direct naar inhoud van 5.4 Planmethodiek en complexe opgaven
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002067-1401

5.4 Planmethodiek en complexe opgaven

In de binnenstad bevinden zich functies en bestemmingen die van grote invloed kunnen zijn op de woon- en leefomgeving. Horecavestigingen en seksinrichtingen zijn van die functies. Hoewel het bestemmingsplan uitgaat van een methodiek die een zekere globaliteit en flexibiliteit op het gebied van functie-invulling kent, wordt voor dit soort functies het accent sterk gelegd op rechtszekerheid voor de burger.

De toedeling van functies aan panden vindt niet meer plaats op basis van de blokzijdemethode zoals die is vastgelegd in de vigerende bestemmingsplannen. De blokzijdemethode gaat uit van een vast aantal functies binnen een bepaald begrensd bouwblok. Binnen het bouwblok is een verschuiving van functies mogelijk mits het aantal functies niet toeneemt ten opzichte van de oorspronkelijke situatie. Via een ontheffing kan hiervan worden afgeweken. Bij de verzamelbestemmingen, met uitzondering van de bestemming “Wonen”, is meer ruimte voor onderlinge uitwisseling van functies die goed binnen het centrumgebied passen zonder dat daarvoor toepassing behoeft te worden gegeven aan de afwijkings- dan wel wijzigingsbevoegdheid. Dit geldt niet voor voornoemde hinderlijke functies als horeca en seksininrichtingen, die een conflict kunnen opleveren met de belangrijke woonfunctie van de binnenstad. Hiervoor geldt, dat de bestaande situatie wordt vastgelegd en positief wordt bestemd middels een aanduiding. In de regels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om deze aanduidingen van de verbeelding te verwijderen, indien dit gewenst wordt geacht ingeval de betreffende functie ter plaatse is beëindigd. In dat geval komt een van de andere functies van de hoofdbestemming er voor terug.

Categorieën horecabedrijven

Er worden vier categorieën horecabedrijven onderscheiden: 1) het bieden van logies (hotelbedrijf), 2) het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse (restaurantbedrijf, waaronder ook worden verstaan lunchrooms, eethuizen, bistro's, automaten, broodjeszaken en dergelijke), 3) een bedrijf, dat is gericht op het ter plaatse verstrekken van dranken, 4a) elke voor het publiek, al dan niet tegen betaling toegankelijke lokaliteit, die in belangrijke mate is ingericht of gebruikt voor het dansen, zoals discotheken en dancings, waarin al dan niet dranken ter plaatse worden verstrekt en 4b) inrichtingen waarin een speelautomatenhal (conform de Wet op de Kansspelen) wordt uitgeoefend.

Horeca ondergeschikt aan andere functies, bijvoorbeeld winkel-, maar ook museumondersteunende horeca, wordt binnen de hoofdbestemming geregeld. Wat betreft functie-ondersteunende horeca wordt overigens verwezen naar het beleid als hiervoor uiteengezet onder 3.4.6 .

Seksinrichtingen

Seksinrichtingen worden als functie in een bestemmingsplan geregeld sinds de legalisatie op 1 oktober 2000. De exploitatie van een dergelijke inrichting kan evenwel een negatieve uitstraling hebben naar de woonomgeving. Er dient dan ook een acceptabel evenwicht gevonden te worden tussen de vraag naar en het aanbod van seksinrichtingen en de maatschappelijke acceptatie van de aanwezigheid van een dergelijk bedrijf in een woonomgeving. Om die reden heeft de gemeente sinds het tijdstip van de legalisatie gekozen voor de invoering van een zogenaamd “maximumstelsel”. Uitgangspunten hierbij zijn dat er in de maatschappij vraag is naar deze bedrijfstak en dat er derhalve een afdoende aanbod moet zijn alsook dat niet gestreefd moet worden naar een zogenaamde verkapte “nuloptie”.

Verder dient met de hantering van een maximumstelsel een oncontroleerbare uitbreiding van het aantal seksinrichtingen in de gemeente evenals een eventuele aantrekkende werking voor bedrijven van buiten de stad voorkomen te worden.

Om de hiervoor genoemde redenen wordt bij het maximumstelsel uitgegaan van het huidige aantal (11) van gemeentewege gedoogde seksinrichtingen. Dit aantal wordt uit oogpunt van woon- en leefklimaat in de stad aanvaardbaar geacht en daar op wordt geen uitsterfbeleid gevoerd. Hierbij wordt echter een uitzondering gemaakt voor de raamprostitutiebedrijven; daarvoor geldt een algeheel verbod.

Het maximumstelsel heeft betrekking op de gehele gemeente, met een differentiatie naar de binnenstad, dat wil zeggen het gebied dat is gesitueerd binnen de stadsmuren. In de binnenstad geldt een maximum van vier seksinrichtingen. Deze zijn met een functieaanduiding in de verbeelding vastgelegd.

De gemeente heeft ervoor gekozen de exploitatie van seksinrichtingen en escortbedrijven te reguleren door middel van een vergunningenstelsel op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening. De vergunningplicht voor dergelijke inrichtingen geldt voor de gehele gemeente.

De vestingwerken

De vestingwerken hebben de status van monument en zijn als zodanig beschermd. De karakteristiek van de aanliggende gronden is gewaarborgd middels de aan deze gronden toegekende specifieke bestemmingen. Het belang van de vestingwerken is in de bestemmingen zichtbaar gemaakt middels de functieaanduiding 'specifieke vorm van verkeer-vestingwerken'.

Vijfde gevel

Daken worden veelal de “vijfde gevel” genoemd. Deze zijn in de Bossche binnenstad in grote mate zichtbaar vanuit andere gebouwen. Het is soms bedroevend hoe met deze vijfde gevel wordt omgegaan. Om die reden is er voor gekozen de vrijheden rond de vijfde gevel aan voorwaarden te verbinden. Daartoe is in het bestemmingsplan het volgende geregeld.

  • In het bestemmingsplan wordt uitgegaan van (gebiedskarakteristieke) bebouwingsprofielen waarin een maximale nokhoogte is bepaald waaraan moet worden voldaan.
  • Voor de historische delen van de binnenstad is de kenmerkende kammenstructuur vastgelegd. Deze dient in geval van sloop en nieuwbouw of verbouw in acht te worden genomen.
  • De bebouwing in de binnenstad kenmerkt zich door een vrij harde overgang tussen de straat en de bebouwing; de voorgevels van de bebouwing staan in de voorgevelbouwgrens waardoor een gesloten stedelijke wand wordt gevormd. Balkons aan de straatzijde verstoren dit beeld en worden om die reden niet aan de straatzijde toegestaan, met uitzondering van loggia's en franse balkons. De uiteindelijke kwalitatieve beoordeling vindt overigens plaats in het kader van de welstand en/of de Monumentenwet.
  • In de kap worden geen zelfstandige woonruimtes toegestaan; de ruimte onder de kap moet in alle gevallen onderdeel zijn van de woning in de onderliggende la(a)g(en).
  • Met betrekking tot dakterrassen geldt een "ja, tenzij benadering".

 Parkeren

In de binnenstad kan op verschillende manieren worden geparkeerd: op openbare terreinen, op privé terreinen en in gebouwde voorzieningen die al dan niet openbaar zijn. In het bestemmingsplan is dan ook een onderscheid gemaakt naar de verschillende vormen van parkeren.

Alle openbare parkeervoorzieningen (al dan niet in gebouwde vorm) in de binnenstad zijn ofwel bij recht (in de bestemmingsomschrijving) ofwel middels een aanduiding mogelijk gemaakt: De gebouwde en bestemmingsgebonden parkeervoorzieningen zijn met een aanduiding “parkeergarage” in de geometrische plaatsbepaling weergegeven. De parkeervoorzieningen op open terreinen hebben de aanduiding “parkeerterrein” gekregen. Gezien het belang van de parkeergarages voor de binnenstad zijn de gebouwde parkeervoorzieningen als zodanig bestemd.

Naast parkeren in het openbaar gebied en in gebouwde openbare parkeervoorzieningen zijn er ook (private) parkeerplaatsen op eigen terrein of op de begane grond van een pand in de binnenstad aanwezig. Ook hiervoor geldt dat de gebouwde en bestemmingsgebonden parkeervoorzieningen met een aanduiding “parkeergarage” zijn weergegeven en de parkeervoorzieningen op open terreinen met de aanduiding “parkeerterrein”. De laatste betreffen met name de private binnenterreinen.

In verband met de dynamiek in de binnenstad is met name binnen de verzamelbestemmingen Centrum en Gemengd een grote flexibiliteit en uitwisselingsmogelijkheden van de toegestane functies in bestaande panden mogelijk. Conform de huidige praktijk worden bij gebruikswisselingen/(ver)bouw van een pand ten behoeve van een binnen de bestemming rechtstreeks toegelaten functie geen parkeereisen gesteld noch een financiële compensatie verlangd,ingeval er geen ruimte is om parkeerplaatsen aan te leggen. In deze gevallen levert de in de Nota Uitgangspunten genoemde eis van parkeren op eigen terrein dus geen probleem meer op. Alleen bij afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden dient op maat bezien te worden, hoe met de parkeerbehoefte wordt omgegaan.

Afsluiten stegen

De binnenstad kent een krachtige hoofdstructuur bestaande uit radialen (de Vughterstraat, de Hinthamerstraat en de Hooge Steenweg- Orthenstraat) met daar omheen een fijn vertakt stelsel van straten, pleintjes en stegen. Deze stegen variëren in maatvoering en zijn soms maar één tot twee meter breed. De stegen staan aangegeven op een bij de planvoorschriften behorende stegenkaart. Sommige stegen zijn doorlopend andere zijn doodlopend. In de loop van de tijd is het doorlopend karakter van enkele stegen gewijzigd door bebouwing. In het algemeen is het behoud van het openbare karakter van de stegen van belang voor de beleving hiervan en de afleesbaarheid van de ontwikkeling en geschiedenis van de stad. Tegelijkertijd is als gevolg van verschillende oorzaken het gevoel van onveiligheid toegenomen in de stad en (dus ook) de binnenstad. Stegen en binnenterreinen worden 's nachts door anderen dan directe bewoners gebruikt voor andere doelen. Om die reden worden bij de gemeente veelvuldig verzoeken ingediend om stegen dan wel binnenterreinen 's nachts af te mogen sluiten middels een hek. De gemeente kiest echter voor een “nee, tenzij” benadering en verbindt de volgende voorwaarden aan de afsluiting van een steeg.

  • Er dient aantoonbaar sprake te zijn van voortdurende onaanvaardbare overlast.
  • De bereikbaarheid van percelen, die afhankelijk is van de betreffende steeg of het binnenterrein, moet op een redelijke wijze gegarandeerd blijven. Goed overleg en instemming van een meerderheid van bewoners/belanghebbenden is daarom nodig. De aanvraag tot afsluiting dient daarom gebaseerd te zijn op een tweederde meerderheidsbesluit van de desbetreffende groep bewoners die voor de bereikbaarheid van hun woning afhankelijk is van de betreffende steeg of het binnenterrein.
  • De afsluiting is alleen in de nachtelijke uren toegestaan. Voor een afsluiting (in de vorm van een poort of hekwerk) is een bouwvergunning benodigd.
  • De aanvraag tot afsluiting zal worden voorgelegd aan de welstands- of monumentencommissie.
  • Het beheer dient gegarandeerd te zijn.
  • De constructie van de afsluiting dient te voldoen aan de eisen van de brandweer op het gebied van veiligheid en vluchtmogelijkheden; de toegankelijkheid voor hulpdiensten dient in voldoende mate te worden gewaarborgd.

In de regels van het voorliggende bestemmingsplan is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen waarmee de plaatsing van een hekwerk mogelijk wordt gemaakt.

Toegangen voor bovenwoningen

Binnen de bestemming “Centrum” en "Gemengd" voorkomende functies en panden geldt dat op de begane grond vanaf de openbare straat aan de voorzijde toegangsportalen zijn toegestaan ten dienste van de op de verdiepingen gelegen zelfstandige functies met een minimale breedte van 1 meter. Bestaande toegangsportalen dienen te worden gehandhaafd.

Balkons en erkers aan de voorgevel

Balkons en erkers aan de voorgevel niet zijn toegestaan, tenzij hiervan in de bestaande situatie ten tijde van de in werking treding van het plan wordt afgeweken.