De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
wegen, straten en pleinen voor in hoofdzaak doorgaand verkeer;
ter plaatse van de aanduiding:
'specifieke vorm van verkeer - fietsenstalling': tevens een fietsenstalling;
'specifieke vorm van verkeer - onverhard': uitsluitend een onverharde weg;
'specifieke vorm van natuur - ecoduct': een ecoduct;
voet- en fietspaden;
parkeervoorzieningen;
groenvoorzieningen;
met daarbij behorende:
bouwwerken;
geluidwerende voorzieningen;
nutsvoorzieningen;
speelvoorzieningen;
evenementen;
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
20.2 Bouwregels
Op de gronden zijn uitsluitend de volgende bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 20 lid 1 omschreven bestemming:
20.2.1 Bouwwerken
bouwwerken die gerekend worden tot de specifieke uitrusting van een weg, mits de bebouwing van geringe afmetingen is en met uitzondering van verkoop en/of afleverpunten voor motorbrandstoffen;
fietsenstallingen, waarbij de bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt;
andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een maximale bouwhoogte van 3 meter;
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - ecoduct' is een ecoduct toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 11 meter.