Plan: | Hoogwater 's-Hertogenbosch |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002125-1401 |
Ingevolge de gemeentelijke Inspraakverordening is voor het voorontwerpbestemmingsplan " Hoogwater 's-Hertogenbosch " een inspraakprocedure gevoerd. Met ingang van 29 augustus 2011 heeft het voorontwerp gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen, met de mogelijkheid om binnen die periode (tot en met 10 oktober 2011) op het plan te reageren. Er is één inspraakreactie ingediend door het bestuur van HSV De Meer, Van der Hoopstraat 5 te 's-Hertogenbosch.
Daarnaast is op 19 september vanaf 19.30 uur een inspraakavond georganiseerd. Het verslag van deze avond is op pagina 13 opgenomen.
Hieronder is de schriftelijk ingekomen inspraakreactie samengevat weergegeven en is deze voorzien van gemeentelijk commentaar.
Reactie a, b, c ingekomen inspraakreacties
Commentaar gemeentelijk commentaar
Visvereniging HSV De Meer vist al bijna 50 jaar op het Engelermeer. De vereniging heeft aan het Engeler visserspad een drijvende steiger. Deze steiger is onegeveer 63 meter lang met 52 bootligplaatsen. Daarvan zijn er nu 45 bezet. De steiger en bootligplaatsen zijn gebouwd om verschillen in de waterstand op te vangen tot een peil van 1.80 meter boven NAP. Het normale peil is ongeveer 1.55 meter boven NAP.
Reactie a
Met hoogwateraanpak 's-Hertogenbosch wordt het peil naar 2.90 meter boven NAP gebracht. Dit betekent een ramp voor de gehele infrastructuur van de visvereniging en voor de eigenaren van de boten. Ook zal het toegangspad onderlopen en niet meer begaanbaar zijn. De eigenaren kunnen niet meer bij de boten komen om water uit de boten te scheppen. De boten drijven weg of zinken. Dit geldt ook voor de steiger. De nieuwe vissteiger kan volgens de mening van het bestuur een waterpeil van 2.90 meter boven NAP niet aan.
Commentaar
Met het projectplan van het Waterschap en het voorontwerpbestemmingsplan is invulling gegeven aan de voorkeursvariant uit het Milieu Effect Rapport (MER Hoogwateraanpak 's-Hertogenbosch, Waterschappen Aa en Maas en de Dommel, 2008). In het MER zijn verschillende varianten voor waterberging beoordeeld aan de hand van een groot aantal criteria.
Bij de inzet van het waterbergingsgebied kan inderdaad schade optreden. Het waterschap kan ruim van te voren inschatten of het waterbergingsgebied volledig zal overstromen. Belanghebbenden zullen een signaal krijgen waardoor er nog acties en maatregelen genomen kunnen worden om schade te beperken/voorkomen, zoals bijvoorbeeld het weghalen van boten. Na inzet van het waterbergingsgebied wordt op initiatief van het waterschap de daadwerkelijk ontstane schade door de waterberging vastgesteld en uitgekeerd (zie verder onder f)
Reactie b
Ook de Moerputten zou ingericht kunnen worden als waterbergingsgebied omdat het risico erg klein is. Het waterbergingsgebied gaat hooguit een keer in de 100 of 150 ingezet worden en dat scheelt bij het Engelermeer aanzienlijk in het peil.
Eens was het 'Meer van Engelen en de Meerkooi' van nationale betekenis en stond het op de lijst van natuurgebieden in Noord-Brabant (31 mei 1968). Voorheen was het een stiltegebied. Nu 40 jaar later, is het een wandel- en speelgebied. Mag je dat onder laten lopen met vervuild water? Ook nu heeft het gebied nog belangrijke natuurwaarden. Op 19 juni 2011 is Dwergviltkruid aangetroffen en er zijn soorten aanwezig die op de rode lijst staan, zoals de zomertortel en roerdomp.
Commentaar
Het Engelermeer is inderdaad een natuurgebied van nationale waarde, daarom is het gebied ook deels aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur. Ook de Moerputten is aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur. Daarnaast is de Moerputten ook aangewezen als internationaal belangrijk gebied (Natura2000) o.a. vanwege de aanwezigheid van blauwgraslanden. Dit laatste punt is de belangrijkste reden om de Moerputten vooralsnog te ontzien bij de inrichting als waterbergingsgebied. Deze graslanden zijn erg slecht bestand tegen water met veel nutriënten (voedingsstoffen als stikstof en nitraat).
De Moerputten, Gement en Engelermeer zijn in het verleden ontstaan dankzij de natte omstandigheden: veel opborrelend grondwater (kwel) in combinatie met overstromingen van de Dommel en Zandley. Deze natuurgebieden zijn dus nog steeds gebaat bij natte omstandigheden en zijn van nature bestand tegen overstromingen. Omdat het overstromingswater (grotendeels Dommelwater) nu echter voedselrijker is dan vroeger en met name blauwgraslanden daar niet tegen kunnen worden deze vooralsnog ontzien. Overige moerasvegetaties, zoals langs het Engelermeer, kunnen prima tegen overstromingen met voedselrijk water. Voor vogels zal de inzet van de waterberging in principe geen negatieve gevolgen hebben aangezien dit in principe buiten het broedseizoen plaatsvindt. De roerdomp is zelfs een typische bewoner van moerassige gebieden die overstroomd worden. Het genoemde Dwergviltkruid is een soort die op droge kalkrijke grond voorkomt. Waarschijnlijk groeit deze plant op een plek die momenteel niet onder invloed staat van water. Wellicht overstroomt zij wel als de waterberging wordt ingezet, maar verwacht wordt dat dit geen negatief effect heeft op de plant, omdat het een zeer incidentele overstroming betreft en de standplaats gewoon droog en kalkrijk zal blijven.
Reactie c
Vervuild water inlaten met zware metalen of synthetische Musk-verbindingen is slecht voor het ecosysteem, maar vooral voor vissen en amfibieën. Op waternavel (met zware metalen) zitten insprekers ook niet te wachten. De visstand krijgt een flinke tik door het wegpompen van het water richting de Groenendaal. In de ondergelopen weilanden gaan de vissen eten zoeken en komen niet op tijd terug of blijven hangen in de poelen.
Commentaar
Grote waternavel is nu al aanwezig in onder andere de Nieuwe Bossche sloot, direct ten zuiden van het Engelermeer. Bij overstroming is de kans aanwezig dat dit zich verspreidt naar het Engelermeer. Deze kans is klein aangezien de waterberging in de winter – en slechts zeer incidenteel- zal worden ingezet. In deze periode is de plant afgestorven. Daarnaast is de kans van verspreiding via andere verspreidingsfactoren, zoals via vogels, waarschijnlijk groter. Grote waternavel is momenteel in het algemeen een groot probleem voor de waterschappen. In het beheer en onderhoud wordt er alles aan gedaan om de voorkomende waternavel te verwijderen en de verspreiding naar andere wateren te voorkomen.
De afweging om het Engelermeer in ter zetten voor waterberging wordt ingegeven vanuit een groot maatschappelijk belang, namelijk het voorkomen van wateroverlast in de stad 's-Hertogenbosch.
Een groot deel van de vissen zal met het terugstromen van het bergingswater weer terecht komen in het meer en het slotenstelsel. Het is niet te vermijden dat er vissen op sommige plaatsen zullen achterblijven. Het waterschap zal, mocht de inzet van de waterberging zich voordoen, zich inzetten om zoveel mogelijk vissen te redden en terug te zetten, wellicht met behulp van lokale hengelsportverenigingen. Hierbij moet ook gezegd worden dat overstromingen een natuurlijk proces zijn, waardoor vissen zich juist ook beter kunnen verspreiden naar andere wateren.
Reactie d
Er moet een echte sloot richting Moerputten worden gegraven die gebruikt kan worden als toevoer. Boeren hoeven niet uitgekocht te worden. Op die manier blijft misschien wel 10 miljoen over dat gebruikt kan worden om het ecosysteem in het Engelermeer te herstellen dat is vernietigd door de zandzuiging.
Commentaar
Niet geheel duidelijk is wat hier voorgesteld wordt. Onder b zijn reeds de ecologische overwegingen uitgelegd waarom de Moerputten vooralsnog niet wordt ingezet als waterberging.
Reactie e
De dam tussen het zwembad en het noordelijk deel kan ook blijven liggen. Deze fungeert nu als wildwissel en als dam voor de zandzuiger. Deze dam kan dan ook het vervuilde water tegenhouden.
Commentaar
Op pagina 48 van de MER is het effect van inundatie op de zwemwaterkwaliteit onderzocht, aan de hand van gegevens van de Zuiderplas (geïnundeerd in 1995 bij berging in Bossche Broek). In dat onderzoek is geconcludeerd dat zwemwaterkwaliteit geen reden is om waterberging in het Engelermeer uit te sluiten. Een variant zonder Engelermeer is na aanleiding van die conclusie niet verder uitgewerkt in de MER.
Reactie f
Insprekers willen van het college de garantie ontvangen dat de materiële en immateriële schade te allen tijde zal worden vergoed.
Commentaar
Na inzet van het waterbergingsgebied wordt op initiatief van het waterschap de daadwerkelijk ontstane schade door de waterberging vastgesteld en uitgekeerd. Indien insprekers het niet eens is met het besluit van het waterschap kunnen zij hiertegen eerst bezwaar bij het waterschap indienen en vervolgens in beroep gaan bij de rechtbank.
Daarnaast geldt dat belanghebbenden altijd een onderbouwd verzoek tot (plan-) schadevergoeding kunnen indienen op grond van artikel 7.14 van de Waterwet in het geval men meent niet of niet voldoende schadeloos te zijn gesteld.
Het waterschap zal een nulopname uitvoeren om goed inzicht te krijgen in het aantal en soort objecten waaraan schade is te verwachten bij inzet van de waterberging en om inzicht te krijgen in de aard en omvang van deze schade. Het waterschap gebruikt de informatie van de nulopname om bij inzet van de waterberging gerichte acties te plegen om mogelijke schade te minimaliseren.
Het waterschap kan ruim van te voren inschatten of het waterbergingsgebied volledig zal overstromen. Belanghebbenden zullen een signaal krijgen waardoor er nog acties en maatregelen genomen kunnen worden om schade te beperken/voorkomen.
De vergoeding van eventuele materiële en immateriële schade verloopt buiten het college en de gemeente om.
Reactie g
Insprekers verzoeken de natuurwaarden nog eens onder de loep te nemen
Commentaar
Met het projectplan van het Waterschap en het voorontwerpbestemmingsplan is invulling gegeven aan de voorkeursvariant uit het Milieu Effect Rapport (MER Hoogwateraanpak 's-Hertogenbosch, Waterschappen Aa en Maas en de Dommel, 2008). In het MER zijn verschillende varianten voor waterberging beoordeeld aan de hand van een groot aantal criteria, waaronder het effect van inundatie op bestaande natuurwaarden.
In het MER is de voorkeursvariant als geheel als licht positief beoordeeld op het criterium 'effecten inundatie op bestaande natuur', terwijl de bijdrage aan nieuwe natuur als sterk positief is beoordeeld. Daarbij is de voorkeursvariant op het criterium 'verontreinigingen a.g.v. water en slib' beoordeeld als neutraal tot licht positief ten opzichte van de andere varianten. Grosso modo scoort de voorkeursvariant het beste voor natuur en landschap.
Bij het projectplan is een voortoets i.h.k.v. de natuurwetgeving opgesteld, waarin de effecten van het plan op de natuurwaarden verder zijn onderzocht (bijlage 7 bij projectplan HoWaBo). In deze voortoets wordt geconcludeerd dat een zeer incidentele inundatie (minder dan eens in de 100 jaar) een zeer geringe en tijdelijke invloed op de natuurwaarden zal hebben.
Daarbij mag worden aangenomen dat de waterkwaliteit van de Dommel en de Aa door beleid in de komende jaren alleen nog maar zal verbeteren.
In het voorontwerpbestemmingsplan is de voorkeursvariant uit het projectplan en MER overgenomen.
Reactie h
Insprekers verzoeken een waterkundig onderzoek en onderzoek naar vervuiling van vissen en mosselen uit te voeren voordat het Engelermeer als waterbergingsgebied wordt ingericht
Commentaar
De onderzoeken van de waterkwaliteit worden uitgevoerd door het waterschap. De waterkwaliteit van het Engelermeer wordt momenteel elk jaar in de periode april - september tweewekelijks gemonsterd in verband met de zwemwaterfunctie. Daarnaast wordt om de vier jaar gedurende een jaar maandelijks bemonsterd op nutriënten en veldparameters. Er is dus al veel bekend over de huidige waterkwaliteit. Momenteel wordt in het kader van de zwemwaterfunctie geen onderzoek gedaan naar zware metalen. Het waterschap gaat een monitoringsplan opstellen, waarin onder andere het effect van inundatie en slibafzetting op de bodem en de aanwezige vegetatie een belangrijke onderzoeksvraag is. Hiertoe zullen meetgegevens van voor inzet van de waterberging en metingen na inzet, worden gebruikt. Ten behoeve van deze monitoring zal het bestaande meetnet van het waterschap worden uitgebreid met extra meetpunten. Voor het Engelermeer zal het waterschap de zware metalen als parameter meenemen in de vierjaarlijkse monstername.
Reactie i
Insprekers verzoeken het gebied zo in te richten dat het gebied zich weer kan herstellen nadat het als waterbergingsgebied is ingezet. Dat kan bijvoorbeeld door helofytenfilters op verschillende plekken langs het meer aan te leggen.
Commentaar
Helofytenfilters bestaan uit moerasplanten die doordat zij stoffen opnemen uit het water een filterende werking hebben, met name als het grote oppervlakken moerasvegetatie betreft. De oeverzones langs het Engelermeer zijn deels al begroeid met grote velden van riet en andere oever/moerasplanten. Deze hebben, nu al en in de toekomst, een positieve werking op de waterkwaliteit.
Het voorontwerpbestemmingsplan is niet het instrument om de inrichting van het waterbergingsgebied te regelen, maar staat de aanleg van bijvoorbeeld helofytenfilters ook niet in de weg.
Reactie j
Insprekers stellen het op prijs als de waterpeilschalen weer worden teruggeplaatst.
Commentaar
De peilschaal van Staatsbosbeheer zat vast op een damwand die de toegang over land tot het gebied voor voetgangers regelde. De damwand is in het kader van het groene deltaproject Recreatieve herinrichting Engelermeer weggehaald. Staatsbosbeheer heeft aangegeven dat de peilschaal zal worden herplaatst.