direct naar inhoud van 6.4 Kansen en afwegingen voor integraal waterbeheer in de Bossche Binnenstad
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002067-1401

6.4 Kansen en afwegingen voor integraal waterbeheer in de Bossche Binnenstad

Bestaande situatie

De uitgangspunten van integraal waterbeheer zijn in de loop der tijd gevormd en zijn nog niet geheel in de Bossche binnenstad terug te vinden. Het principe van scheiden van de stromen vuil- en schoonwater is op enkele plekken in de historische binnenstad gerealiseerd, maar in het grootste gedeelte van de Binnenstad vindt de afwatering nog plaats via een gemengd rioolstelsel, zoals hiervoor beschreven. Dit stelsel verkeert in een goede staat en zal pas (ver) na 2040 toe zijn aan revisie. Grootschalige vervanging van de riolering zelf zal daarom voorlopig op zichzelf geen aanleiding zijn voor een verregaande ontvlechting van de afvalwater- en regenwaterstroom.

In de bestaande historische binnenstad vindt lozing van hemelwater op het oppervlaktewater veelal ongezuiverd en zonder relevante vertraging plaats. De Dommel, Aa en Dieze fungeerden vanaf de vestiging van mensen tot ver in de vorige eeuw als berging en afvoer van de waterstromen uit de stad. De historische binnenstad kent geen ander oppervlaktewater dan het regionale watersysteem en ruimte voor bekkens waarin regenwater tijdelijk kan worden opgevangen is in historische binnenstad nauwelijks aanwezig. Ook leent de ondergrond van de Bossche binnenstad zich vaak niet voor bodeminfiltratie, door de aanwezigheid van historische bodemverontreinigingen. Een ander beletsel voor infiltreren in de Binnenstad is de aanwezigheid van paalfundering. Alleen het afvoerstelstel zelf zorgt voor enige berging en vertraging.

Herstructurering en herontwikkeling

Integraal waterbeheer in de Bossche Binnenstad komt neer op het benutten van kansen die zich voordoen als gevolg van herstructurering of sloop en nieuwbouw. Als eerste dienen bij dergelijke ontwikkelingen de schoon- en vuilwaterstromen te worden gescheiden, ofwel 'afgekoppeld'. Bij dergelijke afkoppelingsplannen geldt vanuit het Waterschap als uitgangspunt een berging van 15mm voor het oppervlak verharding dat wordt afgekoppeld van het gemengde rioolstelsel (nl. 7mm in de buis, 2mm in de randvoorziening en 6 mm aan klimaatsverandering en pompovercapaciteit).

Vervolgens gaat het om een integrale afweging en een optimalisatie van de trits 'hergebruik - buffering - afvoer'. Zo kan het schone hemelwater in het gebied zelf gebruikt worden in plaats van directe afvoer richting rioolzuiveringsinstallatie. Het schone hemelwater kan voor verschillende doeleinden gebruikt worden, zoals voor de doorspoeling van toiletten, koeling van gebouwen of het irrigeren van groenvoorzieningen. Als laatste mogelijkheid kan het schone water aangesloten worden op een hemelwaterriool en kan afgekoppeld hemelwater naar het oppervlaktewater van de Binnendieze, Stadsdommel, StadsAa of Zuid-Willemsvaart worden geleid. Voorwaarde hierbij is wel dat het verzamelde hemelwater na contact met de stadsoppervlakken schoon genoeg is gebleven om afgekoppeld te worden. In principe is dit bij dakkoppervlakken en autoluwe verkeerswegen altijd het geval. Voor andere gebieden zal een gebiedsgerichte afweging moeten worden gemaakt.

Afkoppelen kan ook gefaseerd plaatsvinden. Bij renovatie of herbouw moet het vuilwater en het hemelwater gescheiden aangeleverd worden, terwijl de beide stromen op de perceelgrens weer worden aangetakt op het gemengde rioolstelsel. Wanneer in de toekomst een hemelwaterriool wordt aangelegd, kan vervolgens gemakkelijk de schoonwaterflux worden aangesloten.

Wanneer grotere delen van de binnenstad op de schop gaan, ontstaan mogelijk kansen om waterberging aan te leggen. Normaliter komen ondergrond of maaiveld daarvoor in beeld, maar wanneer daar weinig kansen bestaan kan gedacht worden aan bijvoorbeeld de 'Vijfde gevel', nl. de daken. Een groen dak kan een welkome afwisseling geven als dit op een verantwoorde manier wordt geïmplementeerd. Hiermee wordt het hemelwater gezuiverd en deels geborgen, terwijl het resterende deel vertraagd afgevoerd kan worden. Tevens worden hiermee andere doelen gerealiseerd: groene daken zorgen voor een betere isolatie, wat ten goede komt van de doelstelling Den Bosch Klimaatneutraal in 2050. Ook wordt de vorming van een 'warmte-eiland' door klimaatsverandering tegengegaan, vindt vergroening van de stad plaats en bieden groene daken ruimte voor 'stadsnatuur'. Op deze manier wordt invulling gegeven aan meervoudig ruimtegebruik.

Deze kansen zijn bij kleinere invuloefeningen en historisch/ monumentale panden natuurlijk kleiner, alhoewel niet onmogelijk. Afkoppelen c.q. het treffen van de voorbereiding daartoe, hergebruik en de toepassing van een groen dak zijn op zichzelf ook mogelijkheden die gestimuleerd kunnen worden.

In de Bossche Binnenstad is de ruimte schaars en de grond duur. Er kunnen daarom redenen zijn dat niet altijd de maximale oplossing op het gebied van de waterhuishouding kan worden bereikt. Een optimum zal moeten worden gezocht in de afweging van alle belangen, van stedenbouw, water en kosten. Water met zijn vele “nevendoelen” dient daarin als een volwaardig aspect in de planvorming te worden meegenomen.

Bouwmaterialen

Uit zorg voor een goede kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater moet bij her- en nieuwbouw worden afgezien van het gebruik van uitlogende bouwmaterialen in daken, gevels, verhardingen en regenwatervoorzieningen (goten en leidingen).