direct naar inhoud van Artikel 3 Cultuur en ontspanning
Plan: Opwettense Watermolen en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0820.BPBGOpwettenseWate-D001

Artikel 3 Cultuur en ontspanning

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor Cultuur en ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een watermolen, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  • b. museumfunctie in de vorm van bezichtigingsmogelijkheden van en voorlichting over de watermolen, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  • c. kleinschalige, ondergeschikte detailhandel in de vorm van verkoop van ter plaatse gemalen producten, alsmede van aanverwante producten ten behoeve van het bakken van brood en broodwaren;
  • d. een restaurant, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  • e. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarde van de watermolen, deels rijksmonument, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';

een en ander met bijbehorende voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte; in afwijking hiervan mogen ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan met die aanduiding is aangegeven.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mag maximaal 1 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag maximaal 2 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 6 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering, de afmetingen en/of de dakhelling van nieuw op te richten bebouwing, teneinde te voorkomen dat de cultuurhistorische waarde van de ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' gelegen panden, onevenredig wordt aangetast.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken binnen deze bestemming:

  • a. voor woondoeleinden.
3.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
3.5.1 Omgevingsvergunningsplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarde', voorzover tevens gelegen ter plaatse van de aanduiding 'horeca', een pand, of delen van dat pand, te slopen.

3.5.2 Uitzonderingen

Het onder 3.5.1. vervatte verbod geldt niet voor het slopen:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning of omgevingsvergunning is verleend;
  • b. welke betreffen het normale onderhoud, beheer en gebruik.
3.5.3 Toetsing

De in 3.5.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door het slopen, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige afbreuk wordt toegebracht aan de te beschermen architectonische of cultuurhistorische waarden. Dienaangaande wordt advies ingewonnen bij de gemeentelijke monumentencommissie.