Plan: | Buitengebied Landgoederenzone Bredaseweg, 1e herziening (tophockeycomplex) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2011029-e001 |
Bij het beoordelen van (binnen het plangebied of elders gelegen) de bedrijven welke invloed hebben op het plangebied, is gebruik gemaakt de VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering. De VNG brochure is een richtlijn en vormt geen wettelijk kader. Er is voor deze richtlijn gekozen omdat er verder geen goede andere richtlijnen of kaders voorhanden zijn om milieuzonering goed in ruimtelijke plannen af te wegen. In de VNG-uitgave staan richtafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar die gebaseerd zijn op een “gemiddeld” modern bedrijf. Deze richtafstanden zijn als bijlage bij dit bestemmingsplan opgenomen (zie de bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten) en gelden vanaf de perceelsgrens (of de opslagvoorziening of installatie) tot aan de gevel van woningen in een ´rustige woonwijk´. Indien het bedrijf afwijkt door grootte, technische voorzieningen et cetera is het mogelijk om gemotiveerd af te wijken van de (indicatieve) afstanden.
De ontwikkeling betreft een sportcomplex waar naast sport ook ruimte is voor naschoolse opvang en dienstverlening zoals fysiotherapie en dergelijke. De voormalige woningen aan de Zwartvenseweg 418 en 420 zijn meegenomen in de planontwikkeling en vormen een onderdeel van het sportcomplex. Deze percelen worden niet (meer) bestemd als geluidgevoelig object.
Alle bedrijven binnen het plangebied en bedrijven in de omgeving van het plangebied, waarvan de indicatieve milieucontouren over het plangebied liggen, zijn geïnventariseerd.
In de omgeving liggen alleen agrarische bedrijven die van invloed zijn op het plangebied. De overweging hiervoor wordt gemaakt in paragraaf 5.7.2. Andere activiteiten in de omgeving liggen op voldoende afstand om geen belemmering te vormen voor de ontwikkeling.
Voor de impact van het sportcomplex op de omgeving geldt dat zowel de gevoelige functies (naschoolse opvang en dienstverlening) als het sportcomplex een milieubelasting naar gevoelige objecten in de omgeving vormen. Voor het complex geldt een richtafstand van 50 meter voor geluid en de opmerking dat er sprake kan zijn van lichthinder. De geluidbelastende activiteiten komen met de ontwikkeling op kortere afstand van de woningen aan de Zwartvenseweg 418 en 420 te liggen. Deze woningen zijn daarom als niet geluidgevoelig in de planontwikkeling meegenomen.
De woning aan de Bredaseweg 453 blijft wel gehandhaafd. De afstand van de inrichting tot op deze woning verandert niet. De uitbreiding van de ontwikkeling vindt plaats aan de andere kant van het plangebied. Daarmee verandert de milieubelasting ten aanzien van de sportvelden op de woning niet. Omdat deze situatie al bestaand is, wordt ervan uitgegaan dat ten aanzien van (stem)geluid (zie ook paragraaf 5.5.1) en lichthinder wordt voldaan aan de normen. De woning ondervindt alleen de gevolgen van een toename van het aantal bezoekers over de Zwartvenseweg waardoor de geluidbelasting van het wegverkeerslawaai verandert. Dit is nader onderbouwd in paragraaf 5.5.1.
De conclusie is dat de omgeving geen belemmeringen oplevert voor de ontwikkeling en dat de ontwikkeling voor wat betreft milieuhinder inpasbaar is in de omgeving.