Plan: | Hoogwater 's-Hertogenbosch |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002125-1401 |
Ruimtelijke plannen moeten expliciet rekening houden met aanwezige natuurwaarden. Deze waarden zijn als zodanig vastgelegd in Europees beleid, Rijksbeleid en provinciaal beleid. Hieronder wordt aangegeven hoe er in het bestemmingsplan rekening is gehouden met ecologische structuren, belangrijke gebieden en belangrijke soorten. Het bestemmingsplan regelt alleen zaken in aanvulling op het natuurbeleid.
Bescherming ecologische structuren (Ecologische Hoofdstructuur, EHS)
Het natuurbeleid van Rijk en provincie is benut voor dit plan. Actuele natuur- en landschapswaarden worden als zodanig beschermd. De provinciale zonering van de structuurvisie en verordening vormt hiervoor de leidraad (zie systematiek (gebieds)bestemmingen). Bescherming van deze waarden geschiedt via een gerichte (gebieds)bestemming en een aanduiding van aanwezige waarden. De EHS is in de bestemmingen verwerkt.
Bescherming gebieden (Natura2000, NB Wet)
De gebiedsbescherming is primair geregeld via de Natuurbeschermingswet. De reeds beschermde natuurmonumenten en de Natura2000 gebieden worden via deze wet beschermd. De Natura2000 gebieden genieten een bijzondere bescherming. Voor nieuwe ontwikkelingen in de omgeving van deze gebieden zal tevens getoetst moeten worden op (mogelijke) negatieve effecten op de natuurwaarden. Indien kans is op negatieve effecten dan is er sprake van vergunningplicht in het kader van de Natuurbeschermingswet. Aanwezige Natura2000 gebieden zijn bestemd als natuurgebied dan wel als agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden.
Binnen of nabij de grenzen van het plangebied ligt Natura2000 gebied Vlijmens Ven, Moerputten en Bossche Broek. De instandhoudingsdoelen van een Natura2000 gebied bepalen wat in en om het gebied wel of niet mogelijk is. De beoordeling hiervan is aan de orde indien één of meerdere ontwikkelingen die in een plan worden voorzien, mogelijk gevolgen kunnen hebben voor het gebied dat binnen het plangebied of in de omgeving van het plangebied ligt (externe werking). De soorten, die in het Natura2000 gebied voorkomen zijn gebonden aan waarden/ kenmerken. Deze worden doorvertaald in het bestemmingsplan. Ook zonering vanuit de structuurvisie/ verordening en reconstructieplan zijn opgenomen, waardoor het Natura2000 gebied adequaat is doorvertaald. Met betrekking tot Natura2000 is nog geen beheerplan opgesteld. Zodra het concept beheerplan naar het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie is gestuurd, kan het ministerie het aanwijzingsbesluit definitief maken en daarna kunnen Gedeputeerde Staten en het ministerie het ontwerp beheerplan opstellen en vaststellen. Indien noodzakelijk kan het bestemmingsplan partieel worden herzien.
Bescherming soorten (Flora- en Faunawet)
De soortenbescherming is primair geregeld via de Flora- en Faunawet. Deze wet voorziet in de bescherming van in het wild voorkomende inheemse plant- en diersoorten. Deze wet kent een algemene zorgplicht met verbodsbepalingen, ontheffingen, gedragscodes en ontheffingen. Voor beschermde soorten is behoud van hun leefgebied van levensbelang, daarom levert dit plan door de bescherming van het leefgebied indirect ook een bijdrage aan de bescherming van de daarbinnen levende soorten.
Verder wordt bij afwijkingen en wijzigingen als nadere eis opgenomen dat er geen negatieve effecten mogen zijn op beschermde NB-wet gebieden dan wel op beschermde planten en dieren.
In het kader van de m.e.r. heeft een globale voortoets plaatsgevonden. Hieruit bleek het onderstaande. Uitgangspunten bij het bepalen van de effecten op natuur zijn:
Natura2000
Er zijn geen effecten te verwachten op habitattype 'Laaggelegen schraalhooiland' aangezien de inundatie in de winterperiode plaatsvindt. Effecten op mierennesten, en daarmee Donker pimpernelblauwtje en Pimpernelblauwtje zijn niet te verwachten. Drijvende waterweegbree en 'Kalkhoudende wateren' komen ook voor in het waterbergingsgebied en zullen dus negatieve effecten ondervinden door gesedimenteerd voedselrijk slib. Grote en Kleine modderkruiper zullen geen negatief effect ondervinden van het slib. Het waterbergingsgebied biedt goede kansen voor een bijdrage aan herstelopgaven ten aanzien van instandhoudingsdoelen. Dit komt vooral door de mogelijkheden om schrale hooilanden met een kleine waterschijf jaarlijks te inunderen en de uitgebreide migratieroutes die voor pimpernelblauwtjes gecreëerd worden.
Effecten inundatie op bestaande natuurwaarden
De effecten van de waterberging zullen het grootst zijn op natuurdoeltypen van schrale omstandigheden.
Mogelijkheden voor nieuwe natuur
Er zijn mogelijkheden voor de uitbreiding van Grote pimpernel en het areaal Laaggelegen schraalhooiland. Er zijn mogelijkheden voor uitbreiding van potentiële natuurwaarden en het is mogelijk kwel te herstellen. De nieuw aan te leggen kades kunnen goed functioneren als geleidingselementen.
Informatie voortkomend uit het Projectplan HOWABO conform Waterwet:
In het kader van het Projectplan HOWABO is een voortoets uitgevoerd (zie Bijlage 2). Deze kent een meer gedetailleerd detailniveau dan de voortoets uit de m.e.r. Uit de Voortoets Inrichtingsplan blijkt dat in het kader van de natuurbeschermingswet geen significant negatieve, dan wel onaanvaardbare effecten voorzien zijn die duurzame instandhouding en uitbreiding van arealen en populaties in de weg staan. Voor de grote en kleine modderkruiper is wel een - zeer beperkt - effect voorzien. De totaaleffecten, HOWABO + NNP + Natura2000 zullen echter voor alle soorten ruimschoots positief zijn. Omdat er tijdelijk negatieve effecten optreden is een NB-wetvergunning nodig. Omdat er geen kans is op significant negatieve effecten, is geen passende beoordeling nodig. Er is geen reden om aan te nemen dat de NB-wetvergunning niet verleend zal worden.
Voor de grote modderkruiper en de bittervoorn is een ontheffing noodzakelijk in het kader van de flora- en faunawet. Er is geen reden om aan te nemen dat de ontheffing niet verleend zal worden.
Specifieke informatie betreffende de gemeente 's-Hertogenbosch:
Voor het grondgebied van de gemeente 's-Hertogenbosch zijn geen specifieke ecologische aspecten benoemd anders dan de algemene aspecten die hierboven zijn beschreven.