Plan: | Klaverwei II |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0844.PB2005Klaverwei-OH01 |
In opdracht van Novaform Vastgoedontwikkelaars heeft AGEL adviseurs een zogenaamde Quick scan Flora en Fauna verricht binnen het projectgebied. De resultaten uit het onderzoek zijn vastgelegd in de rapportage “Klaverwei” te Wijbosch', met kenmerk 20080098 definitief 02, d.d. 17 maart 2010. Deze rapportage is als separate bijlage toegevoegd aan dit projectbesluit.
Gebiedsbescherming
Het projectgebied ligt niet in de nabijheid van gebieden die zijn aangewezen in het kader van de natuurbeschermingswet 1998. Het dichtstbijzijnde beschermde gebied ligt op een afstand van tenminste 12 kilometer ten westen van het projectgebied en betreft het Natura 2000-gebied “Natura 2000-gebied 'Kampina & Oisterwijkse Vennen”. Het Natura2000 gebied betreft een Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn. Aangezien de beoogde plannen geen directe relatie heeft met het natuurgebied zijn negatieve effecten uit te sluiten. Het projectgebied maakt geen onderdeel uit van een natuurgebied- en/of beheersgebiedplan van de provinciale Ecologische Hoofdstructuur. Aangezien de beoogde plannen geen directe relatie hebben met een gebied dat is aangewezen als EHS zijn negatieve effecten uit te sluiten.
Soortenbescherming
Op basis van deze quickscan wordt geconstateerd dat het onderzoeksgebied een potentiële habitat biedt voor een aantal (algemene) beschermde soorten en enkele soorten zoogdieren die zijn vermeld in categorie 1. Deze soorten zijn niet beschermd in het kader van de Flora- en Faunawet of er geldt een algemene vrijstelling van art. 8 t/m 12 bij ruimtelijke ingrepen. Een ontheffing op grond van de Flora- en Faunawet is derhalve niet noodzakelijk.
In de Flora- en Faunawet is een zorgplicht opgenomen. Dit houdt in dat voorafgaand aan de ingreep alle maatregelen dienen te worden getroffen om nadelige gevolgen op flora en fauna voor zover mogelijk te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken. Deze zorgplicht geldt altijd en voor alle soorten, ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend.
Zoogdieren
Er zijn geen zoogdieren aangetroffen. Verwacht wordt dat enkele algemene voorkomende beschermde zoogdiersoorten zoals de mol, konijn, egel en diverse muissoorten voorkomen binnen de onderzoekslocatie. Omdat het hier gaat om zoogdiersoorten die in grote delen van Nederland en Brabant algemeen zijn, doet het verdwijnen van leefgebied in het projectgebied geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van regionale of landelijke populaties. Ontheffing van de Flora- en faunawet (categorie 1) en/of compensatie is daarom niet noodzakelijk.
Vleermuizen
Het projectgebied maakt zeer waarschijnlijk deel uit van een foerageergebied voor vleermuizen. Het projectgebied blijft deze functie behouden tijdens en na de ingreep, maar neemt door de ingreep in kwaliteit af. Negatieve effecten op populatieniveau zijn door het verloren gaan van de open ruimte en aanvliegroutes overigens ook niet te verwachten. Opgemerkt dient te worden dat uit jurisprudentie blijkt dat een foerageergebied, als zodanig, niet beschermd is.
In het projectgebied wordt bebouwing gesloopt. Tijdens het veldbezoek is daarom aandacht besteedt aan het voorkomen van bewoningssporen van vleermuizen. Hierbij zijn echter geen indicatoren aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van vleermuizen. Op basis van deze bevindingen wordt dan ook verwacht dat hier geen vleermuizen aanwezig zijn. De Flora en Faunawet (artikel 9, 10 en 11) verbiedt onder andere het opzettelijk doden, verwonden, vangen en verontrusten van beschermde diersoorten en het beschadigen, vernielen, uithalen, weg te nemen of verstoren van vaste rust- of verblijfplaatsen. Om die reden wordt aanbevolen dat bij de planning en uitvoering van de sloop rekening gehouden wordt met de mogelijke aanwezigheid van vleermuizen voor het geval bij de aanvang van de sloopwerkzaamheden mocht blijken dat zich onverhoopt toch vleermuizen hier gevestigd hebben.
Voorafgaande aan de sloop kunnen de panden onaantrekkelijk gemaakt worden als verblijfplaats. Het onaantrekkelijk maken kan worden bewerkstelligd door het verwijderen van ramen en deuren, waardoor tocht optreedt. Slopen door te strippen verdient sterk de voorkeur. Indien tijdens het slopen vleermuizen worden aangetroffen, dient sloopwerk op deze plek tijdelijk stilgelegd te worden en dient formeel alsnog een ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet te worden aangevraagd. Daarnaast dient een vleermuisdeskundige ingeschakeld te worden die de gevonden dieren op kan vangen en elders kan vrijlaten.
Vogels
In de omgeving van het plangebied zijn de volgende soorten aangetroffen:
Alle vogels zijn beschermd in het kader van de Vogelrichtlijn en de Flora- en Faunawet. Met broedvogels kan in het algemeen relatief eenvoudig rekening worden gehouden door eventuele kap- en sloopwerkzaamheden niet uit te voeren in de broedtijd (circa maart tot en met juli) indien concreet broedgevallen aanwezig zijn. Op deze wijze zijn geen belemmeringen vanuit de Flora- en Faunawet aan de orde.
Algemene Soorten
Uit de inventarisatie van de overige soortgroepen (vissen, ongewervelde, amfibieën en reptielen), binnen het projectgebied is naar voren gekomen dat verder geen sprake is van beschermde diersoorten. Het mogelijk aantasten van bijzondere overige soorten is dan ook niet aan de orde.
Flora
Het plangebied bestaat grotendeels uit verharding en intensief beheerd grasland. Door het beheer kunnen zeldzame soorten zich hier niet handhaven. Strikt beschermde (vaat)planten worden dan ook niet binnen het plangebied verwacht. Aangeplante of gezaaide exemplaren van beschermde soorten zijn niet beschermd in de Flora- en faunawet, omdat het geen natuurlijke groeiplaatsen betreft, met uitzondering van soorten die van nature in Nederland voorkomen en elders zijn uitgezet en zich met succes weten te handhaven en vermeerderen.