direct naar inhoud van Artikel 14 Leiding - Gas
Plan: Bedrijventerreinen (Treurenburg, Maaspoort, Hambakenwetering, Brabantpoort, D...
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002178-1401

Artikel 14 Leiding - Gas

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemmingen), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van gasleidingen.

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel voor de bepalingen, die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

14.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de medebestemming Leiding - Gas worden gebouwd, mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 meter.

14.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.2 voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de overige bestemmingen (basisbestemmingen) van deze gronden, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de veiligheid met betrekking tot de gasleiding mag niet worden geschaad en er mogen geen kwetsbare objecten worden toegelaten;
  • b. het onderhoud en beheer van de gasleiding mag niet worden belemmerd;
  • c. het bevoegd gezag dient schriftelijk advies in te winnen bij de leidingbeheerder;
  • d. de bouwwerken dienen te voldoen aan de bouwregels opgenomen binnen de basisbestemming.
14.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

14.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde in 14.4, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

14.6 Omgevingvergunning voor werken en werkzaamheden
14.6.1 Vergunningplicht

Het is verboden op de tot Leiding - Gas bestemde grond, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren, die de veiligheid kunnen schaden of de continuïteit van de energievoorziening in gevaar kunnen brengen:

  • a. het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting;
  • b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • c. het verrichten van grondroeractiviteiten (bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage) anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • d. diepploegen;
  • e. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • f. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • g. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • h. het aanleggen van waterlopen of het afgraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen.
14.6.2 Uitzondering vergunningplicht

Het in artikel 14.6.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:

  • a. welke het normale onderhoud en beheer van de gasleiding betreffen;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.
14.6.3 Toetsingscriteria
  • a. De werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 14.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en er geen onevenredige aantasting van de energievoorziening kan ontstaan.
  • b. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in artikel 14.6.1 wordt het advies ingewonnen van de leidingbeheerder.