Plan: | Tuincentrum Eeneind |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0820.BPTuincentrEeneind-D002 |
Bij de inrichting van het perceel van het tuincentrum diende in sterke mate rekening te worden gehouden met de representatie en de landschappelijke inpasbaarheid. Het entreegebouw diende vanaf de toegangsweg het best zichtbaar te zijn en diende een representatieve architectuur te krijgen. De kassen aan weerszijden van het entreegebouw dienden minder prominent aanwezig te zijn. Parkeren gebeurt op eigen terrein nabij de entree en, tijdens pieken, ook op het overloopterrein ten zuiden van het gebouw. De overgang met het achterliggende bos is geleidelijk en wordt ingevuld door het aanplanten van een bosplantsoen op en rond het talud. Hiermee werd het terrein ingepast in het bestaande bosgebied en werd ook het hoogteverschil gemaskeerd. Voor het bosplantsoen werden inheemse soorten gebruikt, die ook in achterliggend bos (Papenvoortse Heide / Refelingse Heide) voorkomen. Door aanplant van deze overgang werd het karakter van de boszone versterkt en werd daarmee aan de doelstellingen van het landschapsbeleidsplan van Nuenen voldaan. Voor de overgang met de percelen langs de Parallelweg is voor een identieke inrichting gekozen. De perceelsgrens met het benzinepompstation aan de Collse Hoefdijk is, voor zover de beschikbare ruimte dit toeliet, ingericht als robuuste groenzone met groenblijvende heesters. De oorspronkelijk beoogde harde overgang aan de zijde van de Collse Hoefdijk is in overleg met het gemeentelijke Team Ruimtelijke Kwaliteit verzacht door de damwanden af te werken met een steil groenblijvend talud. Tenslotte zijn op de parkeerplaats bomen aangeplant om het groene karakter van het perceel te versterken.
Figuur 4.4: Schetsmatige weergave van de uitgangspunten voor de inrichting