direct naar inhoud van 4.8 Luchtkwaliteit
Plan: Tilburgsebaan 30
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0784.BPTilburgsebaan30-VG01

4.8 Luchtkwaliteit

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2, van de Wet milieubeheer. De Wet milieubeheer bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in onderstaande tabel weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 4.4. Grenswaarden maatgevende stoffen Wm

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig  
stikstofdioxide (NO2) 1)   jaargemiddelde concentratie   60 µg / m³   2010 tot en met 2014  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg / m³   vanaf 2015  
fijn stof (PM10) 2)   jaargemiddelde concentratie   40 µg / m³   vanaf 11 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg / m³   vanaf 11 juni 2011  
  • a. De toetsing van de grenswaarde voor de uurgemiddelde concentratie NO2 is niet relevant aangezien er pas meer overschrijdingsuren dan het toegestane aantal van 18 per jaar zullen optreden als de jaargemiddelde concentratie NO2 de waarde van 82 µg/m3 overschrijdt. Dit is nergens in Nederland het geval.
  • b. Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wm behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007)

Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een wijzigingsplan) uitoefenen indien:

  • a. de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a);
  • b. de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
  • c. bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
  • d. de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c);
  • e. het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).


In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het wijzigingsgebied.

Besluit niet in betekenende mate (nibm)

In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10, of indien een project in een specifiek aangeduide categorie valt (zoals woningbouw met 1 ontsluitingsweg en minder dan 1.500 woningen).

Onderzoek

In het wijzigingsgebied vind een functiewijziging plaats van een intensieve veehouderij naar en paardenafrichtingsbedrijf met hieraan ondergeschikte detailhandel. Ten opzichte van de huidige planologische situatie is waarschijnlijk geen sprake van een extra verkeersaantrekkende werking. In de huidige situatie vond verkeer van en naar de inrichting plaats in verband met het fokken en houden van varkens. In de huidige sitautie wordt onder meer verkeer gegenereerd als gevolg van de aanvoer van stro en voer voor de paarden en afvoer van mest. Gelet op de omvang van de wijziging draagt het wijzigingsplan 'niet in betekenende mate (nibm)' bij aan de luchtkwaliteit. Het effect op de luchtkwaliteit bedraagt in geen geval meer dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarden voor PM10 en NO2. Ter vergelijking: deze zogenaamde 'nibm grens' wordt pas bereikt bij een toename met circa 1750 voertuigbewegingen van personenauto's. Omdat op het plan het Besluit nibm van toepassing is kan een luchtkwaliteitsonderzoek achterwege blijven.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt wel inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Uit de monitoringstool die behoort bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) blijkt dat de jaargemiddelde concentratie NO2 en PM10 langs de Tilburgselaan in 2011 ruimschoots beneden de grenswaarden uit de Wet milieubeheer waren gelegen. Dat is ook in het prognosejaar 2020 het geval aangezien in de toekomst sprake is van een dalende achtergrondconcentratie als gevolg van bronmaatregelegen zoals schonere verbrandingsmotoren.

Conclusie

Uit de NIBM-tool blijkt dat de functiewijziging 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Het aspect luchtkwaliteit zal de uitvoering van deze wijziging dan ook niet belemmeren, tevens blijft er sprake van aanvaardbaar woon- en leefklimaat.