direct naar inhoud van Artikel 12 Leiding - Gas
Plan: De Grote Beek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80164-0301

Artikel 12 Leiding - Gas

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Leiding - Gas´ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een (ondergrondse) gastransportleiding;
  • b. met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Bouwen op grond van andere bestemmingen

In afwijking van het bepaalde bij de andere op de plankaart aangewezen bestemmingen (basisbestemming) mogen op of in de gronden binnen het op de plankaart aangegeven bestemmingsvlak behorende bij deze bestemming geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd anders dan ten behoeve van deze bestemming.

12.2.2 Bouwen van gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

12.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan ten behoeve van het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de andere op de plankaart opgenomen bestemmingen, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2.1, met dien verstande dat:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de betreffende leiding;
  • b. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder.

12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.4.1 Werk en werkzaamheden

Het is verboden op de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden en/of het anderszins wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld voor het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende en/of hoogopgaande beplanting, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting;
  • d. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • e. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • f. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • g. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen.

12.4.2 Uitzonderingen

Het in artikel 12.4.1opgenomen verbod is niet van toepassing op werken welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • b. welke ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren.

12.4.3 Toelaatbaarheid

De in artikel 12.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend, indien het behoud van een veilige ligging van de leiding en de continuïteit van de functie van de betreffende leiding zijn gewaarborgd; met dien verstande dat alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in artikel 12.4.1 het bevoegd gezag advies vraagt van de betreffende leidingbeheerder.