direct naar inhoud van 7.3 Regels
Plan: Tuincentrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002179-1401

7.3 Regels

De bestemmingsplanregels zijn gebaseerd op de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP 2008) en het Handboek digitale bestemmingsplannen van de gemeente 's-Hertogenbosch. De bestemmingsplanregels zijn verdeeld over vier hoofdstukken, te weten:

  • hoofdstuk 1: inleidende regels;
  • hoofdstuk 2: bestemmingsregels;
  • hoofdstuk 3: algemene regels;
  • hoofdstuk 4: overgangs- en slotregels.
7.3.1 Inleidende regels

De artikelen in hoofdstuk 1 van de bestemmingsplanregels hebben betrekking op de toepassing van de bestemmingsplanregels.

In artikel 1 wordt een omschrijving van de in de regels gehanteerde begrippen gegeven. Het centrale begrip in dit bestemmingsplan is wat verstaan moet worden onder een tuincentrum en in het bijzonder welke producten deel uitmaken van het assortiment, mede in het licht tegen de ontwikkeling van assortimentsverbreding en branchevervaging (zie 3.3.4 Nota Detailhandel 's-Hertogenbosch 2011).

Voor de begripsomschrijving 'tuincentrum' is gebruik gemaakt van de begripsomschrijving uit de Verordening Ruimte en aangevuld met detailhandel in woonaccessoires, cadeau- en sfeerartikelen voor binnens- en buitenshuis, tuin- en doe het zelf gerelateerde (werk)kleding, detailhandel in aan feestdagen gerelateerde artikelen, dienstverlening gerelateerd aan de genoemde producten en functie-ondersteunende horeca. Overeenkomstig de Nota Detailhandel 's-Hertogenbosch 2011 is de maximale verkoopvloeroppervlakte aan detailhandel in woonaccessoires, cadeau- en sfeerartikelen voor binnens- en buitenshuis, tuin- en doe het zelf gerelateerde (werk)kleding begrensd op basis van de bestaande verkoopvloeroppervlakte aan deze artikelen (.2000 m²; op basis van een inventarisatie van april 2013). Daarnaast is de verkoop van streekproducten op het gebied van food, agro en natuurbeleving mogelijk gemaakt. De verkoopvloeroppervlakte voor streekproducten mag niet meer dan 250 m² bedragen.

Artikel 2 geeft de meet- en rekenwijze aan. Deze bepalingen gelden voor alle bestemmingen.

7.3.2 Bestemmingsregels

Hoofdstuk 2 van de regels omvat een toelichting op de in het plangebied voorkomende bestemmingen. In het plangebied komen drie bestemmingen en één dubbelbestemming voor.

Artikel 3 Detailhandel

De bestemming 'Detailhandel' is gelegd op het westelijke deel van het plangebied. Op gronden met deze bestemming is onder meer een tuincentrum toegestaan. Andere toegestane functies zijn erven en terreinen, een parkeerterrein en verkeersvoorzieningen. Vanwege hun ruimtebeslag zijn deze functies opgenomen als hoofdfunctie en niet als ondergeschikte functie.

Binnen de bestemming 'Detailhandel' is ook horeca als ondergeschikte functie toegestaan. De horeca moet functie-ondersteunend zijn aan het tuincentrum en de bedrijfsvloeroppervlakte van de horeca mag niet meer dan 600 m² bedragen.

Op de verbeelding is een groot bouwvlak voor het bestaande bedrijfsgebouw / hoofdgebouw opgenomen. Dit bouwvlak mag volledig worden bebouwd. Middels aanduidingen in het bouwvlak is de maximale goot- en bouwhoogte geregeld.

Tevens zijn op de verbeelding twee kleinere bouwvlakken voor de twee bestaande (romney)loodsen opgenomen. De beide bouwvlakken mogen volledig worden bebouwd. Middels aanduidingen in deze bouwvlakken is de maximale goot- en bouwhoogte geregeld.

Ten behoeve van het tuincentrum is één bedrijfswoning toegestaan. De bedrijfswoning dient binnen het bouwvlak met de aanduiding 'bedrijfswoning' te worden gebouwd. De maximale inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m³ bedragen. Bij deze bedrijfswoning is maximaal één vrijstaand bijgebouw met een maximale goot- en bouwhoogte van 3 en 4,50 meter en een maximale inhoud van 150 m³ toegestaan.

Buiten het bouwvlak zijn met een afwijkingsbevoegdheid gebouwen en overkappingen onder voorwaarden toegestaan.

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een maximale bouwhoogte van 5 meter. Uitzonderingen daarop zijn een reclamemast, vlaggenmasten en lichtmasten. Er is één reclamemast toegestaan. De maximale bouwhoogte van deze reclamemast bedraagt 37 meter. Voor vlaggenmasten en lichtmasten bedraagt de maximale bouwhoogte respectievelijk 10 en 12,50 meter.

Artikel 4 Groen

De gronden met de bestemming 'Groen' liggen aan de west-, noord- en oostzijde van het plangebied. Deze gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen en plantsoen en bedoeld ter afscherming van het tuincentrum. Onder voorwaarden zijn één gebouw en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

In de westelijke groenstrook is de aanduiding 'parkeerterrein' opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding zijn tevens parkeervoorzieningen toegestaan.

Artikel 5 Verkeer

De bestemming 'Verkeer' heeft betrekking op het oostelijke deel van het plangebied. Binnen de bestemming 'Verkeer' zijn onder andere onverharde parkeervoorzieningen als (overloop bij incidentele activiteiten) en standplaatsen toegestaan. Als ondergeschikte voorzieningen mogen standplaatsen worden gebruikt voor incidentele (detailhandels)activiteiten ten behoeve van het tuincentrum gebruikt. Een voorbeeld is de plaatsing van een oliebollenkraam.

Onder voorwaarden zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

Artikel 6 Leiding - Hoogspanningsverbinding

Deze dubbelbestemming is gegeven aan de bovengrondse hoogspanningsleiding aan de noordzijde van het plangebied. Ter bescherming van de hoogspanningsverbinding prevaleren de regels van deze dubbelbestemming boven de regels van de bestemming 'Detailhandel'. Alleen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd ten behoeve van de dubbelbestemming. Verder mogen onder voorwaarden bepaalde werken en werkzaamheden worden uitgevoerd. Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming 'Detailhandel' is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen.

7.3.3 Algemene regels

In de algemene regels zijn de anti-dubbeltelregel, algemene bouwregels, algemene gebruiksregels en algemene afwijkingsregels opgenomen. Deze algemene regels gelden voor het gehele bestemmingsplan.

7.3.4 Overgangs- en slotregels

Dit vierde en laatste hoofdstuk bevat het overgangsrecht en de slotregel.