Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0858.BPbuitengebied-OH01

Artikel 33 Waarde - Geomorfologie

33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Geomorfologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de aardkundige waarde.
33.2 Bouwregels
33.2.1 Bouwen ten behoeve van de bestemming
Op en in de gronden als bedoeld in artikel 33 lid 1, mogen geen bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.
33.2.2 Afwijken ten behoeve van het bouwen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van artikel 33 lid 2.1 voor het bouwen overeenkomstig een onderliggende enkel bestemming indien:
  1. bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming;
  2. rekening wordt gehouden met de aanwezige waarden zoals bedoeld in artikel 33 lid 1;
  3. vooraf advies is gevraagd aan een onafhankelijke deskundige.
33.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
33.3.1 Werken en werkzaamheden
In het belang van de geomorfologie en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige geomorfologische waarden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: 
  1. aanleggen en/of verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  2. afgraven, ophogen of egaliseren, dan wel ontginnen van gronden;
  3. aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen.
  
33.3.2 Uitzonderingen
Het in artikel 33 lid 3.1  vervatte verbod is niet van toepassing op: 
  1. werken en werkzaamheden welke het normale onderhoud betreffen;
  2. werken en werkzaamheden welke noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;
  3. werken en werkzaamheden welke reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 
33.3.3 Voorwaarden voor verlenen omgevingsvergunning
De in artikel 33 lid 3.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige aardkundige waarden van de gronden.