direct naar inhoud van Artikel 13 Verkeer - Parkeergarage
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002067-1401

Artikel 13 Verkeer - Parkeergarage

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Parkeergarage' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. parkeervoorzieningen, waaronder fietsenstallingen;
  • b. bescherming en behoud van de historische ruimtelijke structuur en de waarden van het beschermd stadsgezicht;
  • c. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen, zoals verkeersvoorzieningen, nutsvoorzieningen, bijbehorende verhardingen en dergelijke.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak gebouwd te worden;
  • b. bouwvlakken mogen voor 100% worden bebouwd;
  • c. met betrekking tot de maatvoering van de gebouwen geldt de maximale en/of minimale goothoogte, de maximale hoogte en het maximum aantal bouwlagen als aangegeven in een bij deze voorschriften behorende bijlage 1 "Lijst van gebouwen binnenstad met hoogtematen en aantal bouwlagen";
  • d. maatvoeringen, die ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan reeds bestaan en afwijken van het bepaalde onder c zijn tevens toegestaan;
  • e. het maximaal aantal -ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan aanwezige- parkeerlagen van parkeergarages mag niet worden vergroot.
13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • b. kunstobjecten en bouwwerken ten behoeve van verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mogen maximaal 5 meter hoog zijn.
13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van behoud en versterking van :

  • a. de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermde stadsgezicht;
  • b. cultuurhistorische en archeologische waarden;
  • c. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • d. het ensemble van binnendieze en aangrenzende bebouwing;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de sociale veiligheid;
  • g. de milieusituatie;
  • h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
13.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

13.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag wijkt bij een omgevingsvergunning af van het bepaalde in lid 13.4, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.