direct naar inhoud van 4.3 Opzet toekomstige regeling
Plan: Bestemmingsplan De Notel
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0823.WPOINOTEL201001-VAST

4.3 Opzet toekomstige regeling

4.3.1 Verbeelding

De verbeelding heeft de rol van visualisering van de bestemmingen. Op de verbeelding hebben alle gronden binnen het plangebied een bestemming gekregen. Binnen een bestemming kunnen aanduidingen zijn aangegeven. Deze aanduidingen hebben slechts juridische betekenis indien, en voor zover, deze in de regels daaraan wordt gegeven. De opgenomen verklaring is niet juridisch bindend en is op de verbeelding opgenomen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding (bijvoorbeeld topografische gegevens).

4.3.2 Regels

De regels leggen de gebruiksmogelijkheden van de gronden, de bouwmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van de aanwezige en/of op te richten bebouwing vast. De toelichting heeft weliswaar geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het wijzigingsplan en bij de uitleg van de verbeelding en regels.

De regels zijn onderverdeeld in 4 hoofdstukken, te weten:

  • Hoofdstuk 1: Inleidende regels (paragraaf 4.3.3);
  • Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels (paragraaf 4.3.4);
  • Hoofdstuk 3: Algemene regels (paragraaf 4.3.5);
  • Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels (paragraaf 4.3.6).
4.3.3 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel is een omschrijving gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze worden opgenomen om interpretatieverschillen te voorkomen.

Artikel 2 Wijze van meten

In dit artikel is een omschrijving gegeven van de te gebruiken wijze van meten.

4.3.4 Bestemmingsregels

De regels in verband met de bestemmingen kennen alle een gelijke opbouw (voor zover van toepassing). De bestemmingsomschrijving betreft de centrale bepaling van elke bestemming. Het betreft een omschrijving waarin limitatief de functies worden genoemd, die binnen de bestemming zijn toegestaan.

De bouwregels zijn direct gerelateerd aan de bestemmingsomschrijving. Ook het gebruik van gronden en bebouwing is gekoppeld aan de bestemmingsomschrijving. In de bouwregels staan uitsluitend bepalingen die betrekking hebben op het bouwen. Bouwregels zijn dan ook alleen van toepassing bij de toetsing van aanvragen om bouwvergunning. De ontheffing van de bouwregels geven burgemeester en wethouders de bevoegdheid om onder voorwaarden ontheffing te verlenen van een specifieke regel. De specifieke gebruiksregels vormen een nadere concretisering van het toegestane gebruik. In het kader van een aanlegvergunningstelsel zijn bepaalde werken en werkzaamheden aan een vergunning gebonden.

Artikel 3 Wonen

De gronden die bestemd zijn als 'Wonen' zijn primair bedoeld voor wonen. Aanvullend op het wonen worden ook door middel van een binnenplanse ontheffing aan-huis-verbonden beroepen toegestaan. Tevens zijn de gronden bestemd voor bij de woning behorende aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen, tuinen en erven en bouwwerken geen gebouwen zijnde. De regels voor aan- en bijgebouwen zijn te vinden in de 'Bijgebouwenregeling bij woonbestemming gemeente Oirschot'.

4.3.5 Algemene regels

In hoofdstuk 3 van de regels is een aantal standaardbepalingen opgenomen te weten, de anti-dubbeltelbepaling, algemene bouwregels, algemene ontheffingsregels, algemene wijzigingsregels en de algemene procedureregels.

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

De anti-dubbeltelbepaling is opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Artikel 5 Algemene bouwregels

In deze regel wordt, bij de toepassing van bepalingen van het bestemmingsplan, de aanvullende werking van de bouwverordening uitgesloten. Verder wordt in deze regel een opsomming gegeven van onderwerpen, waarop de bouwverordening wel van toepassing is.

Artikel 6 Algemene gebruiksregels

In dit artikel is een verbod opgenomen om de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming. Via de zogenaamde 'toverformule' is ontheffing van het genoemde verbod mogelijk, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Artikel 7 Algemene ontheffingsregels

In dit artikel is aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven om ontheffing te verlenen van bepaalde, in het bestemmingsplan geregelde, onderwerpen. Hierbij gaat het om ontheffingsregels die gelden voor alle bestemmingen in het plan.

Artikel 8 Algemene wijzigingsregels

In artikel 11 is aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven om gebruik te maken van een bestemmingswijziging. Hierbij gaat het om een wijzigingsbevoegdheid die geldt voor alle bestemmingen in het plan.

4.3.6 Overgangs- en slotregels

In het laatste hoofdstuk van de regels zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen.

Artikel 9 Overgangsrecht

In deze regel is vorm en inhoud gegeven aan het overgangsrecht.

Artikel 10 Slotregel

Als laatste is de slotregel opgenomen. Deze regel omschrijft de titel van het plan.