Plan: | Hoogwater 's-Hertogenbosch |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002125-1401 |
Het relevante beleidskader op provinciaal / regionaal niveau omvat de volgende elementen:
In cursief is telkens aangegeven wat deze beleidskaders betekenen voor het bestemmingsplan Hoogwater 's Hertogenbosch
De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Noord-Brabant (Structuurvisie RO) is op 1 januari 2011 in werking getreden. De Structuurvisie RO geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De visie ondersteunt daarnaast het beleid op andere provinciale beleidsterreinen, zoals het economisch-, mobiliteits-, sociaal-, cultureel-, milieu- en natuurbeleid.
De provinciale Structuurvisie RO is een belangrijke schakel tussen de structuurvisies van het Rijk en de gemeenten op het vlak van ruimtelijke ordening. Met deze structuurvisie biedt de provincie helderheid aan gemeenten over de provinciale belangen en de wijze waarop de provincie daarbij haar instrumentarium inzet. Met deze structuurvisie geeft de provincie ook (mede) gestalte aan nationale ruimtelijke belangen en doelen. Het beleid uit de provinciale Structuurvisie RO is door vertaald in concrete regels zoals opgenomen in de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011.
In de Structuurvisie RO benoemt de provincie haar provinciale ruimtelijke belangen en de wijze waarop zij deze behartigt. De structuurvisie is opgebouwd uit een 'Deel A Visie en sturing' en een 'Deel B Structuren en beleid'. In Deel A is de ruimtelijke visie, de belangen en de sturingsfilosofie is opgenomen. De ruimtelijke visie is uitgewerkt in dertien provinciale ruimtelijke belangen:
De provincie wil haar doelen bereiken vanuit de filosofie: 'samenwerken aan kwaliteit'. De wijze waarop de provincie deze ruimtelijke belangen behartigt, is uitgewerkt in vier manieren van sturen. Dat zijn: regionaal samenwerken, ontwikkelen, beschermen en stimuleren.
In 'Deel B Structuren en beleid' staat op welke wijze de provincie stuurt op de functies in Noord-Brabant. Daarvoor zijn vier ruimtelijke structuren opgesteld: de groenblauwe structuur, het landelijk gebied, de stedelijke structuur en de infrastructuur. Binnen deze structuren worden de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen opgevangen en kiest de provincie voor een bepaalde ordening van functies. De structuren geven een integrale hoofdkoers aan: een ruimtelijk ontwikkelingsperspectief voor een combinatie van functies.
Figuur 6: Kaartuitsnede Structurenkaart Structuurvisie RO Noord-Brabant
Voor het bestemmingsplan Hoogwater 's Hertogenbosch is de groenblauwe structuur van belang. Het plangebied van het bestemmingsplan valt in een op de structurenkaart aangegeven waterbergingsgebied (zie figuur 6). Hiervan zegt de provincie dat deze functie is te combineren met andere gebruiksfuncties zoals grondgebonden landbouw, extensieve recreatie en natuur.
Het beleid ten aanzien van waterbergingsgebieden beschrijft de provincie als volgt:
De gebieden worden in samenhang met de omliggende waarden ontwikkeld. De inrichting van het water en de watersystemen draagt bij aan de identiteit van het landschap in het gebied. Het gaat bijvoorbeeld over de relatie met historische elementen zoals kades en inundatievlaktes, het creëren van natuur, het vormgeven van een mooie overgang stad-land of een landschapsinrichting op een eigentijdse wijze. Door de inrichting van een robuuste groenblauwe structuur waarbij natuurgebieden en waterbergingsgebieden in samenhang met het watersysteem worden ontwikkeld, kunnen de klimaateffecten op het waterbeheer beter worden opgevangen.
HOWABO en de planologische verankering in het bestemmingsplan Hoogwater 's Hertogenbosch sluiten volledig aan bij het provinciaal beleid.
Met de nieuwe Wro die in juli 2008 in werking is getreden is het vastleggen van het provinciale beleid en het doorvertalen daarvan naar een lager bestuursniveau, veranderd. In de provinciale structuurvisie wordt het provinciale beleid vastgelegd. Daarnaast worden in de provinciale verordening regels opgenomen waarmee de binding van de lagere overheden aan het provinciale beleid juridisch kan worden vastgelegd.
In de provinciale verordening is primair het bestaande provinciale beleid zoals dat in de Interimstructuurvisie "Brabant in Ontwikkeling" is beschreven, vastgelegd. Het hoofddoel is een zorgvuldiger gebruik van de ruimte. Dit beleid is gericht op de versterking van de stedelijke structuur en het open houden van het landelijke gebied. Daartoe zijn stedelijke en landelijke regio's aangewezen.
De Verordening ruimte bevat regels over de volgende onderwerpen:
Figuur 7: Kaartuitsnede Verordening ruimte Noord-Brabant, onderdeel waterberging
De verordening stelt dat een bestemmingsplan regels bevat ter bescherming van het waterbergingsgebied. De waterbergingsgebieden zijn op de kaart behorende bij de verordening weergegeven (zie figuur 7). Het bestemmingsplan Hoogwater 's Hertogenbosch heeft als doelstelling het mogelijk maken van de waterberging en heeft als zodanig regels die de functie waterberging beschermen. Hiermee voldoet het bestemmingsplan aan de in de provinciale verordening gestelde eisen.
Het reconstructieplan Maas en Meierij is, na vaststelling door de provincie en goedkeuring door het Rijk, in 2005 in werking getreden. Onderdelen van een reconstructieplan zijn met toepassing van artikel 27 van de Reconstructiewet aangewezen voor (directe) planologische doorwerking.
Het reconstructieplan streeft er naar om de problemen in het landelijke gebied structureel en op een samenhangende manier aan te pakken. Een belangrijk onderwerp daarbij is de zonering van de conflicterende functies intensieve veehouderij en natuur, landschap, recreatie en wonen. De integrale zonering geeft inzicht in de ontwikkelingsmogelijkheden voor intensieve veehouderijbedrijven in extensiverings-, verwevings- en landbouwontwikkelingsgebieden. Deze zonering heeft een rechtstreekse doorwerking in het bestemmingsplan. Verder zijn er richtlijnen opgenomen voor het aangeven van duurzame locaties voor intensieve veehouderij. In het reconstructieplan zijn tevens de begrenzingen van natte natuurparels en bijbehorende beschermingszones, inundatiegebieden en in te richten waterbergingsgebieden, beekherstelgebieden en de regionale natuur- en landschapseenheden (RNLE's) opgenomen. De doorwerking in het bestemmingsplan is gewijzigd als gevolg van de uitspraak van Raad van State.
Op 2 mei 2007 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) uitspraak gedaan over het Reconstructieplan Maas en Meierij. De Raad van State laat de kern van de reconstructieplannen, zijnde de integrale zonering, nagenoeg overeind. Dat geldt ook voor de directe wettelijke planologische doorwerking (ex artikel 27 Rcw) van de integrale zonering zelf.
Naar aanleiding van de uitspraak van Raad van State over de reconstructieplannen hebben Provinciale Staten op 27 juni 2008 de correctieve herziening reconstructieplan Maas en Meierij, de Nota van zienswijze en de Nota van wijziging vastgesteld.
Motivering integrale zonering
De Raad van State heeft de uitgangspunten voor de totstandkoming van de integrale zonering niet als onredelijk beoordeeld. Om die reden is ook de planologische doorwerking van de begrenzing van de integrale zonering grotendeels in stand gebleven. De planologische doorwerking van het in het reconstructieplan opgenomen beleid voor de integrale zonering werd vernietigd. Dit betekent niet dat het beleid als zodanig ter discussie staat. Integendeel, de Raad van State heeft ook in zijn overwegingen aangegeven, dat de beleidsuitgangspunten van de integrale zonering door de gemeenten bij het aanpassen van hun bestemmingsplannen gehanteerd zouden moeten worden.
Een deel van het plangebied van het bestemmingsplan Hoogwater 's-Hertogenbosch is aangewezen als extensiveringsgebied. Om deze aanduiding te waarborgen zijn regels opgenomen in het bestemmingsplan.
Motivering natte natuurparels en beschermingszone
In het reconstructieplan worden de doelstellingen met betrekking tot bescherming en herstel van natte natuurparels beschreven. In de provinciale Verordening Water is het beschermde gebied waterhuishouding opgenomen. Dit komt globaal overeen met de Groene hoofdstructuur Natuur (GHS-Natuur). De natte natuurparels vormen een deel van deze GHS-natuur. Om de natte natuurparels is een beschermde zone aangewezen. In de verordening waterhuishouding is deze zone alleen zichtbaar buiten de GHS-natuur en is hier attentiegebied genoemd.
In de correctieve herziening is aangegeven, dat gekozen is voor een zone van gemiddeld 500 meter rondom de natte natuurparels. Dit omdat uit eerder, in opdracht van de provincie Noord-Brabant uitgevoerde berekeningen, is gebleken dat de gezamenlijke effecten van kleine ingrepen in de waterhuishouding zich in de meeste gevallen uitstrekken over ten minste deze afstand en in veel gevallen zelfs over een grotere afstand. Afzonderlijk is het effect van dergelijke ingrepen vaak klein, maar gezamenlijk kunnen grote effecten worden veroorzaakt. Het individueel bepalen van de effecten van elk van deze kleine ingrepen is technisch niet uitvoerbaar. Noord-Brabant kent een zeer gevarieerde bodemopbouw. Uiteraard zullen verschillen in de ondergrond kunnen leiden tot verschillen in effecten en daarmee zou op de ene plaats de beschermingszone kleiner dan 500 meter kunnen zijn en op de andere plaats groter moeten zijn. Het is echter onmogelijk om dergelijke verschillen in algemene regelgeving neer te leggen. Zo hebben ingrepen in hogere delen van een gebied soms geen, maar veel vaker wel degelijk een effect op de lagere delen en vormen breuken slechts in uitzonderlijke gevallen een werkelijke hydrologische barrière tegen de effecten van ingrepen. Gezien het vaak zeer lokale karakter van de verschillen en het feit dat vrijwel nooit in algemene zin uitspraken over effecten kunnen worden gedaan is gekozen voor een zonering.
Dat de zones van - in beginsel - 500 meter in de praktijk in breedte toch variëren, is het gevolg van het feit dat bij de begrenzing zo veel mogelijk herkenbare grenzen zijn gevolgd (bv. wegen of waterlopen) óf, wanneer dat niet mogelijk bleek, de grenzen van percelen zijn gevolgd. Op die manier is voorkomen dat de zone van 500 meter dwars door percelen zou lopen waardoor het beschermingsbeleid niet of zeer lastig kan worden gehandhaafd. Omdat in sommige gevallen zeer grote percelen grenzen aan de natte natuurparels, kon niet altijd worden voorkomen dat in die gevallen de zone groter is dan 500 meter. Anderzijds is in veel gevallen de zone kleiner dan 500 meter, juist om te voorkomen dat als gevolg van de percelering een veel bredere zone zou moeten worden aangewezen.
In het bestemmingsplan Hoogwater 's Hertogenbosch zijn uit de correctieve herziening de motiveringen voor de integrale zonering, (de beschermingszone rondom) de natte natuurparels en waterbergingsgebieden overgenomen.
Motivering waterberging
Gelet op de opdracht met betrekking tot het thema waterberging en het feit dat ten aanzien van de omvang en ligging van de bestaande inundatiegebieden en concreet in te richten waterbergingsgebieden eerder in de streek overeenstemming is bereikt, moeten de bestaande inundatiegebieden en de in te richten waterbergingsgebieden in het bestemmingsplan worden opgenomen en worden voorzien van een adequaat beschermingsregime.
De begrenzing van de bestaande inundatiegebieden is gebaseerd op een tweetal bronnen. De eerste bron is de zogenaamde "classificatie retentie en inundatie". Eigenaren waarvan de gronden (frequent) overstromen krijgen van het waterschap een reductie op de te betalen waterschapsheffing. Daarnaast zijn middels luchtfoto's de bestaande gebieden die ongeveer eenmaal per vijf jaar overstromen vastgelegd. Een en ander is gebaseerd op luchtfoto's uit 1995 en 2002 en de begrenzing is in het veld gecontroleerd.
Het plangebied van het bestemmingsplan Hoogwater 's Hertogenbosch is onderdeel van een waterbergingsgebied, deels overlappend met een natte natuurparel en een extensiveringsgebied. Om deze functies te waarborgen zijn in het bestemmingsplan regels opgenomen.
In verschillende Natuurgebiedplannen en in het Beheers- en landschapsgebiedsplan Noord-Brabant (2007) heeft op provinciaal niveau het natuurbeleid zijn doorwerking gekregen. Zo is de EHS op provinciaal niveau nader begrensd en uitgewerkt in de vorm van natuurdoeltypen. Naast natuur zijn op provinciaal niveau ook de thema's landschap en cultuurhistorie nader uitgewerkt.
Op bijgevoegde kaart (figuur 8) zijn de EHS-gebieden in de gemeente 's-Hertogenbosch weergegeven. Opgenomen zijn: de bestaande bos- en natuurgebieden, waar versterking gepland staat, welke gebieden als natuurontwikkelingsgebied zijn aangemerkt, alsook de natuurontwikkelingsgebieden plus. Een natuurontwikkelingsgebied plus bestaat ondermeer uit bijvoorbeeld een ecologische verbindingszone. Er bevinden zich ook gebieden die aangemerkt zijn als reservaatsgebieden.
Het plangebied van het bestemmingsplan bestaat voor grote delen uit bestaande en geplande EHS-gebieden. In het bestemmingsplan Hoogwater 's Hertogenbosch zijn beschermende regels opgenomen ten behoeve van deze gebieden.
Figuur 8: Kaart EHS-gebieden gemeente 's-Hertogenbosch
De provincie koestert haar ruimtelijk erfgoed, zoals landgoederen, heidevelden, oude klooster- en fabriekscomplexen, vestingwerken, monumentale bomen en bodemvondsten. Ze ziet dit erfgoed als belangrijk onderdeel van haar identiteit en wil het een plaats geven in de verdere ontwikkeling van Brabant. Daarom heeft ze haar ruimtelijk erfgoed opgenomen op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW).
Nieuw op de CHW 2010 (ten opzichte van de CHW 2006) is het 'provinciaal belang'. Dit belang bestaat uit 21 cultuurhistorische en 16 archeologische landschappen. In de cultuurhistorische landschappen selecteerde de provincie de meest waardevolle gebieden, de 'cultuurhistorische vlakken'. Ook selecteerde ze zo'n 160 'complexen van cultuurhistorisch belang'. Dit zijn waardevolle klooster- en fabriekscomplexen en landgoederen in het buitengebied.
De CHW biedt inzicht in cultuurhistorische waarden en archeologische verwachtingswaarden binnen gemeenten. De kaart biedt inzicht in karakteristieke en kenmerkende relicten en de historische ruimtelijke ontwikkeling van het landschap, cultuurhistorische elementen, patronen en structuren die het huidige beeld van stad en land mede bepalen. De kaart heeft tot doel de beschikbare informatie op een publieksvriendelijke manier te presenteren.
Op de CHW is de Vughtse Gement aangewezen als cultuurhistorisch vlak en cultuurhistorisch landschap. Dit houdt in dat er actief wordt ingezet op behoud en ontwikkeling van de aanwezige waarden. In en rond de Moerputten gaat het om de openheid, de spoorlijn, de Deutersestraat en de eendenkooien. In het Engelermeergebied gaat het om de eendenkooi. In het bestemmingsplan zijn regels opgenomen om deze waarden te beschermen.
Het Provinciaal Waterplan heeft onder andere tot doel om te zorgen voor afdoende bescherming tegen wateroverlast. In de revitaliseringsplannen is een aantal gebieden voor regionale waterberging concreet begrensd.
De voorkeursvariant uit het MER is één van deze regionale waterbergingsgebieden. Daarmee is HOWABO en de planologische verankering in het bestemmingsplan Hoogwater 's Hertogenbosch in lijn met het Provinciaal beleid.
Het Provinciaal Waterplan is beleidskader voor het nog vast te stellen Beheerplan Natura2000 voor de natte natuurparel Moerputten en Vlijmens Ven.
Via de processen van het KRW stroomgebiedbeheersplan Maas en de beheerplannen Natura2000 is/wordt Europese regelgeving op gebied van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Habitat- en Vogelrichtlijn (Natura2000) omgezet in regionale plannen. Al eerder startte - vanuit nationale en provinciale kaders - het proces om te komen tot een provincie dekkend Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime (GGOR). Voor de Natura2000 gebieden overlappen deze processen elkaar.
Het GGOR-proces is leidend bij het ontwikkelen van de waterhuishoudkundige maatregelen voor de grondwaterafhankelijke Natura2000 gebieden. De natte natuurparel Moerputten en Vlijmens Ven is zo'n Natura2000 gebied. De maatregelen voor het beheerplan Natura2000 zullen één op één worden overgenomen uit de GGOR-gebiedsvisie. In het Projectplan HOWABO, 'Een ontwerp voor droge voeten en natte natuur' krijgen de korte termijn maatregelen uit de GGOR inrichtingsvisie hun precieze vorm en plaats.
Het bestemmingsplan Hoogwater 's Hertogenbosch verzorgt de planologische verankering van het projectplan HOWABO en faciliteert daarmee tevens de korte termijn maatregelen uit de GGOR inrichtingsvisie.
De Verordening Water stelt de normen voor wateroverlast vast. Zo ook het beschermingsniveau voor het stedelijke gebied van 's-Hertogenbosch. Met HOWABO bereikt het waterschap het gestelde beschermingsniveau waarbij de kans op wateroverlast eens per 150 jaar is.
Het bestemmingsplan Hoogwater 's Hertogenbosch verzorgt de planologische verankering van het projectplan HOWABO en voldoet zodanig aan de Verordening Water. In Hoofdstuk 5 wordt uitgebreid stilgestaan bij de motivatie van HOWABO.