Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0858.BPbuitengebied-OH01

Artikel 12 Groen - Landschapselement

12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - Landschapselement' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de instandhouding van ter plaatse voorkomende waardevolle beplanting, groenvoorzieningen en natuur- en landschapswaarden;
  2. water; 
  3. extensieve dagrecreatie;
  4. hobbymatig agrarisch gebruik; 
  5. verblijfsrecreatie ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
  6. een dagverblijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - dagrecreatie';
met de daarbij behorende:
  1. voet-, fiets-, en zandpaden;
  2. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  3. gebouwen;
  4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Bouwwerken
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 12 lid 1 omschreven bestemming, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende bepalingen:  
  1. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1,5 meter waarbij het bouwwerk een transparantie heeft van minimaal 75%.
 
12.2.2 Bebouwing ten behoeve van dagrecreatie en verblijfsrecreatie
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - dagrecreatie' of  'verblijfsrecreatie' is een gebouw toegestaan waarbij geldt dat:
  1. de goothoogte mag niet meer bedragen dan aangeduid op de verbeelding;
  2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan aangeduid op de verbeelding;
  3. het oppervlak mag niet meer bedragen dan aangeduid op de verbeelding.
12.2.3 Hulpgebouwen
Voor het bouwen van hulpgebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'hulpgebouw - 76' geldt dat:
    1. de goothoogte van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid;
    2. de bouwhoogte van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid;
    3. het oppervlak van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid;
  2. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'hulpgebouw - 98' geldt dat:
    1. de goothoogte van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid dan wel maximaal 2,5 meter indien geen aanduiding is opgenomen;
    2. de bouwhoogte van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid dan wel maximaal 3 meter indien geen aanduiding is opgenomen;
    3. het oppervlak van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid dan wel maximaal 30 m2 indien geen aanduiding is opgenomen;
  3. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'hulpgebouw' geldt dat:
    1. de goothoogte van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid;
    2. de bouwhoogte van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid;
    3. het oppervlak van het hulpgebouw niet meer mag bedragen dan op de verbeelding aangeduid.
12.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12 lid 2.1 ten einde een observatietoren toe te staan, onder voorwaarden dat:
  1. het maximale oppervlak per bouwwerk niet meer bedraagt dan 25 m2
  2. de maximale bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3,5 meter.
 
12.4 Specifieke gebruiksregels
12.4.1 Permanente bewoning
Onverminderd het bepaalde in artikel 12 lid 1 is het gebruik van recreatie woningen, stacaravans of andere voorzieningen voor recreatief verblijf als permanent verblijf in strijd met het plan.