Plan: | De Grote Beek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80164-0301 |
De gemeente Eindhoven heeft eigen archeologiebeleid, als uitwerking van het nationale en provinciale beleid. Dit beleid staat in het 'Beleidsplan archeologisch 2008-2012' , dat de raad in september 2008 heeft vastgesteld. De gemeente neemt de verantwoordelijkheid voor het bodemarchief zelf ter hand door te investeren in kerntaken en opbouw van expertise.
De gemeente kent archeologische waarden daterend uit de prehistorie en de Romeinse tijd.
Het gemeentelijk bodemarchief herbergt tevens fundamentele gegevens over de geschiedenis van stad en platteland gedurende en na de middeleeuwen. Deze gegevens zijn van groot belang voor de reconstructie van het verleden, temeer omdat archivalische bronnen in Eindhoven nagenoeg ontbreken.
De archeologische gebieden binnen de gemeente Eindhoven staan aangegeven gemeentelijke archeologische waardenkaart, onderdeel van de gemeentelijke cultuurhistorische waardenkaart.
Het beleid is om bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening te houden met de archeologische waarden en verwachtingen in de ondergrond en daarbij uit te gaan van de gemeentelijke archeologische waardenkaart.
Binnen het plangebied van de Grote Beek zijn geen archeologische waarden bekend en volgens de gemeentelijke archeologische waardenkaart worden er ook geen archeologische waarden verwacht. Hiermee hoeft binnen het bestemmingsplan dan ook geen rekening te worden gehouden.
Op 18 maart 2008 is de cultuurhistorische waardenkaart van Eindhoven vastgesteld. De kaart dient als beleidskader om bij ruimtelijke ontwikkelingen in de stad rekening te kunnen houden met de cultuurhistorie van Eindhoven. De kaart geeft, naast rijks- en gemeentelijke monumenten een overzicht van de historische structuur van wegen en waterlopen, historisch waardevolle stedenbouwkundige en landschappelijke- en groenstructuren, beschermde stads- en dorpsgezichten en monumentale bomen.
Bij de samenstelling van de kaart is onder andere gebruik gemaakt van de gegevens van de provinciale cultuurhistorische waardenkaart.
Op de cultuurhistorische waardenkaart is het terrein van de Grote Beek aangegeven als cultuurhistorisch waardevol groen en landschap. In de wordingsgeschiedenis van het (agrarisch) cultuurlandschap van Landelijk Strijp (waar de Grote Beek landschappelijk deel van uitmaakt) zijn drie periodes te onderscheiden; de periode vóór 1850, de periode 1850 tot 1920 en de periode na 1920.
Vóór 1850, in de late middeleeuwen (vermoedelijk de 15e eeuw) is de dekzandvlakte van Nieuw Acht ontgonnen. In de periode 1850 tot 1920 is een groot deel van de heide ontgonnen en bebost en vanaf 1920 is het overige deel van de heide ontgonnen ten behoeve van akkerbouw.
Van de periode vóór 1850 is het ontginningspatroon op de dekzandrug (binnen Landelijk Strijp) grotendeels bewaard gebleven. De veldwegen die over de hele heide liepen zijn, op het Oude Postdijkje (Wielewaal) en de Nieuwe Dijk (Grote Beek) na, allemaal verdwenen met de heideontginning. Vanaf 1850 is hier een nieuwe landschappelijke laag overheen gelegd: de heideontginningen.
Het ontginningspatroon van de eerste heideontginning is eveneens voor een groot deel nog intact. Met name op de Wielewaal, de golfbaan Welschap en rondom Beatrixoord vertoont dit patroon nog een duidelijke samenhang; deze is dan ook als waardevol aangemerkt. Drie lanen in het zuidelijk deel van de Grote Beek maken eveneens onderdeel uit van de hierboven genoemde structuur en zijn nog zeer duidelijk waarneembaar. Ook deze zijn als waardevol aangemerkt.
De zuidzijde van het terrein, aan het Vredeoord, wordt begrensd door een monumentale bomenlaan.
Op het terrein zijn drie rijksmonumenten aanwezig, namelijk het hoofdgebouw van de Grote Beek (Boschdijk 771/Dr. Poletlaan 1), de kapel (Boschdijk 771/Dr. Poletlaan 1) en het ketelhuis (Boschdijk 771/Dr. Poletlaan 1).