede landschappelijke inpassing is het van belang dat de kavels met beplanting worden ingepast.

4.3.4 Duurzaam watersysteem

De bodemopbouw, GHG en doorlatendheden van de bodem wijzen uit dat deze locatie geschikt is voor infiltratie. Voor de verwerking van het hemelwater afkomstig van de daken en wegverharding wordt derhalve uitgegaan van berging en infiltratie. Onderstaand wordt eerst ingegaan op de benodigde hoeveelheid berging en vervolgens op de wijze waarop dit in het plan is vertaald.

Benodigde berging

Afgaand op het verhard oppervlak binnen het verkavelingsplan is de totaal benodigde waterberging binnen de planlocatie berekend op 210 m3 (zie tabel 4.1). Omdat het uitgeefbare gebied uit grote kavels met een oppervlak van rond de 1.000 m2 bestaat, is het verhardingspercentage van het uitgeefbaar gebied bepaald op 35%.

Tabel 4.1 Oppervlak verharding en benodigde berging

afbeelding "i_NL.IMRO.0873.HUYBxBP055xMOEDx00-VG01_0016.png"

* Omdat het uitgeefbare gebied uit grote kavels met een oppervlak van rond de 1.000 m2
bestaat, is het verhardingspercentage van het uitgeefbaar gebied bepaald op 35%.

Binnen het plangebied is onvoldoende openbare ruimte beschikbaar om al het hemelwater te kunnen bergen. Er is namelijk, ondanks het relatief kleine oppervlak, een interne ontsluitingsweg nodig. Het hemelwater zal deels op de kavels en deels in het openbaar gebied worden geborgen.

Hemelwaterberging op de kavels

Omdat er binnen de openbare ruimte onvoldoende ruimte aanwezig is om een voorziening te realiseren voor hemelwaterberging voor zowel uitgeefbaar als openbaar gebied, wordt het hemelwater dat op de kavels valt, binnen de kavels geborgen en geïnfiltreerd. Hierbij wordt uitgegaan van de T=10 + 10% (=550 m3/ha). Bij grotere neerslag hoeveelheden kunnen de voorzieningen overlopen in de tuin en het openbaar gebied.

Uitgaande van 5 kavels met gelijke grootte komt de benodigde waterberging per kavel uit op circa 20 m3 (= 100 m3 in totaal). Per kavel is gemiddeld 355 m2 verharding aanwezig. De toekomstige kaveleigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop zij dit invullen. Dit zou kunnen door bijvoorbeeld infiltratiekratten of bergende fundering.

Openbaar gebied

Voor de berging van het hemelwater, dat van de ontsluitingsweg afstroomt, is een wadi in het openbaar gebied opgenomen. Deze wadi is op de verbeelding van voorliggend bestemmingsplan vastgelegd met de aanduiding 'waterberging'. Ook zal een deel van het water dat op de kavels valt binnen de wadi's worden geborgen: bij buien groter dan de T=10 + 10% zijn de particuliere waterbergingen volledig gevuld en stroomt een deel van het hemelwater vanuit de kavels af naar het openbaar gebied. In de wadi's wordt het hemelwater geborgen, gezuiverd en geïnfiltreerd. De afvoerwijze van het water richting de wadi's wordt later uitgewerkt. Tijdens een T=100 + 10% is voor de wadi 66 m3 berging nodig. De wadi is gedimensioneerd op 70 m3. Hiermee wordt voorzien in een evenwichtige waterhuishouding.

Sloot

Ten zuiden van de zuidelijke kavels ligt een sloot, die voor de helft op de kavels is gelegen. Deze sloot heeft een afwaterende functie voor met name het oostelijk gelegen gebied. De toekomstige kaveleigenaren zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de zijde van de sloot die op hun perceel is gelegen.

Voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar de 'Notitie waterhuishouding', die is opgenomen als bijlage 10.