Plan: | Noordoosttangent 2009 II |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2009017-e001 |
De belangrijkste wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit is de Wet luchtkwaliteit. Deze is op 15 november 2007 in werking getreden. Met de 'Wet luchtkwaliteit' wordt de wijziging van de Wet milieubeheer op het gebied van luchtkwaliteitseisen (Hoofdstuk 5 titel 2 Wm, Stb. 2007, 414) bedoeld. De 'Wet luchtkwaliteit' vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. De kern van de 'Wet luchtkwaliteit' bestaat uit de (Europese) luchtkwaliteitseisen. Verder bevat zij basisverplichtingen op grond van de richtlijnen, namelijk: plannen, maatregelen, het beoordelen van luchtkwaliteit, verslaglegging en rapportage. De wet voorziet in het zogenaamde Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).
Het doel van de Wet luchtkwaliteit is het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging. Het besluit is primair gericht op het voorkomen van effecten op de gezondheid van mensen. De grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM10), lood, koolmonoxide en benzeen geven het kwaliteitsniveau van de buitenlucht aan, dat op een gegeven tijdstip moet zijn bereikt en waar het juiste kwaliteitsniveau al aanwezig is, zoveel mogelijk in stand gehouden moet worden.
Sinds 2002 wordt er door de gemeente Tilburg jaarlijks over de luchtkwaliteit gerapporteerd. Hierbij wordt de luchtkwaliteit van het voorbije jaar vergeleken met de normwaarden uit het Besluit Luchtkwaliteit. Uit de rapportages is gebleken dat de luchtkwaliteit voor het overgrote deel bepaald wordt door emissie van het wegverkeer. Verder is gebleken dat de normwaarden de afgelopen jaren alleen voor fijn stof en stikstofdioxide overschreden worden.
Naar aanleiding van de rapportages en de daarin geconstateerde knelpunten, is in december 2004 door de raad een plan vastgesteld om de luchtkwaliteit langs de gemeentelijke hoofdwegen te verbeteren ("Luchtkwaliteitplan gemeente Tilburg 2005-2010). Dit is plan is in 2008 geactualiseerd.
De maatregelen zijn zowel gericht op het verminderen van de concentraties NO2 en concentraties PM10. Doel van het plan is dat in 2010 in de gehele stad, na uitvoering van het maatregelenpakket, aan de normwaarden uit het Besluit luchtkwaliteit voldaan wordt. Onderdeel van het plan is een monitoringsysteem om tijdig te signaleren of het effect van de maatregelen voldoende is. Mocht dit niet het geval zijn worden extra maatregelen genomen. Genomen maatregelen zijn onder andere het instellen van een milieuzone de binnenstad en het stellen van emissie-eisen aan de openbaar vervoer bussen.
De problematiek van de luchtkwaliteit in de gemeente Tilburg spitst zich toe op de stoffen fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). NO2 wordt voornamelijk veroorzaakt door snelrijdend verkeer en leidt met name langs snelwegen en drukke verkeerswegen tot verhoogde NO2-concentraties. Daarnaast produceert verkeer in stedelijk gebied veel fijn stof (PM10). Dieselverkeer (vrachtwagens en bussen) zorgen voor de grootste bijdrage. Andere luchtverontreinigende bronnen in Tilburg zijn industrie, scheepvaart en huishoudens..
De belangrijkste knelpunten met overschrijding van de grenswaarde van stikstofdioxide en fijn stof zijn gelegen op de hoofdwegen van Tilburg in het centrum en met name de Ringbaan West en Oost.
De belangrijkste wet- en regelgeving is vastgelegd in titel 5.2 luchtkwaliteiteisen van de Wet milieubeheer , ook wel de wet luchtkwaliteit genoemd. In deze regelgeving zijn grenswaarden en plandrempels opgenomen waaraan getoetst moet worden. De betreffende grenswaarden en plandrempels zijn in onderstaande tabel weergegeven.
Wanneer een plandrempelwaarde wordt overschreden dient het bevoegd gezag een plan van aanpak te maken zodat in per 1 januari 2010 (ingangsdatum grenswaarde NO2) aan de grenswaarde wordt voldaan.
Door ingenieursbureau Oranjewoud is een luchtkwaliteitonderzoek (projectnummer 188339, dd 10 april 2009) verricht naar de verdubbeling van de Noordoosttangent.
Onderzocht is of de verdubbeling van de Noordoosttangent voldoet aan de eisen zoals gesteld in titel 5.2 luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer. Hierbij is gebruik gemaakt van het rekenprogramma Pluim Snelweg 1.3 en het rekenprogramma Car II, versie 7.01. In het onderzoek is gebruik gemaakt van de emissiefactoren en achtergrondconcentraties zoals deze in april 2008 door het MNP bekend zijn gemaakt.
Voor luchtkwaliteit zijn in het algemeen de stoffen NO2 (stikstofdioxide) en fijn stof (PM10) maatgevend omdat de achtergrondconcentraties van deze stoffen de grenswaarden reeds benaderen en soms overschrijden. Voor de stoffen zwaveldioxide, lood, koolmonoxide en benzeen zijn ook grenswaarden opgenomen in de Wet milieubeheer. Deze stoffen zijn in dit onderzoek niet specifiek onderzocht. De reden hiervoor is dat uit reeds uitgevoerde luchtkwaliteitonderzoeken (TNO-MEP rapport R2004/582) alsmede uit de memorie van toelichting van het wijzingsvoorstel Wm (kamerstuk 30489,2006) blijkt dat de grenswaarden van deze stoffen nu niet en naar verwachting ook niet in de toekomst worden overschreden.
In het onderzoek zijn de volgende jaren beschouwd:
De beschouwde jaren geven voldoende juridische onderbouwing om een uitspraak te kunnen doen over de luchtkwaliteit in de bestemmingsplanperiode. Het onderzoek is uitgevoerd conform de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007.
De te onderzoeken wegvakken zijn gekozen op basis van een selectie. Wegvakken zijn geselecteerd op basis van de volgende criteria;
Het betreft de volgende wegvakken;
Resultaten onderzoek
Uit het onderzoek blijkt dat de verdubbeling van de Noordoosttangent nergens leidt tot overschrijding van de grenswaarden zoals gesteld in bijlage 2 van de Wet milieubeheer. Er wordt voldaan aan artikel 5.16 lid1 sub a van de Wet milieubeheer. Voor verdere gegevens wordt verwezen naar het betreffende onderzoek.