direct naar inhoud van 2.9 Luchtkwaliteit
Plan: Meerendonk, deel 1
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002088-1401

2.9 Luchtkwaliteit

Luchtkwaliteit heeft betrekking op de aanwezigheid van verontreinigende stoffen in de buitenlucht. Bij het nemen van ruimtelijke besluiten, zoals het vaststellen van een projectbesluit, moet worden beoordeeld of wordt voldaan aan de luchtkwaliteitseisen die sinds 15 november 2007 zijn opgenomen in hoofdstuk 5 titel 2 van de Wet milieubeheer (Wm). Hierbij wordt getoetst aan de voor bepaalde stoffen vastgestelde grenswaarden (de luchtkwaliteit in het projectgebied en de omgeving) en wordt beoordeeld of met het ruimtelijk besluit ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt die de luchtkwaliteit zullen verslechteren.

Bij de nieuwe bepalingen in de Wet milieubeheer horen ook uitvoeringsregels die eveneens op 15 november 2007 in werking zijn getreden:

  • AMvB Niet in betekenende mate bijdragen;
  • Regeling Niet in betekenende mate bijdragen;
  • Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007;
  • Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007.

Op basis van de wet zijn voor kleine projecten ('niet in betekenende mate') geen maatregelen en dus ook geen luchtkwaliteitonderzoek meer nodig om aan de grenswaarden te voldoen. Uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening moet worden afgewogen of de realisatie van een project op een bepaalde locatie aanvaardbaar is. Daarbij speelt de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging een rol. Ook de gevoeligheid van bepaalde groepen mensen voor luchtverontreiniging (bijvoorbeeld kinderen, ouderen en zieken) kan daarbij worden afgewogen.

Ten behoeve van de ontwikkeling van woongebied Meerendonk is in 2007 door Peutz B.V. onderzoek gedaan naar de gevolgen ervan voor de luchtkwaliteit. Het luchtkwaliteitonderzoek is gericht op de effecten van het veranderend aantal verkeersbewegingen als gevolg van de nieuwbouwplannen in deze omgeving. Bovendien kent of kende de omgeving enkele invloedsbronnen zoals de rijksweg A2, het bedrijventerrein Zuid 1966 met een betonmortelcentrale, de milieustraat, het composteringsbedrijf, de gesloten stort en het wijksteunpunt. Hoewel de activiteiten van de milieustraat, het composteringsbedrijf en de stort zijn of worden gestaakt, is de invloed van deze bedrijven al in de achtergrondconcentraties verwerkt omdat ze al lange tijd op die locaties gevestigd zijn of waren. Omdat geen van de bovengenoemde bronnen de locatie significant zullen belasten hoeven ze niet apart te worden beschouwd.

In het onderzoek is de geplande fasering buiten beschouwing gelaten en is uitgegaan van volledige realisatie van het plan ('worst case'). De bouw van 76 woningen in onderhavig projectbesluit is erin meegenomen. Het onderzoek dateert uit mei 2007 en is getoetst aan het Besluit luchtkwaliteit 2005. Uitgaande van de toen geldende achtergrondwaarden worden er in het onderzoek geen grenswaarden of plandrempels overschreden.

Recent zijn op landelijk niveau de achtergrondwaarden gunstig bijgesteld, naar aanleiding van onder meer de uitsluiting van het effect van zeezout. Met het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit is een rijksbrede aanpak voor sanering van de luchtkwaliteit in gang gezet. 's-Hertogenbosch doet hier aan mee. Voor 's-Hertogenbosch zijn voor nu noch voor later overschrijdingen van wettelijke normen berekend.

Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de realisatie van woongebied Meerendonk en de bouwv van 76 eengezinswoningen als onderdeel daarvan.