direct naar inhoud van 4.2 Bodem
Plan: Sport- en vrijetijdscentrum 'De Vijfsprong', Baanvelden 22
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0840.2581S0011-VO01

4.2 Bodem

Beleid

Voor alle bestemmingen waar een functiewijziging of herinrichting wordt voorzien, dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch bodemonderzoek, te worden verricht. Indien op grond van historische informatie blijkt dat in het verleden activiteiten hebben plaatsgevonden met een verhoogd risico op bodemverontreiniging dan dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Op basis van geconstateerde belemmeringen uit dit onderzoek, kan vervolgens worden nagegaan welke maatregelen moeten worden genomen om die belemmeringen weg te nemen (functiegericht saneren).

Verkennend bodemonderzoek

Door IDDS is een verkennend milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie Baanvelden 22 te Rucphen (Verkennend bodemonderzoek Baanvelden te Rucphen, kenmerk 0907B231/RKO/rap1, 28 augustus 2009). Doel van het onderzoek was vast te stellen of het voormalige, dan wel het huidige gebruik van de onderzoekslocatie heeft geleid tot een verontreiniging van de bodem.

Op basis van het vooronderzoek wordt geconcludeerd dat, op en in de nabijheid van het onderzoeksterrein, geen aandachtspunten aanwezig zijn met betrekking tot het veroorzaken van een mogelijke bodemverontreiniging. De locatie wordt daarom als "onverdachte locatie" beschouwd.

Onderzoeksresultaten

Aan de hand van de onderzoeksresultaten wordt in het onderzoek het volgende geconcludeerd.

Bovengrond

  • In de bovengrond zijn geen bijmengingen met puin e.d. waargenomen. Op het maaiveld en in het opgeboorde bodemmateriaal zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen.
  • De bovengrond is niet verontreinigd met de onderzochte metalen, PCB's, PAK en minerale olie.

Ondergrond

  • In de ondergrond zijn plaatselijk bijmengingen bruinkool waargenomen. In het opgeboorde bodemmateriaal zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen.
  • De ondergrond is niet verontreinigd met zware metalen, PCB's, PAK en minerale olie.

Grondwater

  • Het grondwater is licht verontreinigd met barium, cadmium, nikkel en zink en is niet verontreinigd met de overige zware metalen, vluchtige aromaten, VOCI en minerale olie.

Conclusie

Gelet op de onderzoeksresultaten (overschrijding streefwaarden grondwater) dient de hypothese "onverdacht" voor de onderzoekslocatie formeel te worden verworpen. De gemeten overschrijding van de streefwaarden is echter dermate gering, dat aanvullend onderzoek naar het voorkomen van deze stoffen in de bodem op het perceel, conform het gestelde in de Wet bodembescherming, niet noodzakelijk wordt geacht.

Beperkingen inzake de voorgenomen bouw worden op basis van de onderzoeksresultaten uit milieuhygiënisch oogpunt niet voorzien.