Plan: | Wijzigingsplan Heusden Buitengebied Gasleiding |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0797.WPHEBUgasleiding-VG01 |
Het Nationaal Waterplan (NWP) is het rijksplan voor het waterbeleid voor de periode 2009-2015. Het NWP beschrijft welke maatregelen genomen moeten worden om Nederland ook in de toekomst veilig en leefbaar te houden en om de (economische) kansen die water biedt te benutten.
Het vroegtijdig betrekken van de waterbeheerder en het meewegen van het waterbelang is, door middel van de Watertoets, per 1 juli 2008 verankerd in art. 3.1.6 lid 1 sub b van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).
De watertoets is een overlegverplichting tussen initiatiefnemer en waterbeheerder(s) en geldt onder andere voor het vaststellen van een bestemmingsplan, of een wijzigings- en uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub a en b Wro. De watertoets omvat het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op even wichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten.
Het Waterschap Aa en Maas en De Dommel en de betreffende gemeenten, waaronder gemeente Heusden hebben een Waterplan opgesteld op basis van de Europese Kaderrichtlijn Water, de 4e Nota Waterhuishouding, Nota Waterbeheer 21e eeuw, het Nationaal Bestuursakkoord Water en de Wet gemeentelijke watertaken, de waterbeheerplannen van de waterschappen en de beleidsnotitie ‘ontwikkelen met duurzaam oogmerk’ van het waterschap De Dommel. De gemeente is verantwoordelijk voor hemelwater, grondwater en afvalwater. Het waterplan is kaderstellend en hierin zijn 7 doelen geformuleerd:
Onderzoek
Voor het aanleggen van de nieuwe gastransportleiding dienen werkzaamheden uitgevoerd te worden zoals het tijdelijk omlaag brengen van de grondwaterstand. Of en in hoeverre het omlaag brengen van de grondwaterstand invloed heeft op de omgeving is onderzocht in het Bemalingsadvies voor de ontwatering. Onderstaand wordt een samenvatting weergegeven van het bemalingsadvies.
Uit het bemalingsadvies kan worden afgeleid dat het plangebied een beschermde status heeft op grond van de provinciale verordening water, waardoor de voorgenomen bemalingen als vergunningplichtig dienen te worden beschouwd.
In de lokaal geplaatste peilbuizen zijn eenmalig grondwaterstanden afgeleid die circa 1,0 m lager zijn dan in de peilbuisgegevens van NITG-TNO. Overwogen kan worden om in de peilbuizen nabij de bouwputten, geplaatst door Organiserend Ingenieursburo BOOT, de grondwaterstand enige weken te monitoren en de referentiehoogten te controleren.
Ongewenste omgevingseffecten in de vorm van zettingen, verplaatsingen van bestaande bodemverontreinigingen, vochttekorten ter plaatse van landbouwpercelen en natuur, beïnvloeding van grondwateronttrekkingen derden en beïnvloeding van archeologische waarden worden niet voorzien. Een mogelijke opbrengstderving vanuit vochttekorten ter plaatse van landbouwpercelen en natuur zal rekentechnisch beperkt blijven binnen circa 5% op een afstand van meer dan 50 m vanuit de bouwputten.
Het lozen van het onttrokken water kan in overleg met het bevoegd gezag, zijnde het waterschap Aa en Maas, naar verwachting plaats vinden op het omliggende watergangenstelsel zonder bijzondere maatregelen.
Conclusie
Samenvattend vormt het aspect water geen belemmering voor het wijzigingsplan.