direct naar inhoud van 2.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Klaverwei II
Status: onherroepelijk
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0844.PB2005Klaverwei-OH01

2.3 Gemeentelijk beleid

2.3.1 Dorpsontwikkelingsplan Wijbosch

Aanleiding tot het opstellen van het Dorpontwikkelingsplan Wijbosch is het verdwijnen van de drukke doorgaande provinciale route (de Eerdsebaan) midden door Wijbosch. Het doorgaande verkeer zal via een nieuwe route buiten het dorp worden omgeleid. Hiermee ontstaat voor de kern Wijbosch een nieuwe situatie met nieuwe kansen.

Het Dorpontwikkelingsplan Wijbosch beschrijft verscheidene initiatieven, ontwikkelingen en specifieke problemen. Deze aspecten hebben allemaal betrekking op de 'leefbaarheid'. Door deze afzonderlijke zaken in samenhang te beschouwen, kan een meerwaarde worden gevonden omdat de projecten elkaar kunnen versterken. Binnen het Dorpsontwikkelingsplan Wijbosch wordt de ontwikkeling van Klaverwei II specifiek benoemd, waarbij wordt aangegeven dat het hier een flink aantal nieuw te realiseren woningen betreft. Figuur 8 toont de verschillende initiatieven, welke binnen het Dorpontwikkelingsplan Wijbosch worden benoemd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0844.PB2005Klaverwei-OH01_0008.jpg"

Figuur 8, initiatieven benoemd binnen het Dorpontwikkelingsplan Wijbosch.

Binnen het Dorpontwikkelingsplan Wijbosch is het Integraal dorpsontwikkelingsplan (IDOP) beschreven. Het IDOP wordt hier aangewezen als de geschikte planfiguur om de dorpsproblematiek van Wijbosch op een passende wijze te benaderen. Het IDOP schetst een toekomstbeeld voor een periode van 10 jaar waarbij ruimtelijke, economische en maatschappelijke thema's aan de orde komen.

Binnen het IDOP wordt nader ingegaan op de beleid ten aanzien van wonen. Hierbij wordt aangegeven dat voor Schijndel, als geheel, in de 'Bevolkings- en woningbouwbehoefteprognose Noord-Brabant, Actualisering 2002' in de periode tot 2014 uitgegaan wordt van een toename van de woningvoorraad met 1140 woningen. Voor de kern Wijbosch zou dit resulteren in bijna 60 woningen voor de komende 10 jaar.

Vanuit het beleid worden de volgende prioriteiten gesteld:

  • voldoende mogelijkheden voor starters;
  • voldoende mogelijkheden voor woonvormen in combinatie met zorg;
  • meer variatie in de woningvoorraad, zowel in de koop- als in de huursector met als doel om de doorstroming te bevorderen.

Daarnaast worden de volgende algemene uitgangspunten gesteld:

  • bouwen in de schaal en het karakter van het (Brabantse) dorp;
  • bouwen voor mensen die sociaal en/of economisch gebonden zijn.

Bij het theoretisch aantal van 60 woningen voor Wijbosch in de periode tot 2014 worden binnen het IDOP de volgende kanttekeningen geplaatst:

  • De geplande woon-service-zone in Wijbosch rond St. Barbara betekent een extra taak voor zorgwoningen met heel Schijdel Zuid als invloedsgebied. Specifieke ouderenwoningen ontbreken op dit moment en moeten worden gerealiseerd.
  • De ontwikkeling van de woon-service-zone in Wijbosch mag niet leiden tot een vergrijsd Wijbosch. Een evenwichtige bevolkingsopbouw is gewenst, bouwen voor ouderen impliceert daarmee ook bouwen voor niet-senioren.
  • In de afgelopen jaren is in Wijbosch een achterstand voor bepaalde doelgroepen ontstaan die versneld moet worden ingelopen. Starterswoningen ontbreken op dit moment. De doorstroming is onvoldoende.
  • De geplande woningbouw voor Schijndel als geheel blijft achter ten opzichte van de prognoses.
  • De leefbaarheidsproblematiek, in het kader van de reconstructie en het provinciaal beleid, vraagt nieuwe prioriteiten en bepaling van aantallen.
  • Woningaantallen kunnen worden bepaald vanuit een sociale behoefte in combinatie met een afweging in relatie tot de ruimtelijke kwaliteit. Dit betekent dat een groter aantal dan 60 woningen uitgangspunt moet zijn voor de periode tot 2014 in Wijbosch voor wat betreft de bouwproductie.
  • Hierbij dient opgemerkt te worden dat in de periode tussen 2006 en 2010 de geplande woningbouw voor Wijbosch vrijwel heeft stilgestaan. Hierdoor is de behoefte aan nieuwbouw verder toegenomen.

Het IDOP gaat vervolgens nader in op de ontwikkelingsmogelijkheden voor de kern Wijbosch.Ten aanzien van de ontwikkeling wordt gesteld met deze ontwikkeling de kern aan deze zijde wordt afgerond waarbij het behoud van het groene karakter van de Broekkant als uitgangspunt geldt. Bovendien worden nieuwe routemogelijkheden vanuit de kern naar het buitengebied als randvoorwaarden genoemd. Tenslotte dient de bestaande bebouwing aan de Veghelsedijk de sfeer van bestaande lintbebouwing uit te stralen.

2.3.2 Woonvisie Schijndel

In april 2009 is de `Woonvisie Schijndel` door de gemeenteraad vastgesteld voor de gemeente Schijndel. Deze woonvisie betekent een actualisering van de woonvisie uit 2004, waarbij is geanticipeerd op de veranderende omstandigheden in de woningmarkt, nieuwe inzichten en actuele besluitvorming. De woonvisie geeft een beeld van de toekomstige ontwikkelingen op de woningmarkt in Schijndel, en biedt een beleidskader waarbinnen afwegingen over wonen kunnen plaatsvinden. Met de vaststelling van de woonvisie worden derhalve strategische keuzes gemaakt, die van invloed kunnen zijn op andere beleidsvelden dan wonen.

De woonvisie beoogt op de langere termijn maatschappelijk effect op de woningmarkt waarbij de gemeente streeft naar een gevarieerd woningaanbod in verschillende prijsklassen. Door de strategische visie in verbinding te brengen met de voorziene ontwikkelingen zijn ambities voor het wonen geformuleerd waar de gemeente Schijndel haar inspanningen op wil richten. Te weten:

  • Schijndel wil in de eerste plaats een aantrekkelijke woongemeente zijn voor mensen die sociaal en/of economisch gebonden zijn aan het dorp. Voor de woningbouw betekent dit dat de gemeente kiest voor bouwplannen die passen bij de schaal en het karakter van het dorp en die aansluiten bij de woonwensen van de inwoners. Ook in het beleid voor de bestaande voorraad staan de behoeften van mensen met een sociale en/of economische binding centraal.
  • In het buitengebied blijven landbouw, natuur en recreatie de belangrijkste functies. Bij het beëindigen van agrarische bedrijven is het onder voorwaarden mogelijk om extra woningen te bouwen op het erf of om boerderijen te splitsen.
  • De gemeente gaat sturen op een grotere variatie in de woningvoorraad van de gemeente Schijndel. Dit geldt voor de huur- en de koopsector.
  • In 2020 moeten er voldoende woonmogelijkheden zijn voor starters en huishoudens die op zoek zijn naar een woonvorm in combinatie met zorg. Om dit te bereiken houden deze twee groepen de komende jaren extra aandacht in het woonbeleid van de gemeente Schijndel.
  • De gemeente stimuleert initiatieven, die bijdragen aan de woonwensen van de individuele woonconsument, en stuurt waar het kan aan op een vraaggericht aanbod in plaats van op een aanbodgerichte vraag.
  • De gemeente stimuleert initiatieven, die bijdragen aan duurzame woningbouw, en zal aanvullend op de wettelijke vereisten beleid ontwikkelen om duurzame woningbouw te bevorderen.
  • Het tempo in de bouwproductie zal de komende jaren omhoog gaan door relatief grote en kansrijke woningbouwprojecten voorrang te geven, zodat de gemeente Schijndel de gestreefde aantallen nieuwbouwwoningen kan realiseren. De gemeente verleent met voorrang haar medewerking aan bouwplannen die woningtypen toevoegen aan de Schijndelse woningvoorraad waar de meeste behoefte aan bestaat. Hiermee kan de doorstroming in de bestaande woningvoorraad toenemen.
  • Om goedkope woningen in de toekomst te behouden voor de doelgroep worden deze woningen onder beperkende voorwaarden verkocht. Het ligt voor de hand dat deze woningen door een toegelaten instelling worden gebouwd of verkocht.

Het aantal en gewenste type woningen worden concreet weergegeven in een woningbouwprogramma. Dit programma is deels een vertaling van wat in de praktijk gebeurt en deels een streefbeeld op basis waarvan projecten op inhoud gestuurd of gestimuleerd worden. Hiermee vormt het woningbouwprogramma een uitvoeringsprogramma, dat gestalte geeft aan de ambities van de woonvisie.

De uitgangspunten uit de woonvisie kunnen als volgt worden samengevat:

  • Gemiddeld 138 nieuwe woningen per jaar tot 2020;
  • Woningbouwprogramma: toevoegen wat ontbreekt;
  • Verdeling: 35% goedkoop, 40% middelduur, 25% duur;
  • 10 % van de goedkope categorie: < € 200.000,- (prijspeil 2009);
  • Nieuwe projecten: goedkope en middeldure koop-, en duurdere huurwoningen;
  • Projecten in en nabij het centrumgebied zijn geschikt voor senioren en starters.

De 'Woonvisie Schijndel' geeft eveneens verdere invulling aan de Ruimte voor Ruimte regeling. Hierin wordt gesteld dat een groot deel van het grondgebied van de gemeente Schijndel behoort tot het buitengebied. In het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Schijndel is vastgelegd dat, ten aanzien van de woonfunctie in het buitengebied een terughoudend beleid wordt gevoerd. Dit betekent dat er beperkte mogelijkheden voor de uitbreiding van het woningbestand in het buitengebied zijn. Ook de vergroting van bestaande woningen is beperkt. Alleen oorspronkelijke boerderijen mogen een woonfunctie krijgen. Voor de boerderijen die hun agrarische functie verliezen is extra woningbouw (bijvoorbeeld op de plaats van de stal) alleen onder stringente voorwaarden mogelijk. Ook de Provincie Noord-Brabant wil de verstening van het buitengebied terugdringen. De Provincie Noord-Brabant wil spreiding van de woonbebouwing zoveel mogelijk tegengaan en het wonen zoveel mogelijk concentreren in kernen.

Een uitzondering op bovenstaande regelgeving is de ‘ruimte voor ruimte’ regeling van de provincie Brabant. In het kader van het bestuursakkoord werkt de gemeente Schijndel mee aan het realiseren van incidentele woningen aan de rand van de bebouwde kom. Binnen het voorliggend plan is dan ook spaken van één 'Ruimte voor Ruimte woning', welke is gelegen aan de rand van de bebouwde kom van de kern Wijbosch.

2.3.3 Woningbouwprogramma 2010

Het jaarlijkse woningbouwprogramma is bedoeld om inzicht te geven in hoeverre de bouwopgave vanuit de Woonvisie 2009 wordt gerealiseerd en ten aanzien van welke aspecten moet worden bijgestuurd. Het geeft de stand van zaken weer van wat er het afgelopen jaar aan woningbouwplannen is gerealiseerd en bevat een overzicht van de plannen voor de komende jaren.

Het woningbouwprogramma 2010 geeft een overzicht van de woningbouwprojecten voor zover deze gegevens reeds bekend zijn. Afhankelijk van het project ligt dit meer of minder vast. Veel projecten zijn nog in ontwikkeling en kunnen nog wijzigingen ondergaan. Wel geeft het programma een beeld van de richting waarin de bouwplannen, in zijn totaliteit, zich ontwikkelen. Hieruit moet blijken of bijsturing noodzakelijk is en in welke richting deze bijsturing moet plaatsvinden.

Mede door de financiële crisis en de gevolgen daarvan voor de woningmarkt is de aandacht bij nieuwbouw voor de verschillende aspecten van het woningbouwprogramma enigszins verschoven ten opzicht van voorgaande jaren. Met name de daadwerkelijke bouw en de verkoopmogelijkheden van woningen zijn belangrijker geworden. Of er ook veranderingen zijn voor huurwoningen is niet onderzocht.

Binnen het woningbouwprogramma 2010 is geïnventariseerd in welke mate de taakstelling van de Woonvisie 2009 in het jaar 2009 is gerealiseerd en in welke mate de plannen, die inmiddels door besluitvorming bestuurlijk hard zijn of in ontwikkeling zijn, bijdragen aan die taakstelling. Deze gegevens zijn in de onderstaande afbeelding (figuur 9) opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0844.PB2005Klaverwei-OH01_0009.jpg"

Figuur 9, inventarisatie bouwplannen 2009.

Op basis van deze inventarisatie wordt geconcludeerd dat het totaal gerealiseerde woningen in 2009 en de geplande woningbouw tot 2020 in de lijn van de taakstelling vanuit de Woonvisie liggen. Wel wordt opgemerkt dat de ontwikkeling van woningen in de categorie middelduur en goedkoop om extra aandacht vraagt. Deze ontwikkeling blijft immers achter bij de geformuleerde doelstellingen.

Op basis van de analyse, zoals deze wordt verwoord in het woningbouwprogramma 2010, wordt geconcludeerd dat er de komende jaren meer gebouwd wordt waarbij gestuurd moet worden op:

  • Nieuwe plannen zullen zich vooral moeten richten op middeldure (€ 230.000,- tot € 330.000,-) en goedkope woningen onder € 180.000,-;
  • Liggende plannen in de categorie goedkoop < € 230.000,- kunnen mogelijk bijgesteld worden naar goedkoop < € 180.000,- en middelduur;
  • Liggende plannen in de categorie duur kunnen mogelijk bijgesteld worden naar middelduur.

Voor wat betreft de mogelijkheden van een gemeente om te sturen op ontwikkelingen spelen een aantal aspecten een rol. De gemeente Schijndel heeft zelf weinig grond in eigendom en voert geen actieve grondpolitiek. Naast type en prijsklasse van woningen zijn binnen de planvorming tot woningbouw stedenbouwkundige, planologische en financiële aspecten van groot belang. Schijndel heeft vooral inbreidingsplannen te realiseren, die zijn duurder dan uitbreidingsplannen buiten de bebouwde kom. Wetgeving en beleid op het gebied van onder meer milieu, geluid, water en verkeer hebben ook hun invloed op de planvorming. Een brede afweging van alle van belang zijnde aspecten bepaalt uiteindelijk de uitkomst van de planvorming.

Bijstellingen van prijsklassen en typen woningen moeten binnen bovenstaande context afgedwongen worden en kunnen niet zonder meer opgelegd worden. Bij de plannen waar reeds realisatieovereenkomsten zijn getekend, kan alleen in onderling overleg tot bijstelling gekomen worden. Bij de uiteindelijke plannen van het afgelopen jaar is al gebleken dat de moeilijkere verkoopbaarheid van bepaalde woningen heeft geleid tot bijstelling van de plannen naar meer kleinere betaalbare woningen op verzoek van de planontwikkelaars. Ontwikkelingen op de woningmarkt leiden dus ook tot planbijstellingen.

Opgemerkt dient te worden dat binnen de nu bekende plannen voor de komende jaren bijstellingen kunnen plaatsvinden. De particuliere plannen voor naar schatting 95 woningen (7% van het totaal aantal woningen), die veelal in het buitengebied liggen en tweekappers dan wel vrijstaande woningen betreffen, vallen naar verwachting altijd in de dure categorie. De gemeente heeft geen invloed op de prijsklasse van deze woningen en kan daarop niet sturen.

Voor de planontwikkeling wordt ruimte geboden voor overplanning. In het stadium van goedkeuring van bestemmingsplannen, gaat de provincie uit van een acceptabele overcapaciteit van 10% over een periode van 10 jaar. Dit betekent dat tot en met 2020 ongeveer 1.500 woningen kunnen worden gerealiseerd. Op dit moment is er geen overcapaciteit aan plannen voor de periode tot 2020.

Tenslotte geeft het woningbouwprogramma een overzicht van reeds bekende ontwikkelingen, welke binnen deze prognose zijn meegenomen. Hierin is de ontwikkeling van het voorliggend projectgebied eveneens benoemd.

Hierbij wordt aangegeven dat binnen de ontwikkeling van de buurt Klaverwei II 70 nieuwbouwwoningen worden voorzien. Hiervan worden 24 woningen binnen het goedkope segment, 28 woningen binnen het middeldure segment en 18 woningen binnen het dure segment gerealiseerd.

2.3.4 Gebiedsvisie Schijndel

De 'Gebiedsvisie Schijndel' is op 19 juli 2007 door de Gemeenteraad van Schijndel vastgesteld. De Gebiedsvisie Schijndel beschrijft de algemene typering van het buitengebied en de hoofdlijnen ten aanzien van het beleidskader van de gebiedsvisie. Vervolgens wordt het specifieke beleid ten aanzien van de benoemde bebouwingconcentraties binnen de gemeente Schijndel beschreven.

Bij veranderingen van het platteland is het behoud en de versterking van de ruimtelijke kwaliteit het uitgangspunt. Het platteland vormt de identiteit en aantrekkingskracht van Schijndel en is voor diverse economische functies belangrijk, zoals recreatie, dienstverlenende functies en wonen. De gebiedsvisie stelt echter dat de ruimtelijke kwaliteit alleen wordt behaald als nieuwe economische activiteiten mogelijk zijn als financiële drager van de te ontwikkelen kwaliteit.

In de gebiedsvisie is voor wat betreft het bebouwingslint Broekkant-Veghelsedijk bepaald dat het hier een overgangszone van dorp en platteland vormt. Een groene buffer, langs een gedeelte van de Broekkant, draagt bij aan het beleefbaar maken van de overgang van kernrandzone naar landelijk gebied. Het versterken van een landelijke en groene aankleding van de bebouwing bevordert de landelijke karakteristiek van het bebouwingslint.

Het plan voorziet in het aanvullen van het bebouwingslint aan de Broekkant waarbij is gekozen voor een ruimere en meer landelijke verkavelingsopzet ten opzichte van het stedelijk gebied. Hierbij is aan de Broekkant nadrukkelijk gekozen voor een groene invulling (buffer) in de vorm van openbaar groen en tuinen. Hiermee wordt de beleefbare en groene overgang tussen het stedelijk en het landelijk gebied versterkt. Tenslotte maakt het voorliggend plan het mogelijk bestaande boerderijen te behouden door deze de mogelijkheid tot woningsplitsing toe te kennen. Door het behoud en versterken van dit bebouwingslint ontstaat een vloeiende overgang van de kern van Wijbosch naar het buitengebied.

2.3.5 Welstandsnota

Sinds 1 juli 2004 is het voor elke gemeente verplicht een welstandsnota te hebben, waarin is vastgelegd hoe omgesprongen moet worden met het beeldkwaliteitskader in de gemeente. De welstandsnota van de gemeente Schijndel is door de gemeenteraad vastgesteld in mei 2004.

Via analyses is een inventarisatie gemaakt van de bestaande bebouwing in de bebouwde kom en het buitengebied. De in stedebouwkundig en architectonisch opzicht samenhangende gebieden met dezelfde kenmerken zijn hiervoor samengebracht op een zogenaamde bouwstenenkaart.

Vervolgens zijn aan deze bouwstenenkaart de gebiedscriteria verbonden voor de “grotere bouwplannen” en de sneltoetscriteria voor kleinere bouwplannen.

Omdat het voorliggend projectgebied in de vigerende plannen onderdeel uitmaakt van het buitengebied worden vanuit de welstandnota geen handvatten geboden voor de stedebouwkundige en architectonische invulling van het (te ontwikkelen) projectgebied. Om hier een verdere invulling aan te geven is een beeldkwaliteitplan opgesteld, welke als toetsingskader vanuit welstand gehanteerd wordt. Het beeldkwaliteitplan maakt onderdeel uit van het voorliggend projectbesluit waarna elke aanvraag voor een bouwvergunning binnen het voorliggend projectgebied aan dit document zal worden getoetst. Dit beeldkwaliteitplan is opgesteld Mulleners+Mulleners Architecten onder de naam 'Klaverwei Wijbosch, Onderbouwing Stedenbouwkundig Ontwerp - Beeldkwaliteit', d.d. juni 2010. Het beeldkwaliteitsplan is als separate bijlage aan het voorliggend projectbesluit toegevoegd.

2.3.6 Bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2008'.

Ter plaatse van het voorliggend projectgebied vigeert het bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2008', zoals dat op 18 december 2008 door de gemeenteraad is vastgesteld. Het bestemmingsplan betreft een herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 2000. Dit bestemmingsplan is in de vergadering van 14 juli 2009 door de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant gedeeltelijk goedgekeurd. De onderstaande afbeelding (figuur 10) toont de plankaartuitsnede ter plaatse van het voorliggend projectgebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0844.PB2005Klaverwei-OH01_0010.jpg"

Figuur 10, uitsnede plankaart bestemmingsplan 'Buitengebied herziening 2008'.

Het voorliggend initiatief is strijdig met het ter plaatse vigerende bestemmingsplan aangezien de gronden bestemd zijn tot 'Agrarisch gebied met natuurwaarden', 'Agrarisch bouwblok' als mede de bestemming 'Wonen'. Hierbij is het binnen de bestemmingen 'Agrarisch gebied met natuurwaarden' en 'Agrarisch bouwblok' niet toegestaan woningen op te richten. Daarnaast is, binnen de bestemming 'Wonen', één woning toegestaan per bestemmingsvlak.

Hoewel het plan niet past binnen het vigerende bestemmingsplan, is het hele projectgebied blijkens plankkaart 1 (ontwikkelingskaart) aangeduid als een extensiveringsgebied wonen. In een dergelijk gebied wordt ingezet op het weren van nieuwe intensieve veehouderijen, en het beperken van de mogelijkheden van bestaande intensieve veehouderijen. Om dit te ondersteunen zijn in het bestemmingsplan ook wijzigingsbevoegdheden opgenomen ten behoeve van de splitsing van boerderijen, en het omzetten van intensieve veehouderijen naar agrarisch verwante bedrijven.

2.3.7 Duurzaam en energiezuinig bouwen

De gemeente Schijndel vindt aandacht voor het milieu van groot belang. De gemeente Schijndel verlangt van iedere bouwer/ontwikkelaar dan ook een bijdrage in het milieuverantwoord bouwen. Daarom is in 1994 het “Convenant Duurzaam Bouwen” afgesloten (aangepast in 2000). Kopers van een bouwkavel in Schijndel zijn verplicht om uitvoering te geven aan het Basispakket Duurzaam Bouwen. In het koopcontract worden hiervoor bepalingen opgenomen. Iedere bouwer/ontwikkelaar moet gelijktijdig met de aanvraag bouwvergunningen, de “Checklist Duurzaam bouwen in Schijndel” inleveren.

2.3.8 Verkeer en parkeren

Verkeer

In september 2001 heeft de gemeenteraad het Gemeentelijk Verkeersplan (GVP)Schijndel vastgesteld. Dit document is het kader voor het te voeren gemeentelijke verkeers- en vervoersbeleid op basis van een integrale verkeersstructuur.

Binnen de gemeente Schijndel is gekozen voor een categorisering van het wegennet.

Voor elk type weg zijn andere maatregelen noodzakelijk om een verbeterde en veiliger verkeersstructuur te ontwikkelen voor alle doelgroepen (voetgangers, fietsers, openbaar vervoer en gemotoriseerd verkeer).

Binnen de bebouwde kom ontstaat hierdoor een combinatie van de volgende wegen:

• Gebiedsontsluitingswegen, maximumsnelheid 70 km/h;

• Gebiedsontsluitingswegen, maximumsnelheid 50 km/h;

• Erftoegangswegen A, maximumsnelheid van 30 km/h met aparte fietsvoorzieningen;

• Erftoegangswegen B, maximumsnelheid van 30 km/h zonder fietsvoorzieningen.

Het voorliggend projectgebied, met uitzondering van de Broekkant en de Veghelsedijk, is volledig gelegen binnen een 30 km/h zone. Voor de Broekkant en de Veghelsedijk geldt dat deze aangemerkt worden als gebiedsontsluitingsweg. De Mgr. van de Venstraat valt aan te merken als een ‘erftoegangsweg B’.

Parkeren

De gemeente Schijndel hanteert normen conform de uitgangspunten van de GVP (CROW). Dit betekent dat er voor verschillende type woningen verschillende eisen gelden. In het verkeerskundige plan wordt deze norm gehanteerd. In paragraaf 4.4 is de parkeerbalans opgenomen.

2.3.9 Bomen

In 2003 is door de gemeente Schijndel een start gemaakt met het opstellen van het Bomenplan. Binnen dit plan worden alle aspecten met betrekking tot bomen vastgelegd en uitgewerkt. Dit plan begint met de module Basis, waarin een inventarisatie van de huidige situatie en een wensbeeld voor de toekomst zijn vastgelegd. Met het vaststellen van de module Basis op 10 juli 2003 koos de gemeente Schijndel voor een kwalitatief hoogwaardig en weloverwogen bomenbestand. In de module Basis is vastgelegd dat een aantal nadere uitwerkingen noodzakelijk zijn om het vastgestelde beleid ook daadwerkelijk ten uitvoer te kunnen brengen. De vervolgmodules ‘Bomenstructuurplan’, ‘Beschermwaardige bomen’ en ‘Kwaliteitshandboek bomen in straatprofielen’ zijn op 18 juli 2006 vastgesteld.

Binnen het voorliggend projectgebied zijn echter geen waardevolle bomen aanwezig. Wel zullen, met name aan de randen van het projectgebied, de bestaande bomen zoveel mogelijk gehandhaafd blijven zodat bestaande kwaliteiten kunnen worden toegevoegd aan de nieuwe woonomgeving.

2.3.10 Hondenuitlaatbeleid

De gemeente Schijndel heeft om overlast tegen te gaan specifiek beleid gemaakt ten aanzien van honden. Met name hondenpoep wordt door inwoners beschouwd als hinderlijk. Uit onderzoek is gebleken dat met name de onbekendheid met de regelgeving van de burger in het algemeen en de hondenbezitter in het bijzonder (ten aanzien van honden) en het tekort aan uitlaatvoorzieningen de overlast veroorzaakt.

Op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Schijndel is het nergens binnen de bebouwde kom van de gemeente nog toegestaan om honden hun behoefte te laten doen, afgezien op speciaal daartoe aangewezen plaatsen. Tevens dienen honden binnen de bebouwde kom aangelijnd te zijn.

Gelet op het hondenuitlaatbeleid, wordt er, waar mogelijk, in het ruimtelijke plan ruimte geschapen voor hondenvoorzieningen. Hierbij kan men denken aan een hondenuitlaatstrook, een hondenuitrenveld en hondentoiletten. De invulling van deze voorzieningen en de ligging ervan worden nader bepaald, maar zijn mogelijk binnen de bestemming 'Groen' (openbare ruimte).

2.3.11 Speelruimteplan

Buitenspelen vindt plaats op daarvoor ingericht plekken zoals speeltuinen, maar ook in de overige buitenruimte. Afhankelijk van de aanwezige speelruimte en het aantal kinderen is de behoefte aan speelruimte hoger of lager. De gemeente Schijndel heeft daarom een speelruimteplan opgesteld. Hierin wordt eerst geanalyseerd welke voorzieningen gewenst zijn. Vervolgens wordt per wijk aangegeven welke ontwikkelingen mogelijk gemaakt dienen te worden.

In het stedenbouwkundige plan en het beeldkwaliteitsplan is nadrukkelijk rekening gehouden met het speelruimteplan en de wens om speelruimte te creëren voor de bewoners van de buurt Klaverwei II. Hiertoe is centraal binnen het projectgebied een groene ruimte opgenomen waar onder andere voorzien wordt in de realisatie speelvoorzieningen.