Koesteeg, Nieuwkuijk

5.3 Waterparagraaf

Grasveld Civiele Techniek heeft op basis van de volgende documenten het waterhuishoudingsplan, zoals in deze paragraaf beschreven, gemaakt:

• inrichtingsschets van Bureau Verkuylen, zie bijlage 2;
• situatiemeting van Coenradie, zie bijlage 3;
• geohydrologisch onderzoek, zie bijlage 6;
• brief waterschap Aa en Maas, d.d. 1 april 2010, zie bijlage 10; (De opmerkingen van het waterschap zijn verwerkt in voorliggend plan.)
• leidraad inrichting openbare ruimte (LIOR), d.d. 23 april 2010, gemeente Heusden.

Beleid Waterschap Aa en Maas

Het plangebied valt binnen het werkgebied van het Waterschap Aa en Maas. Het Waterschap heeft in haar Beleidsnota uitgangspunten watertoets zes centrale uitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten zijn:

• 1. Gescheiden houden van vuilwater en schoon hemelwater;
• 2. Doorlopen van de afwegingsstappen: hergebruik, infiltratie, buffering, afvoer;
• 3. Hydrologisch neutraal bouwen;
• 4. Water als kans;
• 5. Meervoudig ruimtegebruik;
• 6. Voorkomen van vervuiling;
• 7. Waterschapsbelangen;
• 8. Ruimteclaims voor waterberging:
  • a. ruimteclaims voor de aanleg van natte EVZ’s en beekherstel;
  • b. aanwezigheid en ligging watersysteem;
  • c. aanwezigheid en ligging waterkering;
  • d. aanwezigheid en ligging van infrastructuur en ruimteclaims tbv de afvalwaterketen in beheer van het waterschap.

De uitgangspunten van het waterschap komen in deze notitie aan de orde.

Gebiedskenmerken

Bestaand verhard oppervlak

Binnen het plangebied is bebouwing en terreinverharding aanwezig. De bebouwing bestaat uit een stal (ca. 12 x 3 m) en hok (ca. 5 x 4 m). De terreinverharding bestaat uit de insteekweg ter ontsluiting van Koesteeg 1. De bebouwing en terreinverharding zijn aangegeven op de situatiemeting van Coenradie, zie bijlage 3.

Hoogteligging

Uit de inmeting van Coenradie volgt dat het plangebied een maaiveldhoogte heeft variërend van ca. 3,10 + NAP tot ca. 3,90 m + NAP.

Ondiepe bodemopbouw

De bovenste 0,5 m tot 1 m bestaat uit humushoudend zand met daaronder matig fijn, matig siltig, zand. Op ongeveer 1,10 m tot 1,80 m + NAP is een laag veen met een dikte van ca. 0,25 m aangetroffen.

Grondwater

Door Lankelma zijn de volgende grondwaterstanden in het geohydrologisch onderzoek bepaald:

• gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) = 2,5 m + NAP;
• gemiddelde grondwaterstand (GMG) = 2,2 m + NAP;
• gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) = 2,0 m + NAP.

Afwegingsstappen

Voor het omgaan met het schone hemelwater zijn de afwegingsstappen hergebruik, infiltratie, buffering, afvoer doorlopen. Hergebruik van hemelwater wordt niet haalbaar geacht gezien de beperkte omvang van de ontwikkeling.

Conform de civieltechnische randvoorwaarden van de gemeente Heusden (V.12-2008) zal het schoonwater ter plaatse worden geïnfiltreerd. Gezien de doorlatendheid van de bodem als bepaald in het geohydrologisch onderzoek Lankelma is infiltratie van schoon hemelwater goed mogelijk. De doorlatendheid is door Lankelma bepaald op 5,2 tot 12,5 m per dag.

Voor de woningen wordt per woning vanaf het kavel door Ruimte voor Ruimte een uitlegger aangelegd, waar de hemelwaterafvoer op kan worden aangesloten, om zo het hemelwater af te voeren naar een centrale greppel die evenwijdig aan de Koesteeg wordt aangelegd. Het hemelwater van de Koesteeg zal via de berm in de greppel lopen.

Toekomstig watersysteem

In het watersysteem wordt onderscheid gemaakt in de droogweerafvoer (huishoudelijk afvalwater) en regenwaterafvoer (neerslag). Deze beide rioolwaterstromen worden gescheiden gehouden in overeenstemming met de uitgangspunten van het waterschap. Dit betekent dat er twee aparte rioolsystemen worden aangelegd. Beide systemen worden in onderstaande paragrafen separaat beschreven.

Droogweerafvoer

De droogweerafvoer (DWA) van de 11 bouwkavels voert af naar de bestaande vuilwaterriolering in de Nieuwkuijksestraat.
Het exacte aansluitpunt op de bestaande vuilwaterriolering wordt tijdens de civieltechnische planvoorbereiding in overleg met de gemeente Heusden bepaald.

Regenwaterafvoer

Het regenwater, afkomstig van de daken en inritten van de woningen en van de verharding van de 'nieuwe' Koesteeg wordt geïnfiltreerd in een tweetal greppels die parallel aan de nieuwe Koesteeg worden aangelegd.

Als gevolg van de ontwikkeling van de locatie worden 6 nieuwe Ruimte voor ruimte woningen en 5 nieuwe reguliere woningen en inrit van ca. 250 m2 gerealiseerd. De nieuwe terreinverharding in de Koesteeg bedraagt ca. 1950 m2.

Voor de realisatie van de zes Ruimte voor Ruimte woningen is elders ca. 6.000 m2 stalruimte afgebroken. In totaal wordt er (6 x 250 m2 + 2/3 deel van de terreinverharding Koesteeg) 1.500 m2 + 1.300 m2 = 2.800 m2 nieuwe verharding gecreëerd. Deze ontwikkeling is derhalve hydrologisch positief en een aanvullende waterbergingsvoorziening voor de nieuwe verharding is conform het beleid van het Waterschap dan ook niet noodzakelijk, zie ook het advies van het waterschap in bijlage 10.

De gemeente eist dat zowel het verhard oppervlak van de zes Ruimte voor Ruimte woningen als de vijf reguliere woningen wordt meegenomen in de waterbergingsberekening. Naast het verhard oppervlak van de woningen wordt ook het verhard oppervlak van de terrein verharding meegenomen. In totaal wordt derhalve 11 x 250 m2 (11 woningen) + 1.950 m2 (terreinverharding) = 4.700 m2 nieuwe verharding gerealiseerd.

Op basis van de tool hydrologisch neutraal ontwikkelen (HNO-tool) van waterschap Aa en Maas is onder maatgevende omstandigheden (neerslagreeks T = 10 + 10%) een berging benodigd van 185 m3. Daarbij mag een hoeveelheid van 256 m3 (neerslagreeks T = 100 + 10%) niet tot wateroverlast binnen het plangebied of bij derden leiden. Een uitdraai van de HNO-tool is als bijlage 11 toegevoegd.

De te realiseren greppels hebben een lengte van 165 m en een oppervlakte van 371 m2. Hierin kan 186 m3 (T=10 + 10%) geborgen worden. Het hemelwater van een bui T = 100 + 10% kan bovengronds worden afgevoerd naar de Nieuwe Loonse Vaart. Dit is in overleg met het Waterschap besproken en geaccordeerd. Omdat sprake is van een hydrologisch neutrale ontwikkeling en de afwatervoorziening op natuurlijke wijze zal plaatsvinden is bovendien geen watervergunning benodigd hiervoor. 

Aandachtspunten

Om vervuiling tegen te gaan dient de toepassing van uitlogende bouwmaterialen te worden voorkomen.