direct naar inhoud van Artikel 13 Leiding - Hoogspanning
Plan: De Grote Beek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80164-0301

Artikel 13 Leiding - Hoogspanning

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. de aanleg, het beheer en het onderhoud van een ondergrondse 150 kV hoogspanningsleiding;
  • b. daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

13.2 Bouwregels
  • a. Op of in de in deze dubbelbestemming bedoelde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken ten dienste van de ondergrondse hoogspanningsverbinding;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende bouwregels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte en bouwhoogte niet worden vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

13.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren en veiligheid van de hoogspanningsverbinding, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2 en toestaan dat bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende basisbestemmingen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende beheerder van de hoogspanningsleiding. Bij het bouwen zijn de regels van de betreffende basisbestemming van toepassing.

13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde , of van werkzaamheden
13.4.1 Werk en werkzaamheden

Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen;
  • b. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • d. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan 2,5 m;
  • e. het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren;
  • f. het permanent opslaan goederen;
  • g. het ophogen en egaliseren, bodemverlagen of afgraven, of anderszins wijzigingen in maaiveld- of weghoogte aanbrengen.

13.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 12.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden is verleend;
  • b. welke ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke betreffen het normale onderhoud van leidingen.

13.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 12.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend, indien door de genoemde werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende leiding niet wordt aangetast; dienaangaande vraagt het bevoegd gezag advies van de betreffende leidingbeheerder.