Koesteeg, Nieuwkuijk

4.3 Hoofdstructuur

In deze paragraaf worden de landschappelijke inpassing, de bebouwingsstructuur en het karakter van de openbare ruimte beschreven.

schematische weergave van de hoofdstructuur

4.3.1 Landschappelijke inpassing

De planlocatie ligt op de overgang van dorp naar buitengebied. Deze overgang wordt gemarkeerd door de aanwezigheid van de houtwal, die ook een belangrijke bouwsteen vormt in een groter geheel van lanen en houtwallen in de omgeving. De rechte lijn van deze houtwal vormt tevens een sterk structurerend element voor de planlocatie.

De houtwal met het huidige rijspoor van de Koesteeg

4.3.2 Bebouwingsstructuur

De huidige bouwgrens, achter de planlocatie, is net als elders in het dorp, een zeer informele grens waar vooral achterzijden van kavels zijn gericht naar het landschap. Dit plan biedt een interpretatie van dat informele karakter.

Een invulling met hoofdzakelijk vrijstaande woningen past uitstekend bij het karakter van de locatie. Onderlinge verschillen in positie, oriëntatie en architectuur van de woningen benadrukken de diversiteit die bij het informele karakter past.

Van oudsher is de verkavelingsrichting van het gebied leidend voor de oriëntatie van de nokrichtingen van de bebouwing. Deze richting versterkt de beleving van de diepte van de oorspronkelijke slagenverkaveling. Het is dus wenselijk om zoveel mogelijk woningen in deze richting te oriënteren zodat deze richting benadrukt blijft.

De nieuwe woningen zijn met de voorzijde (en dus het uitzicht) op het landschap georiënteerd. Daarmee is de nieuwe bebouwing aan de Koesteeg herkenbaar als een nieuwe dorpsrand. Door dus op bepaalde punten af te wijken van de dorpsstructuur (voorzijden aan het landschap) en op bepaalde punten juist aan te sluiten op die structuur ontstaat een plan met een eigen identiteit dat de dorpsstructuur op een passende wijze aanvult.

4.3.3 Karakter openbare ruimte

De openbare ruimte van het plangebied is ondergeschikt aan de formele openbare ruimte rond de Nieuwkuijksestraat. Van oudsher waren de insteekweggetjes in de strokenverkaveling onverhard. Daarna werden betonplaten toegepast, en nog later klinker- of asfaltverharding. Van scheiding van functies is in het algemeen niet of nauwelijks sprake. Al het verkeer maakt gebruik van dezelfde rijbaan. Bermen zijn eenvoudig ingericht met gras. Voor de openbare ruimte van de Koesteeg wordt een zelfde informeel karakter gekozen. Lokaal langzaamverkeer en autoverkeer delen dezelfde rijbaan. Deze is minimaal gedimensioneerd.

Dit is vertaald in de volgende uitgangspunten voor het ontwerp van de openbare ruimte:

• de rijbaan wordt uitgevoerd in gebakken klinkers;
• er komt geen aparte stoep voor voetgangers;
• het onverharde pad (tussen de bomenrij en de Nieuwe Loonse Vaart) blijft behouden als onderdeel van een netwerk van recreatieve wandelpaden;
• de berm tussen de nieuw aan te leggen weg en de nieuwe kavels wordt doorsneden door opritten met een breedte van maximaal 4 meter per kavel;
• de onderbegroeiing tussen de bomen blijft behouden en wordt extensief beheerd;
• er worden verlichtingsmasten met een bescheiden vormgeving ten oosten van de rijbaan gerealiseerd.