Plan: | Bestemmingsplan kom Sprundel, Koekoekstraat ongenummerd, tussen 54 en 56 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0840.2583K0001-ON01 |
Normstelling en beleid
Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient de bodemkwaliteit ter plaatse te worden onderzocht. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
De provincie hanteert de richtlijn dat bij de beoordeling van ruimtelijke plannen ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, moet worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging, dan dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.
Bodemonderzoek
Door Wematech Bodem Adviseurs B.V. te Roosendaal is een verkennend Bodemonderzoek verricht (verkennend bodemonderzoek "Koekoekstraat 54" Sprundel, 29 juli 2009). Doel van het onderzoek is inzicht te verkrijgen in de bodemkwaliteit. Het veldwerk is daarbij verricht in juli 2009. Uitgegaan is van de hypothese "niet verdachte locatie".
Gelet op de verkregen resultaten van het onderzoek dient de gestelde hypothese "niet verdachte locatie" formeel gezien te worden verworpen. Gezien de geringe overschrijdingen en het van nature voorkomen van verhoogde achtergrondgehaltes in het grondwater, is het echter gerechtvaardigd de hypothese te accepteren.
Op basis van het historisch onderzoek, zintuiglijke beoordeling van grond en watermonsters en de resultaten van het chemischanalytisch onderzoek kan worden gesteld dat er geen gebruiksbeperkingen hoeven te worden gesteld voor de onderzoekslocatie. De onderzoeksresultaten geven geen aanleiding voor het uitvoeren van nader bodemonderzoek.
Conclusie
Het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek geeft geen aanleiding voor het uitvoeren van nader bodemonderzoek. De verkregen onderzoeksresultaten vormen geen belemmering voor de realisering van toekomstige bouwplannen. De bodemkwaliteit vormt derhalve geen belemmering voor de realisering van een vrijstaande woning op het perceel Koekoekstraat / Odiliastraat.