Plan: | Bebouwde Kom Schijf, Zoeksestraat ong. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0840.2582K0004-DEF1 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan "Bebouwde Kom Schijf, Zoeksestraat ong." met identificatienummer NL.IMRO.0840.2582K0004-DEF1 van de gemeente Rucphen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de planregels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten dan wel het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en waarbij de woonfunctie blijft behouden;
een beroep dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar hoofdfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1,00 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
het meest achterwaarts gelegen deel van een hoofdgebouw;
de gemiddelde hoogte van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde omringende grond;
een afwijking als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, onderdeel 1 van de Wabo;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een maatvoeringsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of overkapping;
ondergeschikte opbouw op het dakvlak van een gebouw, ten behoeve van voorzieningen zoals noodtrappen, luchtbehandeling- en liftinstallaties, balkonhekken, ornamenten, privacyschermen en reclame-uitingen;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
de grondgebonden uitbreiding van één bouwlaag aan de voor- of zijgevel;
de natuurlijke persoon, groep of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of van omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte (van een seksinrichting) wordt uitgeoefend;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een verharding opgebouwd uit een materiaal dat na het aanbrengen een solide geheel vormt en niet zonder meer op te delen is;
denkbeeldige dan wel op de verbeelding aangegeven lijn die strak langs de gevel van een gebouw loopt tot aan de bouwperceelsgrenzen;
een verharding opgebouwd uit onsamenhangend materiaal dat meer draagkracht levert dan de originele grond;
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen, ligging of functie dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
een constructie van één of meer dakvlakken;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangegeven, waar een bepaalde maatvoering geldt;
een activiteit waarvan de omvang zodanig is dat deze, met behoud van de hoofdfunctie, naast de hoofdfunctie kan worden uitgeoefend;
een bouwwerk voorzien van een gesloten dak en van maximaal twee wanden;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostitué/prostituee tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen met als doel het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door middel van automaten filmvoorstellingen en/of live-shows van erotische en/of pornografische aard kunnen worden gegeven;
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door vertoningen van erotische en/of pornografische aard kunnen worden gegeven;
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotisch-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
blokken van twee-aaneen gebouwde woningen, waarbij de hoofdgebouwen met elkaar zijn verbonden;
het meest naar de wegzijde gekeerde deel van een hoofdgebouw;
de gevellijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;
een hoofdgebouw zonder gemeenschappelijke wand met een ander hoofdgebouw;
al het oppervlakte water zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gevel van een hoofdgebouw, die niet een voorgevel of een achtergevel is.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
van gebouwen onderling, alsmede afstanden van gebouwen tot de bouwperceelsgrens worden gemeten vanaf de zijgevel van een gebouw;
door de oppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en overkappingen bij elkaar op te tellen, tenzij in deze regels anders is bepaald;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, ondergeschikte bouwdelen, zoals goten van dakkapellen niet meegerekend;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of tot het hart van de scheidingsmuren, met dien verstande, dat wanneer de betreffende gevelvlakken niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste maat;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, portalen, balkons en overstekende daken, worden bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, dan wel bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,00 meter bedraagt.
De voor 'Groen - Landschapselement' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten dienste van de in lid 3.1.1 genoemde bestemmingen.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden opgericht met een maximale bouwhoogte van 2 meter.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, behoudens zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 3.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 3.4.1 wordt door het bevoegd gezag niet eerder verleend, nadat:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 4.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Bijbehorende bouwwerken in de vorm van erkers, balkons of luifels ten behoeve van aangrenzende hoofdgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden opgericht waarbij de bouwhoogte maximaal bedraagt:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 5.1.1 genoemde bestemming worden opgericht:
Gebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 6.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
Hoofdgebouwen mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Bijbehorende bouwwerken mogen in het achtererfgebied worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen in het achtererfgebied worden opgericht, waarbij de maximale bouwhoogte 2,00 meter bedraagt.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen voor de situering en afmeting van bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor zover dit noodzakelijk is, met inachtneming van de volgende regels:
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Een aan huis verbonden beroep is als medegebruik toegestaan, mits de activiteiten plaatsvinden in de woning én de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt.
Het (doen/laten) gebruiken van de bestemming 'Wonen' is uitsluitend toegestaan indien de landschappelijke inpassing, zoals bedoeld in artikel 3.1.1 onder a, overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in Bijlage 1 van deze regels, binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning activiteit 'bouwen' (van een hoofdgebouw) is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.4.1 sub a en/of sub b voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf in een woning en/of bijbehorende bouwwerken en een aan huis verbonden beroep in een bijbehorend bouwwerk, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor:
met inachtneming van het volgende:
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, ten dienste van de in lid 7.1.1 genoemde bestemmingen geen bouwwerken worden opgericht.
Bouwwerken mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1 sub a, waarbij werkzaamheden plaatsvinden op een oppervlak groter dan 50 m² en dieper dan 0,3 m, met dien verstande dat:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 7.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werkzaamheden die:
De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1 die betrekking heeft op gronden, die op de verbeelding zijn aangewezen als gebied met een hoge archeologische verwachting legt een in lid 7.3 sub a bedoeld rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord is vastgesteld.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning indien naar hun oordeel uit het rapport als bedoeld in lid 7.4.3 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in lid 7.4.4, sub b kan het bevoegd gezag de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning verbinden:
Indien lid 7.4.5, sub c van toepassing is, wordt in de omgevingsvergunning geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of werken.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bevoegd gezag kan, bij het verlenen van een omgevingsvergunning tot bouwen, nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in lid 9.1.1 bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag de verticale diepte van een bouwwerk niet meer dan 3 m bedragen.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1.2 voor het bouwen van een bouwwerk met een verticale diepte van meer dan 3 m, met dien verstande dat:
Op het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden zijn de rechtstreeks werkende regels voor het grondwaterbeschermingsgebied zoals opgenomen in de (interim) Omgevingsverordening Noord-Brabant van toepassing.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - boringsvrije zone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag de verticale diepte van een bouwwerk niet meer dan 10 m bedragen.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.2 voor het bouwen van een bouwwerk met een verticale diepte van meer dan 10 m, met dien verstande dat:
Op het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden zijn de rechtstreeks werkende regels voor de boringsvrije zone zoals opgenomen in de (interim) Omgevingsverordening Noord-Brabant van toepassing.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - obstakelbeheerzone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van de radarverstoringsgebieden van Vliegbasis Woensdrecht en radarstation Herwijnen, teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen en bescherming van de obstakelbeheerzones van Vliegbasis Woensdrecht.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.3.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit plan voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de regels in dit plan te wijzigen voor geringe afwijkingen, die in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken, geen gebouwen zijnde of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein. Hierbij zijn verschuivingen van de bestemmingsgrens met maximaal 3,00 meter toelaatbaar.
Ten behoeve van het voorzien in voldoende parkeergelegenheid gelden de volgende regels:
Voor het realiseren van waterhuishoudkundige voorzieningen binnen het plangebied geldt de volgende regel:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Bebouwde Kom Schijf, Zoeksestraat ong."