Plan: | TU-e Science Park |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80060-0501 |
De bodemkwaliteit van de kerncampus is door firma Tauw in 2006 in beeld gebracht. Hierbij is gekeken naar de toplaag (tot 0,5 m–mv) en de ondergrond (0,5-2,0 m–mv).
De bodemkwaliteitskaart omvat alle toekomstige bouwlocaties zoals die in de ontwikkelingsvisie zijn aangegeven. Enkele zones aan de westkant van het terrein vallen buiten de bodemkwaliteitskaart, alsmede de ecologische hoofdstructuur nabij de Dommel. Dit gebied wordt in het tweede deel van deze paragraaf beschreven.
De andere locaties in het bezit van de TU/e buiten de kerncampus vallen ook buiten dit reikwijdte van dit document. Deze locaties zijn: De “bunker”, (sport) terrein Noord, MMS terrein, locatie roeiloods.
Zowel de boven-als ondergrond in het betreffende gebied is gekwalificeerd als CAT-1 grond. (schone grond), behoudens enkele gebieden die zijn aangemerkt als verdachte locatie.
Vrijkomende grond kan in principe binnen het betreffende gebied verwerkt worden, op voorwaarde dat ter plaatse van bodembedreigende activiteiten historisch onderzoek gedaan dient te worden. Een verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 is in alle gevallen noodzakelijk.
De TU/e streeft er naar om bij bouwactiviteiten vrijkomende (CAT-1 grond) op het terrein te verwerken.(geen afvoer van grond).
Beschouwd gebied bodemkwaliteitskaart.
Resultaat bodemkwaliteit ondergrond.
Resultaat bodemkwaliteit bovengrond.
De west zijde van het terrein is ernstig verontreinigd. Deze verontreinigingen zijn veroorzaakt door het ophogen van het oude laaggelegen Dommeldal. In 2007 is met een beschikking vast gelegd dat het hier een ernstig geval van bodemverontreiniging betreft (oranje vlak). Naast deze verontreinigingen liggen er aan de westzijde van het terrein ook nog twee oude stortplaatsen (roze vlakken), deze zijn eveneens ernstig verontreinigd.
Globale informatie TU/e terrein.
Oranje: Ernstig geval van bodem verontreiniging: voor alle handelingen in dit gebied waardoor de verontreiniging verwijderd, verplaatst of anderszins gesaneerd wordt, dient vooraf middels een saneringsplan toestemming gevraagd te worden aan het bevoegd gezag van de Wet Bodembescherming (= sector VTH).
Roze: Op deze terreinen zijn drie horizontale lagen te onderscheiden, de bodem onder het stortlichaam, het stortlichaam en de afdekgrond. Voor handelingen in het stortlichaam dient toestemming gevraagd te worden aan de provincie Noord-Brabant. Indien de afdeklaag en de ondergrond ernstig verontreinigd zijn geldt het zelfde regime als bij de ernstige gevallen van bodemverontreiniging.
Bijzondere aandacht dient geschonken te worden aan de ecologische hoofdstructuur nabij de Dommel. Grondverzet in dit gebied zal alleen plaatsvinden in overleg met bevoegd gezag.
Waterschap de Dommel start volgend jaar met het opwaarderen van de ecologische hoofdstructuur langs het TU/e terrein door de Dommel (opnieuw) te laten meanderen. Deze plannen zullen door het Waterschap worden gerealiseerd. Als vergunninghouder zal het waterschap in overeenstemming met de gemeente aan eerder genoemde voorwaarden dienen te voldoen.
Ecologische hoofdstructuur.