Plan: | Buitengebied Rucphen 2020, De Berg 5-7 te Schijf |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0840.9000B0055-DEF1 |
het bestemmingsplan 'Buitengebied Rucphen 2020, De Berg 5-7 te Schijf' met identificatienummer NL.IMRO.0840.9000B0055-DEF1 van de gemeente Rucphen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het geheel van waarden in verband met het abiotisch milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen);
de gemiddelde hoogte van de omringende grond van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door het telen van gewassen of door het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf;
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een kleinschalige overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf (maximumverblijfsduur zes aaneengesloten nachten) met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een woonhuis en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis. Hieronder wordt niet verstaan een overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid. Aanverwante voorzieningen, zoals speeltuintjes, stallingen, detailhandel, horeca en dergelijke zijn niet toegestaan;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten aan huis daaronder niet begrepen;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf, een agrarisch bedrijf, een kantoor, een detailhandelsvoorziening, een horecavoorziening, een maatschappelijke voorziening, een voorziening voor cultuur en ontspanning, een dag- of verblijfsrecreatieve voorziening of een sportvoorziening;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die dient voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;
gebied waar de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijen zijn beperkt;
ondergrondse voorziening om rioolwater te laten bezinken;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten dan wel het uitoefenen van bedrijvigheid waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet-publieksaantrekkend zijn en die door de bewoner van de woning als ondergeschikte activiteit in de woning of in een bijbehorend bouwwerk bij de woning wordt uitgeoefend;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
gebied rondom een waterwingebied waar zich tussen het maaiveld en het watervoerende pakket waaraan het grondwater wordt onttrokken een aaneengesloten, slecht doorlaatbare kleilaag bevindt;
elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (één of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding), landschap en extensieve recreatie;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bedrijfsmatig geëxploiteerd terrein, geheel of gedeeltelijk ingericht en blijkens die inrichting bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van mobiele kampeermiddelen, stacaravans en/of vakantiebungalows ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder tevens internetbedrijven worden verstaan waarbij producten ter plaatse bezichtigd, geretourneerd en/of afgehaald kunnen worden;
een gebouw voor het houden van landbouwhuisdieren, inclusief de daartoe behorende voorzieningen;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, voor zover het bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
die vormen van recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en paardrijden;
recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten (met inbegrip van rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair), dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden met wegbewijzering en rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair;
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die gericht is op het houden van geiten;
het niet bedrijfsmatig houden van paarden, zodat er geen sprake is van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, en niet is gericht op het generen van winst;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf gericht op het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide en al dan niet ter plaatse te nuttigen dranken en/of etenswaren en/of het verstrekken van logies en/of het exploiteren van zaalaccomodaties, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen;
twee of meer huishoudens die één woning bewonen met gemeenschappelijk gebruik van één of meerdere voorzieningen of (verblijfs)ruimten van die woning en waarbij de woning één hoofdtoegang behoudt en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk zijn;
overgangsgebied, gelegen langs het bestaand stedelijk gebied, met daarin relatief veel bebouwing op korte afstand tot elkaar en met een ondergeschikte of afnemende agrarische functie;
bouwwerken geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke;
het optimaal op elkaar afstemmen van bebouwing en beplanting, rekening houdend met de ter plaatse voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden, om zo te komen tot een landschappelijke inpassing van nieuwe bebouwing en/of gebruik die recht doet aan de kwaliteit en de beleving van het landschap;
gebruikswaarde, natuurwaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangegeven, waar een bepaalde maatvoering geldt;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest;
een camping met ten hoogste 25 recreatieve standplaatsen, waarop uitsluitend gelegenheid wordt gegeven voor het plaatsen van mobiele kampeermiddelen;
een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, bedoeld voor recreatief nachtverblijf;
een ondergeschikte activiteit waarvan de omvang zodanig is dat deze, met behoud van de hoofdfunctie, naast de hoofdfunctie kan worden uitgeoefend;
projectie van een al dan niet gekoppeld bouwvlak op een locatie die niet is voorzien van de aanduiding 'bouwvlak';
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten in lijn met de bestemming dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt gehandhaafd;
voorziening ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
een activiteit van zeer beperkte beroepsmatige, bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft;
detailhandel vanuit vestigingen/voorzieningen die als hoofdactiviteit geen detailhandel hebben en waarvan de detailhandelsfunctie aantoonbaar ondergeschikt en gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot een maximum van 20% van de totale omzet en/of maximaal 20% van het totale bedrijfsoppervlak met een maximum winkelvloeroppervlak (WVO) van 100 m2;
een agrarisch bedrijf dat niet binnen de begripsbepaling van veehouderij, (vollegronds)teeltbedrijf of glastuinbouwbedrijf valt;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk voorzien van een gesloten dak en van maximaal twee wanden;
een overkapping die ten dienste staat van de uitoefening van een bedrijf, een agrarisch bedrijf, een kantoor, een detailhandelsvoorziening, een horecavoorziening, een maatschappelijke voorziening, een voorziening voor cultuur en ontspanning, een dag- of verblijfsrecreatieve voorziening of een sportvoorziening;
een niet overdekt en al dan niet omsloten terrein, voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem, voor het africhten, trainen en berijden van paarden en het anderszins beoefenen van de paardensport;
een bedrijf waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op het houden en fokken van paarden, het africhten, opleiden en trainen van paarden, het geven van instructies met paarden en/of het beoefenen van paardensport, nader te onderscheiden in:
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostitué/prostituee tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen met als doel het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
het ondernemen van activiteiten voor diens plezier;
bewoning die plaatsvindt in het kader van weekend- en/of verblijfsrecreatie. Permanente bewoning en huisvesting van seizoensarbeiders is niet toegestaan;
een afgescheiden, gemarkeerde of anderszins aangegeven plaats op een camping of recreatiepark voor het plaatsen of geplaatst houden van één mobiel kampeermiddel, één stacaravan of één vakantiebungalow, eventuele bijzettentjes niet meegerekend;
een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning. Onderbouwen dan wel onderkelderen van een dergelijk gebouw is niet toegestaan;
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door middel van automaten filmvoorstellingen en/of live-shows van erotische en/of pornografische aard kunnen worden gegeven;
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin vertoningen van erotische en/of pornografische aard kunnen worden gegeven
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotisch-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
het al dan niet geheel afbreken van gebouwen en andere bouwwerken;
opslag van goederen die naar hun aard geen regelmatige verplaatsing behoeven, zoals auto's, boten en caravans. De opslag mag niet bestemd zijn voor de handel en mag niet plaatsvinden voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf;
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
voorzieningen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:
nader te onderscheiden in:
kleinschalige dagrecreatieve horecavoorziening (inclusief terras) die uitsluitend tot hoofddoel heeft het tegen betaling verstrekken van niet-alcoholische dranken en kleine gerechten; het gebruik van ruimten voor feesten en partijen vallen hier niet onder;
Er is sprake van een toename van stikstofdepositie als de stikstofdepositie (mol/ha/jaar) als gevolg van de stikstofemissie van een agrarisch bedrijf op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied meer bedraagt dan:
een kampeerhuisje bestaande uit één ruimte, zonder verdieping, waar maximaal 4 personen in kunnen overnachten;
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
een agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en/of pelsdieren, nader te onderscheiden in:
en tevens nader te onderscheiden in:
het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste één nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen;
verkoop van op het agrarisch bedrijf geproduceerde of gefokte producten, zoals een vleesverkoop, kaasmakerij of ijsmakerij;
verkoop van streekeigen of biologische producten die op ambachtelijke wijze zijn vervaardigd;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
schuurtype dat in het westen en noordwesten van de provincie Noord-Brabant voorkomt;
een agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen, met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;
de gevel van een gebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;
wijziging van de begrenzing van een bouwvlak zonder dat dit gepaard gaat met een vergroting van de totale oppervlakte;
gebieden die integraal onderdeel uitmaken van het watersysteem en die periodiek vanuit het oppervlaktewatersysteem kunnen overstromen;
voorzieningen die het waterhuishoudkundige belang dienen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop;
een bedrijf gericht op het winnen van water uit het waterwingebied met bijbehorende voorzieningen zoals een retentievijver, een onthardingsinstallatie en kalk-opslag;
als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub b van de Wegenverkeerswet 1994, zoals die luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
een constructie, geen gebouw of bouwwerk zijnde;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
de opvang van mensen met een zorgvraag binnen een agrarisch bouwvlak, hetzij als niet-agrarische nevenactiviteit, hetzij als vervolgfunctie, waarbij het meewerken op het agrarisch bedrijf of bij het kleinschalig houden van dieren en hiermee te vergelijken activiteiten een wezenlijk onderdeel is van revalidatie of therapie;
een veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1.1 afstanden
van gebouwen onderling, alsmede afstanden van gebouwen tot de bouwperceelsgrens worden gemeten vanaf de zijgevel van een gebouw;
2.1.2 de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel of een ander terrein
door de oppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en overkappingen bij elkaar op te tellen, tenzij in deze regels anders is bepaald;
2.1.3 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.1.4 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, ondergeschikte bouwdelen, zoals goten van dakkapellen, niet meegerekend;
2.1.5 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.1.7 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.1.7 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.1.8 de breedte en diepte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of tot het hart van de scheidingsmuren, met dien verstande dat wanneer de betreffende gevelvlakken niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste maat;
2.1.9 de verticale diepte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het diepste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals funderingen, rioleringen, kabels en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen
Bouwdelen als plinten, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, portalen, balkons en overstekende daken worden bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen of in de regels bepaalde afstands- en hoogtematen maximaal 1 m bedraagt.
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 3.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Binnen het bouwvlak mogen gebouwen en overkappingen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Daarnaast gelden de in sub a tot en met sub c genoemde specifieke regels.
a Bedrijfsgebouwen en overkappingen ten dienste van het bedrijf
Bedrijfsgebouwen en overkappingen ten dienste van het bedrijf mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
met dien verstande dat:
b. Bedrijfsgebouwen en overkappingen bij veehouderijen
In aanvulling op het bepaalde in sub a gelden voor het oprichten van bedrijfsgebouwen en overkappingen bij veehouderijen de volgende regels:
c Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken
Bedrijfswoningen met bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
a Binnen het bouwvlak
Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, mogen binnen het bouwvlak worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
b Buiten het bouwvlak
Uitsluitend de volgende bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde mogen buiten het bouwvlak worden opgericht:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 sub b voor het toestaan van een grotere oppervlakte van dierenverblijven bij een veehouderij, met dien verstande dat:
In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1.1 is tevens ondergeschikt aan deze bestemming toegestaan:
Voor veehouderijen gelden de volgende gebruiksregels:
Het gebruik van gronden voor teeltondersteunende voorzieningen, geen bouwwerken zijnde, is toegestaan, met dien verstande dat op de gronden buiten het bouwvlak uitsluitend tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1.1 juncto lid 3.4.4 onder e voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis in de bedrijfswoning en/of in bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1.1 juncto lid 3.4.4 voor de uitoefening van nevenactiviteiten, met dien verstande dat naast de per nevenactiviteit in lid 3.5.3 tot en met lid 3.5.6 opgenomen specifieke regels, tevens de volgende algemene regels gelden:
Naast de in lid 3.5.2 onder a genoemde algemene regels geldt voor het gebruik van bebouwing voor dagrecreatieve nevenactiviteiten de volgende aanvullende specifieke regels:
Naast de in lid 3.5.2 sub a genoemde algemene regels geldt voor het gebruik van bebouwing voor verblijfsrecreatieve nevenactiviteiten de volgende aanvullende specifieke regels:
Naast de in lid 3.5.2 onder a genoemde algemene regels geldt voor het gebruik van bebouwing voor zorglandbouw als nevenactiviteit, de volgende aanvullende specifieke regels:
Voor het niet-bedrijfsmatig houden van paarden als nevenactiviteit gelden geen specifieke regels en zijn uitsluitend de in lid 3.5.2 onder a genoemde algemene regels van toepassing.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 3.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
De in lid 3.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
De voor '4.1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het is verboden om op deze gronden te bouwen.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 4.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 5.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Hoofdgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bijbehorende bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1.1 juncto lid 5.3.1 onder f voor de uitoefening van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis in het hoofdgebouw en/of in bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met de bij a tot en met c behorende:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 6.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 25) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 en toestaan dat overeenkomstig de andere bestemmingen wordt gebouwd, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 6.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het verwijderen van de dubbelbestemming 'Leiding - Water', indien de betreffende leiding als zodanig niet meer in gebruik is en/of niet meer in gebruik mag worden genomen.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen (artikelen 3 tot en met 5) mogen op of in deze gronden geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
Het in lid 7.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.4.1 kan door het bevoegd gezag slechts worden verleend indien de indiener bij de omgevingsvergunningsaanvraag een archeologisch rapport overlegt van een ter zake deskundige, namelijk een hiertoe gecertificeerde archeologische instantie conform de Erfgoedwet, waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Bij de beoordeling van archeologische rapporten als bedoeld in lid 7.4.3 laat het bevoegd gezag zich adviseren door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door het bevoegd gezag van de gemeente Rucphen.
In de situatie als bedoeld in lid 7.4.3 kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning verbinden:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aanwezige cultuurhistorische waarden.
Op of in de gronden als bedoeld in lid 8.1.1 is uitsluitend de bestaande bebouwing toegestaan conform de daar voorkomende bestemmingen (Artikel 5).
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 voor het oprichten of verbouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming (Artikel 5), met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige cultuurhistorische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een bouwwerk geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het in lid 8.4.1vervatte verbod geldt niet:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1.1 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 m onder peil, onder de voorwaarde dat de waterhuishouding niet wordt verstoord en nadat schriftelijk advies is verkregen van het waterwinbedrijf.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk is verzekerd dat in voldoende mate in het bergen van hemelwater wordt voorzien, overeenkomstig de 'Hydrologische uitgangspunten bij de Keurregels voor afvoeren van hemelwater, Brabantse Waterschappen Keur (inwerking getreden d.d. 27-03-2021);
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning, met inachtneming van de regels zoals vervat in Hoofdstuk 2, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
De in lid 10.4.1 bedoelde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
Het is verboden de in de artikelen 3 tot en met 5 bedoelde gronden en bouwwerken:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting De Berg 5 -7' geldt de volgende regels:
de gronden en bouwwerken binnen de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - Landschappelijk' respectievelijk ‘Wonen' mogen uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van wonen indien de landschappelijke inpassing en erfbeplanting binnen 2 jaar na aanvang van de bewoning is gerealiseerd, wordt beheerd en in stand wordt gehouden conform het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in Bijlage 1 bij deze regels.
de gronden en bouwwerken binnen de bestemming 'Wonen' mogen uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van wonen indien de bebouwing die is aangemerkt als 'te slopen' binnen 1 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan is gesaneerd conform de tekening met te slopen bebouwing zoals opgenomen in Bijlage 1 bij deze regels.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 11.2 teneinde voor de betreffende locatie een andere landschappelijke inpassing toe te staan dan opgenomen in het landschappelijk inpassingsplan dat is opgenomen in de bijlage bij deze regels, mits een vergelijkbare kwalitatieve staat van landschappelijke inrichting wordt bereikt. Hiertoe wordt een door het bevoegd gezag goed te keuren landschappelijk inpassingsplan overgelegd.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - beslotenheid' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud van de beslotenheid in het landschap.
a Omgevingsvergunningvereiste
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
b Uitzonderingsregel
Het in lid 12.1.2 sub a vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
c Voorwaarden
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 12.1.2 sub a wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend dan nadat is aangetoond dat uitoefening van de werken en/of werkzaamheden niet strijdig is met de belangen van de landschappelijke waarden.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - boringsvrije zone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 5) mag de verticale diepte van een bouwwerk niet meer dan 10 m bedragen.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.2 voor het bouwen van een bouwwerk met een verticale diepte van meer dan 10 m, met dien verstande dat:
Op het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden zijn de rechtstreeks werkende regels voor de boringsvrije zone zoals opgenomen in de (interim) Omgevingsverordening Noord-Brabant van toepassing.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - obstakelbeheerzone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de radarverstoringsgebieden van Vliegbasis Woensdrecht en radarstation Herwijnen, teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen en bescherming van de obstakelbeheerzones van Vliegbasis Woensdrecht.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 5):
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.3.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen en de bouw van een bouwwerk ten behoeve van hobbymatig agrarisch grondgebruik toestaan, met dien verstande dat:
Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Overtreding van het bepaalde in 11.1 is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2° van de Wet op de economische delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2020, De Berg 5-7 te Schijf.