direct naar inhoud van 6.1 Bodem en grondwater
Plan: Hoogwater 's-Hertogenbosch
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002125-1401

6.1 Bodem en grondwater

Informatie voortkomend uit het MER:

Verontreinigingen

Door het waterschap Aa & Maas zijn waterkwaliteitsgegevens aangeleverd van de afgelopen jaren. In het Drongelenskanaal zijn twee meetpunten gelegen. De gemeten waarden zijn getoetst aan de normen van het Maximaal Toelaatbaar Risico (MTR-normen). Over het algemeen ligt de concentratie van stikstof en fosfaat en de metalen koper, zink en nikkel boven de MTR-norm, ook voordat de beek de Zandley uitmondt in het kanaal. Bij de effectbepaling op de waterkwaliteit is gekeken naar huidige waterkwaliteit. In de toekomst zal de waterkwaliteit van de Dommel en de Aa verbeteren en moet de waterkwaliteit gaan voldoen aan de normen van de KRW. In de toekomstige situatie zullen eventuele effecten op de waterkwaliteit daardoor afnemen.

In het waterbergingsgebied liggen verschillende meetpunten voor waterkwaliteit van het waterschap Aa en Maas. In de meeste meetpunten ligt de concentratie koper en nikkel boven de MTR-norm. Zink ligt in alle meetpunten beneden de MTR-norm. In de meeste meetpunten, vooral de doorgaande watergangen, liggen de fosfaat- en stikstofwaarden boven de MTR-norm. De gemeten waterkwaliteit in het Drongelenskanaal (meetpunt Cromvoirt, vóórdat de Zandley uitmondt in het kanaal) is over het algemeen slechter dan de waterkwaliteit in het gebied. Omdat de waarden voor stikstof, fosfaat en koper en nikkel in het gebied al relatief hoog zijn, zal de negatieve invloed van het ingelaten water vanuit het Drongelens kanaal op de waterkwaliteit in het gebied gering zijn zeker gelet op de zeer lage frequentie waarbij dit zal plaatsvinden.

De inlaat van gebiedsvreemd water met hoge sulfaatgehalten en een hoge hardheid kan leiden tot versnelde afbraak van veengronden, waarbij extra nutriënten vrijkomen. In het waterbergingsgebied zijn echter alleen zand- en kleigronden aanwezig. De veengronden zijn alleen aanwezig rondom de Moerputten.

In de uitgevoerde Voortoets HOWABO-varianten in het kader van Natura2000 (ARCADIS, 2 november 2007) is reeds gekeken naar de invloed op de waterkwaliteit bij overstroming van gebieden. Hierbij is gefocust op slibafzet, nutriënten en verontreinigingen. Hieruit is gebleken dat tijdens hoog water het zwevend stof gehalte in de Dommel toeneemt naar circa 20 mg/l. Als al het slib zou bezinken, is deze hoeveelheid (20 mg/l) theoretisch te klein, om een significante sliblaag af te zetten. Ook uit praktijkervaringen (in de uiterwaarden van de Rijn en de Waal) blijkt dat de hoeveelheid slib die achter blijft na een periode van inundatie, zeer beperkt is (maximaal enkele millimeters). Door turbulentie tijdens de stroming komt slechts een gedeelte van het slib tot bezinking (vooral de fractie groter dan 16 ?m). Een gedeelte van het slib zal bij leeglopen het gebied weer verlaten.

Geohydrologie en kwelbezwaar

De mogelijke (tijdelijke) invloed op het grondwatersysteem naar omliggend bebouwd gebied is voorspeld op grond van (bodem)technische gegevens, hoogteligging van omliggende bebouwing en waterstanden.

In het Vughtse deel van het waterbergingsgebied HOWABO zijn vier bouwblokken aanwezig die direct tegen een kade komen te liggen. Aan de buitenzijde komt bij overstroming circa 50-120 cm water te staan. Door dit hoogteverschil kan aan de binnenzijde grondwateroverlast ontstaan. Dit heeft mogelijk gevolgen voor mogelijk aanwezig zijnde gierkelders en brandstoftanks. In het Projectplan HOWABO zijn mitigerende maatregelen opgenomen.

Door de kweldruk die in het gebied aanwezig is, is de verwachting dat het geborgen water bovenop het maaiveld, weinig invloed heeft op de grondwaterstand in de omgeving. In het noordelijk deel zijn overwegend kleigronden aanwezig. De kleigronden hebben een storende werking op de verticale grondwaterstroming. Om deze reden is de verwachting dat het water op het maaiveld weinig invloed heeft op de grondwaterstand in de omgeving.

Aan de westzijde wordt het beïnvloedingsgebied begrensd door de bebouwde kom van Vlijmen. De waterstand op het maaiveld aan de buitenzijde van de kade ligt tussen de 0 cm en 100 cm. De woningen die grenzen aan het beïnvloedingsgebied, liggen op basis van het Algemeen Hoogtebestand Nederland (AHN) circa twee meter hoger. Om deze reden is in dit deel ernstige grondwateroverlast als gevolg van de waterberging niet te verwachten.

Grondbalans

Voor het aanleggen van kades voor het waterbergingsgebied is grond nodig. Voor de totstandkoming van de natte natuurparels in en nabij het HOWABO-gebied dient de bouw voor te worden afgegraven. Het afgraven van de bouw voor gebeurt in delen van de Vughtse Gement, buiten het plangebied van het bestemmingsplan. Uitgangspunt is dat deze grond zoveel mogelijk ingezet zal worden voor de aanleg van de kades.

Verontreinigingen uit bodem

Uit historisch bodemonderzoek1 is gebleken dat de kadetracés beschouwd kunnen worden als onverdachte locaties. Het aspect bodemverontreiniging vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van HOWABO.

Explosieven

Er is een vooronderzoek2 verricht naar de mogelijke aanwezigheid van explosieven in de bodem. Uit dit onderzoek blijkt dat er een kans is, dat er conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog in de grond aanwezig zijn. Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop werkzaamheden voor HOWABO worden uitgevoerd. Tijdens de uitvoering van werkzaamheden zal aandacht zijn voor de mogelijke aanwezigheid van explosieven. Dat conventionele explosieven mogelijk in de bodem aanwezig zijn, staat de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan niet in de weg.