direct naar inhoud van 4.4 Deelgebied tuincentrum
Plan: Tuincentrum Eeneind
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0820.BPTuincentrEeneind-D002

4.4 Deelgebied tuincentrum

De oorspronkelijke stort is indertijd afgedekt met een laag grond. Aangezien de stort vooraf niet werd afgevlakt, resulteerde dit in een geaccidenteerd terrein met een hoogteverschil tot ongeveer twee meter. Zoals uit figuur 4.3. blijkt, bevond de top zich aan de achterzijde en liep het terrein min om meer gelijkmatig af naar alle zijden. Mede vanwege het oppervlak en op bepaalde delen aanwezige begroeiing, viel het aanwezige hoogteverschil nauwelijks op.

afbeelding "i_NL.IMRO.0820.BPTuincentrEeneind-D002_0011.png"

Figuur 4.3: Hoogteverschillen binnen de voormalige stortplaats

Directe aanleiding voor onderzoek naar mogelijk hergebruik van deze stortlocatie was de wens verplaatsing van het aan de Berg gevestigde tuincentrum te faciliteren. Om voor een dergelijke voorziening geschikt te zijn, lag het voor de hand het terrein op één niveau af te werken, zodat hierop een bedrijfspand kon worden gerealiseerd met een direct daarop aansluitende buitenruimte. Dit is voor een tuincentrum van groot belang, omdat hiermee binnen het complex hellingbanen worden voorkomen. Een alternatieve terreininrichting met terrassen was derhalve geen optie. In het kader van het Hergebruiksplan is geopteerd voor een niveau dat circa 2 m boven het peil van de omliggende percelen ligt, teneinde te voorkomen dat de stort deels zou moeten worden afgegraven. Een dergelijk niveauverschil bood aanknopingspunten om de poortfunctie van dit perceel ook ruimtelijk manifest te maken. In verband hiermee zijn voor de inpassing van dit perceel en met name voor de vormgeving en afwerking van dit hoogteverschil de volgende oplossingsrichtingen in beeld gebracht:

  • a. Afwerkingsmodel 1: het gehele perceel wordt voorzien van een 'harde' wand (damwand);
  • b. Afwerkingsmodel 2: het gehele perceel wordt voorzien van een 'zachte' overgang (grondtalud);
  • c. Voorkeursmodel: een combinatie van een harde wand naar de rotonde op de Collse Hoefdijk en zachte overgangen aan de drie overige perceelsgrenzen. Deze oplossing past bij de sfeer en het karakter van de infrastructuur, maar ook bij het stedelijk karakter van de entreeruimte van het bedrijvenpark.

Deze laatste oplossing paste uiteindelijk het beste bij de sfeer en het karakter van de infrastructuur, maar ook bij het stedelijk karakter van de entreeruimte van het bedrijvenpark. Om die reden is voor dit model gekozen.