direct naar inhoud van 5.2 Waarden
Plan: Koesteeg, Nieuwkuijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0797.BPkoesteegnwkuijk-OH01

5.2 Waarden

5.2.1 Archeologie en cultuurhistorie

Onderstaande afbeeldingen geven uitsneden van de Cultuurhistorische Waardenkaart 2010 van de provincie Noord-Brabant weer. De eerste afbeelding laat het provinciaal belang zien, de tweede afbeelding toont de Cultuurhistorische Waardenkaart 2006, die ook onderdeel uitmaakt van de Cultuurhistorische Waardenkaart 2010. Onderhavig plangebied is aangeduid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0797.BPkoesteegnwkuijk-OH01_0031.jpg"

uitsnede cultuurhistorische waardenkaart - provinciaal belang

afbeelding "i_NL.IMRO.0797.BPkoesteegnwkuijk-OH01_0032.jpg"

uitsnede cultuurhistorische waardenkaart - rijksinformatie en cultuurhistorische waardenkaart 2006

5.2.1.1 Archeologie

In de Wet op de archeologische monumentenzorg is onder meer opgenomen dat voor bouwwerkzaamheden gelegen binnen een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde én met een oppervlakte van meer dan 100 m² een archeologisch onderzoek uitgevoerd moet worden.

Het plangebied ligt niet binnen een zone met de aanduiding hoge/middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Een archeologisch onderzoek is derhalve niet vereist.

Conclusie

Er zijn geen archeologische waarden van belang. Een nader onderzoek is niet vereist.

5.2.1.2 Cultuurhistorie

Uit de cultuurhistorische waardenkaart blijkt dat het plangebied binnen een molenbiotoop ligt. Het betreft hier de Emmamolen, een korenmolen, gelegen aan de St. Jorisstraat 16. De molen is gebouwd in 1886 en is een rijksmonument.

Ten behoeve van het in stand houden van de belangen van de molen als werktuig en beeldbepalend element is, mede gelet op de stedenbouwkundige belangen, voor de bebouwde kom een zogenaamde molenbeschermingszone van 200 meter van toepassing. Deze zone ligt niet over het plangebied en heeft derhalve geen gevolgen voor het plan.

De Koesteeg is aangeduid als 'historische geografie (lijn)' met waarde 'redelijk hoog'. De bomen langs de Koesteeg en de Meerdijk geven de grens weer van het voormalige landgoed Steenenburgh. Deze grens wordt langs de Koesteeg gemarkeerd door de aanplant van beuken. Met de huidige inrichtingsplannen blijft deze bomenrij in tact en wordt een goede ontsluiting van het gebied gerealiseerd. Tevens wordt het zandpad tussen de vaart en de bomenrij behouden in de nieuwe situatie als langzaamverkeerroute. Op deze wijze wordt de cultuurhistorische waarde van de Koesteeg gewaarborgd.

Conclusie

Er worden geen cultuurhistorische waarden aangetast.

5.2.2 Flora en fauna

De wettelijke bescherming van natuurgebieden is geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998. Sinds 1 oktober 2005 is hierin ook het beschermingsregime van de Vogel- en Habitatrichtlijn geïmplementeerd. Vogel- en Habitatrichtlijngebieden worden volgens de gewijzigde wet beschouwd als Beschermd Natuurmonument annex Natura 2000-gebied.

Staro Natuur en Buitengebied heeft een flora- en faunaonderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in het rapport 'Quickscan natuurwaarden Onderzoeksgebied Koesteeg Nieuwkuijk, d.d. februari 2009", zie bijlage 8.

De conclusies en het advies uit het rapport staan hieronder geciteerd:

In het onderzoeksgebied komen mogelijk verschillende beschermde soorten voor die vermeld staan op de lijsten van de Flora- en faunawet.

Soorten van FFlijst 1

(Mogelijk) voorkomende grondgebonden zoogdieren en een aantal soorten amfibieën komen voor op FFlijst 1. Voor soorten van FFlijst 1 geldt een vrijstelling: bij het uitvoeren van ruimtelijke ingrepen is het voor deze soorten niet noodzakelijk een ontheffing aan te vragen.

Soorten van FFlijst 2/3

Mogelijk voorkomende vogelsoorten staan vermeld op FFlijst 2/3 en zijn feitelijk ontheffingsplichtig. Indien de werkzaamheden echter worden uitgevoerd op de wijze zoals is beschreven in paragraaf 3.5, zullen geen nadelige effecten optreden ten aanzien van vogels en is het niet noodzakelijk een ontheffing aan te vragen. Mogelijk in het onderzoeksgebied voorkomende vleermuizen staan vermeld op FFlijst 3 en zijn ontheffingsplichtig. Naar verwachting treden er geen effecten op ten aanzien van vleermuizen.

Concluderend kan gesteld worden dat:

• de aanbevelingen met betrekking tot vogels in acht genomen dienen te worden,
• de werkzaamheden voor de overige soortgroepen geen overtreding van de natuurwetgeving tot gevolg hebben.

Advies

Met betrekking tot de buiten het onderzoeksgebied aanwezige groene structuren geldt dat deze voor vleermuizen een belangrijke rol vervullen als foerageergebied en vliegroute. Het is voor de hiervan gebruik makende populatie vleermuizen van essentieel belang dat deze structuren 'donker' blijven. Bij het uitvoeren van de ingrepen in het onderzoeksgebied dient hiermee rekening gehouden te worden.

Als advies wordt meegegeven dat het plaatsen van verlichting langs deze groene structuren voorkomen dient te worden. Indien dit niet mogelijk is dient deze verlichting zodanig geplaatst te worden dat de boomkronen niet verlicht worden, verlichting dus alleen middels lage lantaarnpalen. Ook dient zodanige verlichting gekozen te worden dat uitstraling naar de omgeving niet plaatsvindt. Bovenstaande geldt zowel voor straatverlichting als voor verlichting van de individuele tuinen en erven.

Conclusie

Een ontheffing van de Flora- en faunawet is niet nodig, mits een aantal aanbevelingen in acht worden genomen.

Er wordt geadviseerd bij het ontwerp van de verlichting van de openbare ruimte en de privé erven te voorkomen dat boomkronen verlicht worden in verband met de mogelijke aanwezigheid van vleermuizen in de omgeving van het plangebied.

5.2.3 Bomen effect analyse

Aan de rand van het plangebied staat, parallel aan de watergang, een rij beuken. Van Helvoirt Groenprojecten BV heeft een boom effect analyse uitgevoerd met de volgende onderzoeksdoelstellingen:

  • inzichtelijk maken van de huidige kwaliteit van de bomenrij;
  • beschrijven welk effect het voorgenomen inrichtingsplan heeft op de bomenrij;
  • vaststellen van aanbevelingen ten behoeve van een duurzaam behoud van de bomenrij met de huidige habitus.

De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in het rapport "Bomen Effect Analyse, Bomenrij Koesteeg, Gemeente Heusden, d.d. mei 2011, 20101807", zie bijlage 9.

Conclusie

De conclusie van het onderzoek is dat de voorgenomen ontwikkeling geen onacceptabel hoog risico voor de bomen vormt, mits aan een aantal voorwaarden tijdens de realisatie wordt voldaan.

Dit betreft onder meer het treffen van maatregelen die de bomen beschermen, waaronder het beschermen van de wortels door gebruik van bomengranulaat en het tijdelijk plaatsen van rijplaten, het opkronen van bomen in verband met de doorrijhoogte en de bomen af te schermen tijdens de werkzaamheden met hekwerken. Bij het uitvoeren van werkzaamheden wordt advies gegeven door ter zake kundige adviseurs.

Van Helvoirt Groenprojecten is betrokken bij het ontwerp van de openbare ruimte om de effecten van de ontwikkeling op de bomen te minimaliseren.