Plan: | Vrachelen/Krooneiland, herziening 4 (Vrachelsedijk 10) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0826.BSPhz4vrachkroon-VA01 |
het bestemmingsplan 'Vrachelen/Krooneiland, herziening 4 (Vrachelsedijk 10)' met identificatienummer NL.IMRO.0826.BSPhz4vrachkroon-VA01 van de gemeente Oosterhout;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hieraan gelijk te stellen gebied, dat in een woning en daarbij behorende gebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met uitsluiting van detailhandel.
een bedrijf of het bedrijfsmatig uitoefenen van ambachtelijke of kunstzinnige bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
de van de weg, waarop het belangrijkste gebouw op een bouwperceel is georiënteerd, afgekeerde grens van een bouwvlak.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van bebouwing beneden peil of onder de kapconstructie.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
het oppervlak van het bouwvlak en de daar geldende hoogte maten, bouwmassa en de dakhelling van het desbetreffende pand,
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt.
de hoek die het dakvlak maakt met de `vloer`.
een opbouw op een hellend dak waarin een raamkozijn is opgenomen en die voorzien is van zijwanden.
een uitbreiding van een gebouw op een dak, waarmee de goothoogte van het gebouw wordt verhoogd.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van food, traditionele warenhuizen, juweliers en mode.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
een voor publiek toegankelijke verrichting van kunst, ontwikkeling, ontspanning of vermaak, feesten en muziekvoorstellingen daaronder begrepen, waarvoor ingevolge regelgeving een melding moet worden gedaan dan wel vergunning of ontheffing moet worden aangevraagd en verleend.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak
een gebouw dat uitsluitend één woning omvat, rechtstreeks contact heeft met het aangrenzende terrein en toegankelijk is vanaf de weg.
de belangrijkste functie waarvoor een gebouw mag worden gebruikt.
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een gebouw of deel van een gebouw dat door aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve en/of ontwerptechnische arbeid.
culturele, educatieve, (para)medische, sociale, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijsvoorzieningen, en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied.
een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo).
omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met dit plan met toepassing van de in dit plan opgenomen regels inzake afwijking, op grond van artikel 2.1, lid 1, onder c, jo. artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 1, van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, op grond van artikel 2.1, lid 1, onder a, van de Wabo.
een gedeelte van een gebouw dat maximaal 1,50 m boven peil is gelegen en dat niet als bouwlaag wordt aangemerkt.
voor verblijf geschikte –al dan niet aan de bestemming onttrokken– voer- en vaartuigen, arken, caravans en stacaravans voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten.
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen.
een dak met een dakhelling van 0 graden tot 10 graden.
het zich beschikbaar stellen tot het tegen betaling verrichten van seksuele diensten aan anderen.
een seksinrichting bestemd voor of in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats, zichtbaar ter beschikking stellen tot het tegen betaling verrichten van seksuele diensten aan anderen (prostitutie).
Een inrichting of activiteit die met zich meebrengt dat de kans aanwezig is om buiten de inrichting of het perceel te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen de inrichting of op het perceel waarbij een gevaarlijke stof is betrokken.
een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet gecombineerd met elkaar.
het beeld dat wordt bepaald door de situering, de bouwmassa's, de dakvormen en dakrichtingen van de bebouwing.
het zich beschikbaar stellen tot het tegen betaling verrichten van seksuele diensten aan anderen, één en ander door passanten te bewegen of uit te nodigen door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze.
verkeersgeleiders, rampalen, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, afvalinzamelbakken, toegangsconstructies, kunstwerken, speeltoestellen, telefooncellen, abri's, kleinschalige nutsvoorzieningen en daarmee vergelijkbare objecten.
de gevel van een gebouw dat gericht is naar de weg.
de naar de weg toegekeerde grens van het bouwvlak, waarop het belangrijkste gebouw op een bouwperceel is georiënteerd.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer,
waterberging en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, gemalen, inlaten etc.
een voor gemotoriseerd verkeer geschikt gemaakte strook grond.
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
de strook grond gelegen tussen de zijdelingse perceelsgrens en de denkbeeldige lijn op 3 meter afstand vanaf de zijdelingse perceelsgrens over de volledige diepte van het bouwvlak.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
van bouwwerken tot andere bouwwerken, bebouwingsgrenzen en perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
een aangeduid of in deze regels aangegeven percentage dat bepaalt hoeveel procent van het bestemmingsvlak per bouwperceel, of een in de regels nader omschreven gedeelte daarvan mag worden bebouwd.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel;
de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de bovenzijde van de (afgewerkte) begane grondvloer.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij toepassing van het in dit artikel bepaalde worden ondergeschikte bouwonderdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, luchtkokers, wolfseinden, dakkapellen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2, onder b voor het bouwen van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot een bouwhoogte van niet meer dan 40 m
Het is verboden op of in de in de gronden binnen de bestemming 'Groen' met de aanduiding 'waterberging' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren en/of uit te laten voeren:
De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van uitbreidingen aan de voorgevel van een woning op de aangrenzende bestemming 'Wonen' gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van het parkeren van motorvoertuigen op de gronden gelegen vóór de voorgevel van het deel van een woning, dat gezien de bouwhoogte, als belangrijkste onderdeel van de woning kan worden aangemerkt.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.3 voor het parkeren van motorvoertuigen voor de voorgevel van een woning met dien verstande dat:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.2 onder c ten behoeve van het bouwen van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot een bouwhoogte van niet meer dan 40 m.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
mits geen risicovolle activiteiten plaatsvinden.
Voor het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen
Voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Binnen de bestemming ‘Wonen’ is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen en aan-huis-verbonden bedrijven toegestaan, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor ondergronds bouwen gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 8.1 onder 1 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties dan onder een gebouw mits:
Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' mogen bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening gewaarborgd dient te blijven.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.1 kan slechts worden verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, liggen en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Indien en voor zover in deze planregels wordt verwezen naar wetten, verordeningen of enige andere algemeen verbindende regeling, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Vrachelen/Krooneiland, herziening 4 (Vrachelsedijk 10).