direct naar inhoud van Artikel 14 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002067-1401

Artikel 14 Verkeer - Verblijfsgebied

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsgebied;
  • b. terrassen, evenemententerrein en standplaatsen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'markt' tevens voor warenmarkten en ambulante handel;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'tunnel' tevens voor ondergrondse doorgang met detailhandel;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'brug' tevens voor een loopbrug als verbinding tussen verdiepingen van naastgelegen panden;
  • f. bescherming en behoud van de historische ruimtelijke structuur en de waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'binnendieze': tevens voor de overkluisde waterloop van de Binnendieze en Dieze, waarbij voor de waterloop van toepassing zijn de bepalingen onder de leden a t/m e en h van artikel 15.1 Bestemmingsomschrijving''Water' en overigens de bepalingen van onderhavige bestemming Verkeer-Verblijfsgebied;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'water' tevens voor water overeenkomstig artikel 15.1 Bestemmingsomschrijving''Water';
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - vestingwerken' tevens voor behoud en herstel van walmuren en overige vestingwerken;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - bergbezinkbassin' tevens voor voorzieningen voor de waterhuishouding c.q. berging van rioolwater;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' tevens voor gebouwde parkeervoorzieningen, tevens fietsenstalling;
  • l. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen, zoals sportvoorzieningen, speelvoorzieningen, verkeersvoorzieningen, bruggen, abri's, telefooncellen, straatmeubilair, nutsvoorzieningen, bijbehorende verhardingen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en dergelijke.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. bouwvlakken mogen voor 100% worden bebouwd;
  • c. de hoogte van de gebouwen binnen het bouwvlak mag maximaal 5 meter bedragen;
  • d. het maximaal aantal -ten tijde van de in werkingtreding van dit plan aanwezige- parkeerlagen van parkeergarages mag niet worden vergroot;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a mogen gebouwen van ondergeschikte aard buiten een bouwvlak worden opgericht tot een oppervlakte per gebouw van 25 m2 ; de bouwhoogte van deze gebouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tunnel' een voetgangerstunnel met detailhandel conform de huidige maatvoering.

14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet betreffende de walmuren en overige vestingwerken, mag ten hoogste 3 meter bedragen, behoudens het bepaalde onder b en c;
  • b. kunstwerken als viaducten en overkluizingen, kunstobjecten, bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mogen maximaal 5 meter hoog zijn;
  • c. vlonders en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de aangrenzende (horeca)bestemmingen of terrassen zijn niet toegestaan;
  • d. de binnen de bestemming aanwezige niet afgesloten stegen, aangegeven als "steeg toegankelijk" in de bij deze regels behorende bijlage 2 mogen niet worden afgesloten door middel van bouwwerken.
14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van behoud en versterking van :

  • a. de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermde stadsgezicht;
  • b. cultuurhistorische en archeologische waarden;
  • c. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • d. het ensemble van binnendieze en aangrenzende bebouwing;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de sociale veiligheid;
  • g. de milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
14.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van :

1. het bepaalde in lid 14.2.2 onder c. voor vlonders uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding vlonder' bij horecabedrijven op de Markt, mits de vlonders slechts tijdelijk aanwezig zullen zijn;

2. het bepaalde in lid 14.2.2 onder d. waarbij hekken in stegen worden gebouwd teneinde deze voor publiek af te sluiten indien sprake is van een voortdurende onaanvaardbare overlast, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

a. de bereikbaarheid voor hulpdiensten is gewaarborgd; b. er vindt geen beperking van de functionele waarde (schakel in de stedelijke structuur) plaats,

3. het bepaalde onder 14.2.1 onder e. en toestaan dat de oppervlakte per gebouw mag worden vergroot tot 50 m2 en hoogte van 5 m2, een en ander mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van:

      • de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermde stadsgezicht;
      • cultuurhistorische en archeologische waarden;
      • een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
      • de verkeersveiligheid;
      • de sociale veiligheid;
      • de milieusituatie;
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
14.5 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

14.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag wijkt bij een omgevingsvergunning af van het bepaalde in lid 14.5, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

14.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden

Ter plaatse van de aanduiding 'water' is het bepaalde in artikel 15.6 van overeenkomstige toepassing.