direct naar inhoud van Artikel 11 Water
Plan: De Grote Beek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80164-0301

Artikel 11 Water

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Water´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. alle oppervlaktewateren, zoals beken en andere waterlopen, alsmede sloten, greppels, (infiltratie)vijvers en waterplassen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen;
  • b. waterberging;
  • c. waterhuishouding;
  • d. groenvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • e. andere voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een maximale bouwhoogte van 1 m.

11.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 11.1 wordt in ieder geval gerekend: het opslaan, storten of bergen van voorwerpen, stoffen, materialen of chemicaliën en soortgelijke producten, behoudens voor zover zulks nodig is voor het op de bestemming gerichte gebruik.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.4.1 Werk en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden) op of in de gronden met de bestemming 'Water' de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het dempen van water;
  • b. het vergraven van oevers;
  • c. het verleggen van water;
  • d. het herprofileren van waterlopen.
11.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 11.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. de aanleg van ecologische oevers betreft;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

11.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 11.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien er geen sprake is van een onevenredige aantasting van de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwantiteit en de waterkwaliteit.

11.4.4 Advies

Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden slechts nadat advies is ingewonnen bij de waterbeheerder met betrekking tot de vraag of door de ingreep het waterhuishoudkundig belang niet onevenredig wordt aangetast.