direct naar inhoud van Regels
Plan: 2e uitwerking Woensel West 2013 (plan Celsius fase 2)
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80311-0301

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Relatie met het moederplan

1.1 uitwerkingsplan 2e uitwerking Woensel West 2013 (plan Celsius fase 2)

Dit plan is een gedeeltelijke uitwerking van: Artikel 17 'Woongebied - Uit te werken' van het bestemmingsplan Woensel West 2013, dat is vastgesteld door de gemeenteraad op 25 juni 2013.

1.2 regels

Op de bij dit plan behorende verbeelding en de hierna volgende regels zijn de algemene en bijzondere bepalingen van het bestemmingsplan Woensel West 2013 onverminderd van toepassing, tenzij in dit uitwerkingsplan een afwijkende regeling is opgenomen over hetzelfde onderwerp.

1.3 verbeelding

De verbeelding van het bestemmingsplan Woensel West 2013 wordt herzien, zoals weergegeven op de bij dit plan behorende verbeelding. Voor het overige blijft de verbeelding van toepassing.

Artikel 2 Begrippen

Ter aanvulling op de begripsbepalingen als vermeld in artikel 1 van het bestemmingsplan Woensel West 2013 wordt in de navolgende regels verstaan onder:

2.1 plan

het uitwerkingsplan 2e uitwerking Woensel West 2013 (plan Celsius fase 2) met identificatienummer NL.IMRO.0772.80311-0201 van de gemeente Eindhoven.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Verkeer - Verblijfsgebied

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. woonstraten;
b. pleinen;
c. voet- en fietspaden;

met daarbij behorende:
d. voorzieningen voor de verkeersgeleiding en verlichting;
e. nutsvoorzieningen;
f. parkeervoorzieningen;
g. groenvoorzieningen;
h. speelvoorzieningen;
i. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
k. voorzieningen voor de inzameling van huishoudelijk afval.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

3.2.2 Nutsvoorzieningen

In afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.1 kunnen ten behoeve van nutsvoorzieningen gebouwen worden gebouwd met in achtneming van de volgende eisen:
a. de maximale bouwhoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen;
b. de oppervlakte mag niet meer dan 15 m² bedragen.

3.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, gelden de volgende regels:
a. de maximum bouwhoogte van lichtmasten bedraagt 8 meter;
b. ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gerealiseerd met een maximum bouwhoogte van 13,50 meter;
c. de maximum bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 4 meter.

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Bestemming

De voor `Wonen´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woongebouwen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden-beroep;
  • b. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen;
  • c. niet-woonfuncties uitsluitend op de begane grondlaag ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' en voor zover het gaat om:
      • horeca in de categorie 1a van de lijst van horeca-activiteiten zoals opgenomen in Bijlage 2 van bestemmingsplan Woensel West 2013;
      • ateliers;
      • bedrijven in de categorie 1 en 2 al dan niet met productiegebonden detailhandel, zoals opgenomen in Bijlage 1 van bestemmingsplan Woensel West 2013;
      • dienstverlening;
      • maatschappelijke voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • d. tuinen en erven;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen, paden e.d.;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met dien verstande dat de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-verbonden-beroep niet meer dan 50 m² mag bedragen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal de hoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte';
  • c. het aantal woningen mag maximaal 129 bedragen.
  • d. de woningen mogen slechts worden gebouwd indien voldaan wordt aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder of conform het door burgemeester en wethouders van Eindhoven verleende besluit hogere waarden Wet geluidhinder met de daarbij behorende voorwaarden zoals opgenomen in bijlage 1.

4.2.2 Aan- uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan-, uit- en bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduidingen 'bijgebouwen' en 'bouwvlak';
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 75 m² met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing (inclusief hoofdgebouw) niet meer bedraagt dan 65% van de oppervlakte van het bouwperceel;
  • c. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 3,5 m bedragen met dien verstande dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan de goothoogte van het bijbehorende hoofdgebouw; indien het dak is/wordt uitgevoerd in de vorm van een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen.

4.2.3 Nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • b. de oppervlakte mag niet meer dan 15 m² bedragen.

4.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de maximum bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen is 2 m;
b. ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gerealiseerd met een maximum bouwhoogte van 13,50 meter;
c. de maximum bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 5 m;

4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken voor wat betreft
de maximum goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, indien dat wenselijk is uit een oogpunt van een goede constructieve en/of bouwkundige aansluiting van het bijbehorende bouwwerk bij de hoogte van de verdiepingsvloer van het hoofdgebouw;

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Algemeen

Het gebruik van een gedeelte van de woning voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m2 en/of voor een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van meer dan 50 m2 met een maximum van 75 m2, is toegestaan mits:

  • a. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en een aan-huis-verbonden beroep gezamenlijk niet meer dan 75 m2 bedraagt;
  • b. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden;
  • c. het niet betreft detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten en detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
  • d. het niet betreft vervaardiging van voedsel;
  • e. het niet betreft seksinrichtingen;deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens één persoon woonachtig in het betreffende pand; voor kapsalons geldt dat deze activiteit door maximaal één persoon, die tevens in het pand woonachtig is, mag worden uitgeoefend;
  • f. de bedrijfsactiviteiten vallen onder de in Bijlage 1 bij de regels van het bestemmingsplan Woensel West 2013 opgenomen 'Lijst van bedrijfsactiviteiten' behorende tot de categorie 1 en 2, alsmede voor zover het bedrijfsactiviteiten betreft die niet in deze lijst zijn opgenomen maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten als genoemd in deze lijst;
  • g. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen betreffen die niet vallen onder de sub g genoemde lijst, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder sub g.

4.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 4.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.


Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Slotregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.